Tandartstarieven

Vanaf volgend jaar stijging tandartstarieven in België

Dit jaar zal de prijs voor tandartspatiënten in België nog hetzelfde blijven, maar vanaf 2018 gaat het tarief licht omhoog. Dit akkoord werd bereikt tussen tandartsen en ziekenfondsen omtrent de tarieven die aangerekend mogen worden.

Tariefverhoging
De prijs voor de patiënt wijzigt dit jaar nog niet. Vanaf 2018 zal het tandartstarief licht omhoog gaan, wat wordt gezien als een goed akkoord voor de bevolking. De patiënt zal de gevolgen van de tariefverhoging niet als een zware verandering ervaren. Dit meldt het Riziv naar aanleiding van het bereikte akkoord tussen dat de Nationale Commissie Tandheelkundigen Ziekenfondsen (NCTZ).

Halve euro
Dit jaar zal het slechts bij een indexering blijven. Volgend jaar stijgt het tandartstarief daarentegen met een halve euro, aldus Stefaan Hanson, woordvoerder van het Verbond van Vlaamse Tandartsen.

Uitzonderingen
Dit geldt echter niet voor kinderen, preventieve controles of mensen met een verhoogde tegemoetkoming. Voor hen blijft de prijs constant. Dankzij 3 miljoen extra fondsen vanuit het Kankerfonds kan er ook voor kankerpatiënten een betere regeling getroffen worden.

Belang van indexering
Aangezien materialen voor tandartsen erg duur zijn, zou het wederom wegblijven van een indexering voor hen voor veel problemen zorgen. Eind 2016 werden de tandartsen en ziekenfondsen het al niet eens omtrent nieuwe tarieven. Hansen benadrukt het belang van het nieuwe akkoord nogmaals: “Zonder indexering is het niet langer houdbaar.”

Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Het akkoord is vooral positief voor de bevolking, aangezien het de structurele onder financiering nog niet oplost. Desondanks zal het Verbond van Vlaamse Tandartsen (VVT) het akkoord verdedigen bij hun achterban. Minstens 60 procent van de tandartsen moet het akkoord goedkeuren om deze in te willen laten gaan. De VVT ziet deze verdediging als hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Het Socialistisch Ziekenfonds
Het Socialistisch Ziekenfonds had het akkoord graag anders gezien. Ze zijn blij dat ze tariefzekerheid kunnen bieden aan hun leden die naar tandartsen gaan die het akkoord onderschrijven. Ze betreuren het echter dat de patiënten zelf een deel van de kostprijs moeten dragen, als gevolg van onvoldoende solidaire overheidsmiddelen. Aldus algemeen secretaris Paul Callewaert.

Bron:
De Morgen

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Gebitschade

Sport ook gezond voor het gebit?

Sporten is gezond, maar brengt ook blessures met zich mee. Niet alleen aan ledematen; ook de mond moet het regelmatig ontgelden.

Zeker bij contactsporten loopt de sporter het risico van gebitschade. In de media zijn genoeg berichten te vinden. Voetballer Lionel Messi en basketballer Isaiah Thomas verloren allebei een tand en voetballer Robin Janssen brak onlangs zijn kaak.

Gebitsbescherming
Er gaan in de sportwereld dan ook regelmatig geluiden op om bij alle contactsporten gebitsbescherming verplicht te stellen. Bij hockey is dat in 2015 al gebeurd.

Bij een goede gebitsbescherming wordt de kracht van een klap over het gehele gebit verdeeld. Daardoor is de kracht op een individuele tand meestal klein en treedt er geen letsel op.

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z, Video
mondpiercing

Mondpiercing geeft groter risico terugtrekkend tandvlees en afbreken tand

Mensen met een mondpiercing hebben een groter risico op terugtrekkend tandvlees of afgebroken stukjes tand of kies dan mensen zonder. Dit blijkt uit onderzoek van mondhygiënist Nienke Hennequin-Hoenderdos. Ze promoveert op 24 mei 2017 aan de Universiteit van Amsterdam.

Ongeveer 5% van de jongvolwassenen heeft een mondpiercing. De tongpiercing komt het meeste voor, gevolgd door de lippiercing.  Vrouwen hebben vier keer vaker een mondpiercing dan mannen. Er zijn slechts enkele internationale wetenschappers die zich bezig houden met dit onderwerp en daarmee is Hennequin-Hoenderdos niet alleen de nationale, maar ook een van de weinige internationale tandheelkundige experts op het gebied van mondpiercings.

Complicaties mondpiercing
De complicaties die kunnen optreden met mondpiercings variëren van een zwelling van de tong na het zetten van een tongpiercing tot ernstige bijwerkingen die zelfs levensbedreigend kunnen zijn. Teruggetrokken tandvlees is de meest beschreven complicatie. Andere complicaties zijn barstjes in tanden of kiezen die het gevolg kunnen zijn van het spelen met de piercing, het bijten op de piercing of een piercing die met praten en eten tegen de tanden ‘tikt’.

Preventie
Voor het behoud van een gezonde mond raadt Hennequin-Hoenderdos het plaatsen van een mondpiercing daarom ook af.

Als mensen toch een mondpiercing willen plaatsen kunnen ze volgens haar het beste kiezen voor een professionele piercer met kennis over de juiste verzorging om de mond gezond te houden. Het plaatsen van een mondpiercing op de juiste plek en met de juiste lengte van het sieraad verminderen het risico op schade aan tanden en tandvlees, volgens de onderzoeker.

‘Mondzorgprofessionals kunnen een belangrijke rol spelen bij het geven van informatie over mondpiercings en de verzorging daarvan. Het periodiek mondonderzoek is bij uitstek geschikt om schade als gevolg van de mondpiercing tijdig te ontdekken’, vindt Hennequin-Hoenderdos.

Promotiegegevens
Mw. N.L. Hoenderdos: Prevention of Gingival Trauma: Oral Hygiene Devices and Oral Piercings. Promotor is prof. dr. G.A. van der Weijden. Copromotor is dr. D.E. Slot.

Tijd en locatie
Woensdag 24 mei 2017, 11.00 uur. Locatie: Aula Universiteit van Amsterdam

Bron:
persbericht UvA

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Antibiotica

Onderzoekers ontwikkelen alternatieven voor antibiotica

De opkomst van antimicrobiële resistentie is een van de grootste uitdagingen in de moderne geneeskunde, omdat beschikbare antibiotica hierdoor hun doeltreffendheid verliezen. Het aantal sterfgevallen door normale bacteriële infecties zal zo toenemen.

De invoering van nieuwe bactericide of bacteriostatische antibiotica is geen duurzame oplossing, doordat er steeds nieuwe resistente bacteriële klonen ontstaan. Er is daarom dringend behoefte aan alternatieven voor de behandeling van infecties, zoals de antivirulentietherapie.

Antivirulentietherapie
Antivirulentietherapie is er op gericht de eigenschappen die ervoor zorgen dat een micro-organisme ziekteverwekkend is – de zogenaamde virulentiefactoren – met speciale middelen rechtstreeks in het lichaam af te zwakken.
Onderzoekers zijn bezig om met behulp van deze therapie bacteriële ziekteverwekkers tijdens de infectie zo te verstoren dat ze niet in staat zijn het gastheerorganisme te infecteren. Door de antivirulentietherapie is het immuunsysteem van de gastheer in staat om de infectie met de verzwakte pathogeen te verslaan. Omdat de bacteriën in leven blijven en zich nog kunnen vermeerderen, ontstaat er geen selectiedruk. Er ontstaat daardoor geen nieuwe resistentieopbouw.

Onderzoek bij muizen
Om de toepasbaarheid van de therapie te controleren, is de wisselwerking van bacteriën met het immuunsysteem van muizen onderzocht. Bij Staphylococcus aureus ontdekten de onderzoekers dat verschillen in de immuunrespons van muizen en de daaruit voortvloeiende verschillende ziekteverlopen sterk van invloed zijn op de hoeveelheid schade die de ziekteverwekker aanricht. Dit beïnvloedt op zijn beurt de effectiviteit van antivirulentietherapie.

Conclusie
Aangezien ook de immuunrespons bij mensen individueel verschilt, tonen de uitkomsten van het onderzoek met muizen aan, dat een succesvolle implementatie van een antivirulentietherapie in het ziekenhuis mogelijk is. Het concept van de antivirulentietherapie staat echter nog in de kinderschoenen. Er is nog veel onderzoek nodig voordat het in de praktijk kan worden toegepast.

Bron:
Nature

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
naar de tandarts

Op jonge leeftijd naar de tandarts een slechte gewoonte?

Tegenwoordig gaan baby’s soms met één tand al naar de tandarts. Uit onderzoek is echter gebleken dat peuters die voor hun tweede jaar bij de tandarts kwamen de rest van hun leven meer behandelingen moesten ondergaan.

Onderzoek
Voor dit onderzoek evalueerde wetenschappers van de Universiteit van Alabama in Birmingham de medische dossiers van 19.658 kinderen. Hiervan ontving bijna 26% een tandheelkundige behandeling voor hun tweede verjaardag.

Resultaten
Deze kinderen hadden in vergelijking significant meer last van tandbederf, moesten regelmatig een bezoek brengen aan de tandarts en hadden dan ook hogere jaarlijkse kosten voor tandheelkundige behandelingen.

Onvoldoende bewijs
Ondanks deze resultaten is er geen wetenschappelijk bewezen verklaring die volstaat in relatie tot voordelige of nadelige gevolgen van tandartsbezoeken op jonge leeftijd. De studie, die in het tijdschrift JAMA Pediatrics werd gepubliceerd, bevat geen enkele belangrijke factor. De gewoonte van ouders met jonge kinderen om al vroeg naar de tandarts te gaan is daarom gelaten zoals het was.

Meer onderzoek nodig
De vraag of er dus een duidelijke relatie is tussen deze gewoonte en de hoeveelheid tandheelkundige behandelingen in de loop van het leven heeft dus nog meer onderzoek nodig om tot conclusies te komen.

Bron:
sciencedaily.com

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
restauratiemateriaal

Onderzoek: Nieuw restauratiemateriaal dat niet verkleurt

Recent onderzoek heeft mogelijk een nieuw restauratiemateriaal gevonden wat niet verkleurt door bijvoorbeeld het regelmatig nuttigen van koffie.

Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers uit Thailand en Japan en is recentelijk gepubliceerd in het ‘Journal of Restorative Dentistry & Endodontics.’ Het doel van het onderzoek was om een alternatief te vinden voor bestaande restauratiematerialen.

Traditionele restauratiematerialen zijn functioneel maar zorgen vaak in de loop van de tijd toch voor verkleuring, met name bij koffiedrinkers, waardoor de kleur van de restauratie niet meer overeenkomt met de kleur van de tanden. Gezien recente ontwikkelingen in CAD/CAM materialen leek het de onderzoekers interessant om de effectiviteit hiervan te testen. Ze vergeleken de verkleuring van 8 CAD/CAM blokken met die van 4 conventionele composiet blokken, beide blootgesteld aan koffie, over de periode van een maand.

Resultaten
Uit het onderzoek kwam naar voren dat de CAD/CAM materialen veel minder verkleurd waren dan de conventionele blokken, wat indiceert dat de CAD/CAM materialen een goede vervanging zouden kunnen zijn. Ook hebben de onderzoekers de schijven van elk materiaal geprobeerd te herstellen met een prophylaxis mengsel waaruit bleek dat de CAD/CAM schijven snel weer hersteld waren naar hun eigen kleur terwijl de meeste conventionele schijven niet meer hersteld konden worden.

Limitaties
De onderzoekers erkennen dat de gebruikte schijven niet geheel vergelijkbaar zijn met de natuurlijke omgeving van tanden waardoor de invloed van bijvoorbeeld tandenpoetsen niet gemeten kon worden. Daarnaast was de periode van een maand ook erg lang omdat dit vergelijkbaar is met 28 maanden koffiedrinken. Voor toekomstig onderzoek raden ze dan ook aan om andere factoren die invloed kunnen hebben op het verkleuringsproces mee te nemen.

Bron:
NCBI

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
elektronische lengtebepaler

Anatomie, opening en elektronische lengtebepaler bij wortelkanaalbehandeling

Voor het uitvoeren van een goede wortelkanaalbehandeling is het van belang de anatomie van het element goed te kennen. Waar bevinden zich de kanalen? Bekijk ook het overzicht van belangrijke factoren bij het gebruik van een elektronische lengtebepaler.

Anatomie en opening

Bovenincisief
Bij een bovenincisief is de inzetrichting van je boor heel belangrijk. Er word namelijk makkelijk naar buccaal geperforeerd of te weinig dentine weggehaald palatinaal waardoor de vijl niet spanningsvrij het kanaal in gaat.

Onderincisief
Bij onderincisieven is vaak sprake van een tweede kanaal. Deze bevindt zich linguaal. De outline van de opening moet dus genoeg naar linguaal worden uitgebreid.

Bovenmolaar
Het is altijd lastig een vierde kanaal te vinden bij een bovenmolaar. Wanneer er te weinig toegang is tot het vierde kanaal dan moet er meer naar mesiaal geopend worden. Het mesiobuccale kanaal van de 16/26 is erg ovaal, dus ook al zijn er maar 3 kanalen dan moet er toch voor 4 geprepareerd worden om goed te kunnen irrigeren.  Een longneck excavator of ultrasone hulpstukken zijn hiervoor handig. Het is belangrijk dat het opzoeken van een vierde kanaal altijd op zicht wordt gedaan, bij voorkeur met behulp van een microscoop.

Ondermolaar
Vaak wordt het distale kanaal als twee kanalen benaderd: de kanalen komen dan apicaal weer bij elkaar. Dit is alleen maar goed omdat op deze manier de isthmus goed te bereiken is voor irrigatie.

Premolaren
Wanneer er een onduidelijk beeld van de radix te zien is op de röntgenfoto dan is de kans groot dat er drie kanalen aanwezig zijn.

Elektronisch lengtebepaler

Het is goed om te weten dat de elektrische lengtebepaler geen afstand in millimeters kan aangeven (het is geen grafische schaal!) maar alleen de locatie van de opening meet. De enige betrouwbare informatie is dus wanneer de lengtebepaler aangeeft dat je door de apex heen bent (rood). De beste manier om de werklengte te bepalen is door net niet in het rode gebied te zitten en hier een halve millimeter van af te trekken. De restrictie kan meer coronaal zitten dan het meeste apicale puntje van de wortel. Wanneer de werklengte op de röntgenfoto te kort lijkt te zijn, moet echter toch vertrouwd worden op dat wat de elektronische lengtebepaler aangeeft. De kanalen dienen vochtig te zijn.

Belangrijk factoren bij het gebruik van een elektronische lengtebepaler:

  1. Isolatie
    Er mag geen verbinding zijn met mondvloeistof – dus eventueel eerst een restauratie maken.
  2. Metalen restauratie
    Contact met een metalen restauratie kan het lengte bepalen verstoren. Het gebruik van een dubbele rubberen stopper kan gebruikt worden om contact tussen de vijl en de restauratie te vermijden.
  3. Carieus dentine, caviteit of breuk (verbinding pulpakamer met mondholte)
    De lengtebepaler is niet betrouwbaar wanneer er sprake is van een caviteit of breuk. Een perforatie of breuk kun je detecteren met de elektronische lengte bepaler.
  4. Geen reactie tijdens lengte bepalen
    Het apparaat dient opnieuw gekalibreerd te worden door het wanghaakje tegen de meter aan te houden.
  5. Wijd open apex
    Bij een open apex is het aan te raden de lengte te bepalen met een lengtefoto wanneer de elektronische lengtebepaler geen betrouwbare gegevens geeft.
  6. Herbehandeling
    De elektronische lengtebepaler is alleen goed te gebruiken indien het ‘oude’ guttapercha verwijderd is. Maak dus eventueel een röntgenfoto.
  7. Hartstimulator
    Er is discussie over of er een lengtebepaler gebruikt mag worden bij patiënten met een hartstimulator.

Kasper Veenstra, tandarts, Centrum voor Mondzorgkunde,  UMCG

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Kasper Veenstra tijdens de cursus Endodontologie van het Wenckebach instituut.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
digitale revolutie

De impact van de digitale revolutie op uw dagelijkse praktijk

Alexander Tolmeijer volgde het congres Exponentional Medicine in San Diego en interviewde sprekers en bezoekers. Op Praktijk Anno Nu vatte hij het congres voor u samen en vertelde hij over de belangrijkste ontwikkelingen die in de nabije toekomst impact kunnen hebben op uw praktijk.

Spreker Alexander Tolmeijer beet het spits af na een verassend intro van de Amerikaanse dame die al hardlopend kwam binnenvallen. Zij bereidde ons voor op ‘Change’, zoals Amerikanen als geen ander kunnen. Zij omarmen veranderingen terwijl we in Nederland liever stabiel zijn. Tolmeijer bezocht Exponential Medicine, een groot innovatiecongres in San Diego in de VS, en vertelde wat hij aldaar mee had gemaakt.

“Als je in de VS naar een presentatie luistert heb je vrijwel meteen het idee dat je hopeloos achter loopt.”

Op het Amerikaanse congres waren veel Nederlanders en bekend is dat zij voorop lopen bij de digitale revolutie. De Nederlander Lucien Engelen sprak op het Amerikaanse congres en hij werkt in “Health Valley”, zoals hij het zelf noemt. Tolmeijer mocht stukken uit de presentatie van Lucien Engelen gebruiken.

Snelheid van innovatie
De Wet van Moore zegt dat de technologie zich elk jaar verdubbeld. 3D printen is nog in het beginstadium in de mondzorg maar zal absoluut binnen vijf jaar de normaalste zaak van de wereld zijn. Zo kan kaakbot al geprint worden.

Er zijn ontwikkelingen die in eerste instantie enorm knullig lijken maar die door exponentiële groei in de innovatie iets geniaals blijken te zijn. Zo was er de Kermit, de eerste draadloze telefoon, die eerst  enkel naast een telefooncel gebruikt kon worden. “Dat vond ik zo ontzettend dom, maar kijk nu eens!”, zei Tolmeijer. Je weet nooit of het echt wat wordt bij dergelijke innovaties dus een ondernemer die wil innoveren zal veel risico’s moeten nemen. De mobiele telefoon wordt nu zelfs tussen de koeien door de locals in Afrika gebruikt. “Ze zijn met dat mobieltje nog handiger dan ik.”

Het leren van de anatomie van de mens kan tegenwoordig met behulp van grote beeldschermen waarin je alles precies op zijn plaats in het lichaam kunt zien en ondervinden. Dit zegt veel meer dan een boek met ‘platte plaatjes’ waarbij je het jezelf in 3D moet voorstellen.

Geen vullingen meer zelf maken
Mondscanners, digitale afdrukken en 3D printen zijn innovaties die we nu nog heel bijzonder vinden, maar straks heeft iedereen ze en is het niet meer weg te denken. In de toekomst ziet de mondscanner met de software precies hoe de relaties tussen boven- en onderkaak zou moeten zijn. Zo rollen de perfecte nanotechnologische vullingen uit de 3D printer om na een slijtageslag zo de relatie te perfectioneren.

Diagnoses stellen
De ontwikkelingen van Quantified Self zullen enorm zijn. Wanneer de patiënt voor het periodieke mondonderzoek bij je komt, kan hij je al vertellen hoeveel zoet-zuur-momenten hij heeft gehad, dat zijn bloeddruk prima is en hoe het met zijn suikerwaarde is gesteld. Dit staat namelijk allemaal in zijn eigen device. What’s next? Een diagnose stellen is straks veel makkelijker en sneller met het gebruik van Watson van IBM, een super computer.

Wat blijft er nog over voor de tandheelkundig behandelaar?
Enkel de indicatiestelling blijft nog over waarbij de patiënt begeleiding krijgt van zijn tandheelkundig behandelaar.

“Hoeveel tijd ben ik hier normaal gesproken mee bezig in verhouding met echt dingen doen en diagnosticeren? Niet veel…in de toekomst worden we hier relatief gezien drukker mee.”

Videoverslag Praktijk Anno Nu

Mr. Alexander Tolmeijer studeerde Tandheelkunde en Rechten. Naast praktiserend tandarts is hij ondernemer en oprichter van Dentiva en Medisch Ondernemen. Daarnaast is hij bestuurder van CED , de Europese vereniging van tandartsen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van Alexander Tolmeijer tijdens het congres Praktijkanno.nl

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Studie: Fluoridelak even effectief als sealant bij cariëspreventie

Studie: Fluoridelak even effectief als sealant bij cariëspreventie

Het voorkomen van cariës op occlusieve oppervlakken van molaren is een belangrijke preventieve zorgdoelstelling bij alle patiënten, specifiek bij kinderen uit de lagere sociaaleconomische groepen. Een nieuwe studie vergeleek fluoridelak en het sealen van tanden voor cariëspreventie bij deze kinderen.

Onbekende effectiviteit
Kinderen en hun tanden variëren in hun gevoeligheid voor cariës. Fluoridelak en sealen worden gebruikt om cariës bij kinderen te verminderen of te voorkomen. De relatieve klinische effectiviteit hiervan is echter onbekend.

Preventieve behandelingen even succesvol
In een nieuwe studie onder meer dan 800 kinderen vergeleken onderzoekers uit de Verenigde Staten deze twee preventieve behandelingen voor de eerste permanente kiezen (First Permanent Molars, FPM). Het resultaat kwam als een verrassing voor hen: de fluoridelak bleek even effectief als het sealen.

De auteurs
“Het huidige onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat ondanks dat 1 op de 5 kinderen een ontbinding van dentine in hun FPM’s had ontwikkeld na 36 maanden, er klinisch gezien geen belangrijk verschil was in behandeling met FS of FV bij het aantal kinderen dat dit verval had ontwikkeld”. Dit schreven de auteurs van het onderzoek in de Journal of Dental Research. De studie werd geleid door Ivor Chestnutt, onder andere professor aan de afdeling van toegepast klinisch onderzoek en volksgezondheid aan de Cardiff University School of Dentistry.

Onderzoek in Wales
Voor hun gerandomiseerde klinische studie begonnen de onderzoekers met meer dan 1000 kinderen uit 66 basisscholen in Wales. Deze scholen bevinden zich in gebieden van sociale en economische achterstand. Alle kinderen in deze scholen worden beschouwd als hoog risico voor cariës en gekwalificeerd voor sealen of lakapplicatie.

Willekeurige behandeling
Op basis van willekeurigheid ontvingen de kinderen een sealing of fluoridelak. De sealant werd toegepast op cariësvrije FPM’s en gehandhaafd met intervallen van zes maanden. De fluoridelak werd ook elke zes maanden toegepast gedurende drie jaar. Na de 36 maanden waren er 835 kinderen (82%) overgebleven binnen de studie. 417 kinderen hadden de seal-behandeling ontvangen en 418 de fluoridelak.

Niet-statistisch significant
Minder dan 20% van de kinderen in elke groep ontwikkelde cariës. Het cariëspercentage voor kinderen die de fluoridelak kregen was 17,5% in vergelijking met 19,6% voor de sealantgroep, een niet-statistisch significant verschil volgens de auteurs van de studie.

Geslacht geen rol
De onderzoekers vonden ook geen verschil tussen het aantal ontwikkelde cariësgevallen bij jongens en meisjes.

Verrassende resultaten
Volgens de auteurs kunnen de resultaten van deze studie (tand)artsen verrassen, omdat het systematische review van 2016 (Cochcrane Database of Systematic Reviews, 18 januari 2016) heeft gesteld dat sealen klinisch superieur kan zijn aan fluoridelak. Het bewijs dat destijds beschikbaar was, werd wel als van lage kwaliteit beschouwd, aldus de auteurs van de Cochrane review.

Tegendeel
De auteurs van dit nieuwe onderzoek hebben dus bewezen dat het tegendeel waar is en er geen sprake is van een significant verschil tussen de toepassing van fluoridelak en sealants na 36 maanden.

Bron:
journals.sagepub.com

Lees meer over: Cariës, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
intraveneuze-sedatie

Quiz: test uw kennis over intraveneuze sedatie

Een nieuwe ontwikkeling in Nederland is de intraveneuze sedatie die meer controle geeft over de duur en diepte van de sedatie. Test uw kennis over intraveneuze sedatie, en beantwoord de drie vragen.

Vragen

1. Welke twee van de volgende situaties zorgen ervoor dat een patiënt niet geschikt is om in een eerstelijnszorginstelling intraveneuze sedatie te ondergaan?

a. Goed gecontroleerde hypertensie
b. Een BMI hoger dan 35
c. Rookgewoonte
d. Slechte gereguleerde type I diabetes
e. Geschiedenis van intraveneus drugsgebruik
f. Astma: goed gecontroleerd met dagelijkse medicatie

2. Wat zijn de drie aanbevelingen om een ruime grens van veiligheid te garanderen?

3. Een pulse-oxymeter is essentieel om het zuurstofgehalte in het bloed van een patiënt te monitoren gedurende alle vormen van sedatie. Welke waarde van SpO2 (Saturation of peripheral Oxygen red.) vereist onmiddellijke beëindiging van de tandheelkundige behandeling en onmiddellijke actie om de veiligheid van de patiënt te waarborgen?


Scrol naar beneden voor de antwoorden!

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

Antwoorden

  1. Antwoorden b en d sluiten een patiënt uit van het ondergaan van intraveneuze sedatie. Een BMI hoger dan 35 en/of een slecht gecontroleerde diabetes betekent dat een patiënt onder een ASA III-score valt en niet geschikt is voor het ondergaan van deze behandeling in een eerstelijnszorg instelling. Alleen patiënten met ASA I en II zijn geschikt voor behandeling in deze instellingen. Een geschiedenis van intraveneus drugsgebruik is geen contra-indicatie, echter is deze informatie wel relevant omdat het prikken van infusen mogelijk moeilijker is en deze patiënt mogelijk een hogere tolerantie voor benzodiazepines heeft.
  2. De drie aanbevelingen van de IDC (Irish Dental Council red.) om een hoge mate van veiligheid te waarborgen bij intraveneuze sedatie zijn:
    1. Mondelinge communicatie op ieder tijdstip
    2. Intacte faryngeale en laryngeale reflexen
    3. Patiënt haalt spontaan adem zonder belemmering van de ademhaling
  3. Een SpO2-waarde van 92% vereist onmiddellijke beëindiging van de tandheelkundige behandeling en onmiddellijke actie om de veiligheid van de patiënt te waarborgen.Acties zijn:- Controleer visuele signalen van ademhalingsonderbrekingen
    – Verzeker u ervan dat de pulse-oxymeter op de vinger van de patiënt nog steeds in situ is
    – Open de luchtweg en controleer of de patiënt goed ademt
    – Dien aanvullend zuurstof toe als geen herstel optreedt of lage waarden blijven bestaan
    – Ga over tot een antagonist indien nodig

Bekijk ook de video van de NVvP over intraveneuze sedatie door tandarts Tijl van den Berg

 

Aanvullende noot: bovenstaande quiz gaat uit van standaarden die in Ierland gelden. Voor meer informatie over vormen van sedatie die in Nederland gangbaar zijn, kan o.a. de richtlijn ‘sedatie en/of analgesie (PSA) op locaties buiten de operatiekamer’ geraadpleegd worden.

Bron:
Journal of the Irish Dental Association, June/July 2016: Vol 62(3), p. 139 en p. 172, vertaling van een quiz ingediend door Dr. Gillian Smith.

 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
implantaat

“Kleine” implantologie in het onderfront

Implantologie in het onderfront kent grote uitdagingen, zeker als het om meertandsvervanging gaat. Verslag van de lezing van Marco Cune en Steven Zijderveld over deze problematiek. Met uitleg over chirurgische en restauratieve oplossingen voor het vervangen van ontbrekende gebitselementen in het onderfront.

Oorzaken ontbreken onderincisief
Verschillende oorzaken voor het ontbreken van een onderincisief kunnen zijn:

  • Agenesie
    Agenesie van de laterale onderincisief komt hierbij minder vaak voor dan agenesie van de centrale onderincisief.
    Bij agenesie van één of meerdere elementen is het altijd belangrijk te onderzoeken of de agenesie solitair voorkomt of onderdeel is van een syndroom. Om dit onderscheid te kunnen maken, zouden andere ectodermale kenmerken uitgevraagd en bekeken kunnen worden; bijvoorbeeld traanvocht, zweetproductie, haarkenmerken. Daarnaast is van enkele genen bekend dat zij betrokken zijn bij het ontstaan van agenesie en hypodontie.
  • Endodontisch falen
    De onderincisief heeft een lager slagingspercentage bij endodontische (her)behandeling dan de overige gebitselementen.
  • Trauma
    Hierbij kan men denken aan cystes, iatrogene schade (orthodontische behandeling), tongpersen.
  • Parodontaal falen
    Bijvoorbeeld piercings die recessie veroorzaken.

Oplossing voor meertandsvervanging in het onderfront zijn

  • Conventionele brug
  • Etsbrug
  • Orthodontisch sluiten
  • Implantaat plaatsen

Plaatsen van een implantaat
Het plaatsen van een implantaat zal in specifieke gevallen de meest voor de hand liggende oplossing zijn, daarom wordt deze oplossing verder besproken.

Bij het plaatsen van een implantaat in het onderfront zijn er twee aspecten die onderzocht moeten worden:

  1. Is er genoeg ruimte voor de componenten die op het implantaat moeten komen?
    De mesiodistale afmeting van een natuurlijke kroon van een onderincisief is 5-6 mm, de tandtechnicus wil echter minimaal 7-8 mm ruimte in mesiodistale richting voor het opbakken van een mooie kroon. Hier dient men rekening mee te houden.
    Daarnaast kan men te maken hebben met een beperkte interocclusale ruimte door uitgroei van het bovenfront.
  1. Is er genoeg ruimte voor de implantaten?
    Een implantaat heeft minimaal 6-8 mm ruimte nodig. Hierbij moet ook goed op de convergentie van de apices van de buurelementen gelet worden.

Vervangen van twee incisieven
Het vervangen van twee incisieven in het onderfront is lastiger dan één.

Implantologische mogelijkheden zijn:

  • Plaatsen van een implantaat centraal met een dubbele kroon
  • Plaatsen van een implantaat met een kroon en dummy
  • Plaatsen van twee implantaten naast elkaar met elk een solitaire kroon

Welke keuze gemaakt wordt in bovenstaande opties is onder andere afhankelijk van de chirurgische mogelijkheden. Zo kan er bijvoorbeeld botaugmentatie nodig zijn, waarbij het de voorkeur geniet bot te oogsten uit de ramus-regio van de mandibula in plaats van de kin in verband met risico op beschadiging van de nervus. Ook kan het risico op beschadiging van de apices van de buurelement een reden zijn om een implantaat centraal te plaatsen. Het plaatsen van een implantaat centraal met een dubbele kroon erop, geeft matige resultaten op gebied van reinigbaarheid en esthetiek.

Onderzoek laat zien dat het plaatsen van twee implantaten een hoog failure percentage en veel botverlies geeft. Wanneer mogelijk, geniet het de voorkeur een implantaat te plaatsen op de plaats van één van de elementen, om daar vervolgens een kroon met een dummy op te schroeven. Dit is het beste te reinigen en geeft de beste esthetische resultaten.

Steven Zijderveld volgde zijn studie tandheelkunde en geneeskunde aan de tandheelkunde, respectievelijk geneeskunde Faculteit van de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Na zijn tandarts- en artsexamen (respectievelijk 1989 en 2000) deed hij de specialisatie tot kaakchirurg aan de Afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie van de Vrije Universiteit  te Amsterdam (1998). Sinds 2000 is hij werkzaam als kaakchirurg in het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein en Utrecht. Tevens was hij parttime verbonden aan de Afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie van het Vrije Universiteit medisch centrum te Amsterdam met een onderzoeksaanstelling naar bot- en botvervangende materialen in een sinusbodemelevatie studiemodel. In maart 2010 promoveerde hij met een proefschrift getiteld: Bone regeneration with different grafting materials in a human maxillary sinus floor elevation model. Van 2010 tot 2015 was Steven bestuurslid (secretaris) van de NVMKA.
Steven houdt veelvuldig voordrachten over implantologie gerelateerde onderwerpen.

 Marco Cune (7-6-1965) studeerde tandheelkunde aan het Academisch Centrum Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA, Vrije Universiteit) van 1984 tot 1990. Na het behalen van zijn doctoraal- en tandartsexamen werkte hij er respectievelijk bij de vakgroepen Prothetische Tandheelkunde en Orale Implantologie. Van 1991 tot 2010 was hij werkzaam als tandartsonderzoeker aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht, binnen de vakgroep Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde. In 1993 werd een proefschrift met als onderwerp: overkappingsprotheses op implantaten afgerond. Sindsdien was hij actief betrokken bij het tot stand komen van vijf proefschriften. Van 2003 tot 2006 was hij als tandarts coördinator betrokken bij het centrum voor bijzondere tandheelkunde in het UMC Utrecht. Vanaf 2007 werden de taken meer richting het wetenschappelijk onderzoek verschoven. Daarnaast voerde hij een algemene tandartsengroepspraktijk te Houten (1997-2010). In 2010 werd hij benoemd tot hoogleraar Orale Functieleer, in het bijzonder de restauratieve en reconstructieve tandheelkunde aan het UMC Groningen, Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde. Zijn onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en prothetische tandheelkunde. Hij publiceert regelmatig over deze onderwerpen en verzorgt voordrachten en cursussen in binnen- en buitenland. Vanaf 2007 is hij 1 dag per week werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde in het St. Antonius ziekenhuis te Nieuwegein.

 Verslag door Annalous van Poppel, voor dental INFO, van de lezing van dr. S.A. Zijderveld en prof. dr. M.S. Cune tijdens het jaarcongres 2016 ‘Bijzondere tandheelkunde in uw praktijk’ van de NVGPT.

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Omgaan met weerstand bij de patiënt

Omgaan met weerstand bij de patiënt

Weerstand: iedereen maakt dit weleens mee. Zo kent iedereen wel die stagiaire die geen sprankje enthousiasme toont. Of de patiënt die kenbaar maakt echt geen tandenstokers te willen gebruiken. Hoe gaat u om met de verschillende soorten weerstand?

Soorten
Er zijn twee verschillende soorten weerstand, namelijk actieve en passieve weerstand. Bij actieve weerstand komt er iemand naar u toe met een vraag of met boosheid. Dit is eenvoudig te tackelen omdat u dan niet eruit hoeft te ‘trekken’ waar iemand precies mee zit. Passieve weerstand is als iemand niet mee doet, zich afsluit. Deze persoon kan heel luchtig doen. Dit kan irriterend werken. Waarom doet zo iemand dat? Het kan zelfprotectie zijn: Want als het dan niet lukt, dan is het logisch en is het geen gebrek aan slimmigheid of iets dergelijks. Het kan dus onzekerheid zijn als iemand niet gemotiveerd lijkt.

Actieve weerstand
Als iemand actief weerstand biedt, geeft dit vaak een emotionele reactie bij de ontvanger van de weerstand. Dit kan variëren van schrikken, tot zich onzeker gaan voelen, tot het minder leuk gaan vinden. Het grijpt u naar de keel. Er gebeurt vaak lichamelijk veel met u. Bijvoorbeeld dat uw handen gaan trillen of dat u rood wordt.

Een tip hierbij is, dat u beter vanuit uw rol kunt reageren dan vanuit uw eigen persoon. Want dan raakt het u een stuk minder: het voelt niet als een persoonlijke aanval. Dus zorg dat u in uw rol blijft. Mocht u toch een lichamelijke reactie of emotie voelen, wendt u zich dan heel even af. Probeer rustig te worden. U mag best eventjes stil zijn. Pak bijvoorbeeld even een glas water om u zich te herpakken en een passende reactie te bedenken. U kunt ook vragen aan de ander stellen zodat u bedenktijd krijgt.

Omarm actieve weerstand, want dan behoudt u uw professionele rol. Mocht u angst voelen, probeer dan niet te vluchten maar toon juist lef. Dit doet u door stevig op de grond te gaan staan en goed vanuit uw buik adem te halen. Laat uw gevoel los en neem uw rol weer aan.

Passieve weerstand
Als de weerstand passief is, probeer hem/haar er dan actief bij te betrekken. Ook dit kunt u door vragen te stellen doen. Staat u voor een groep, dan kunt u op een later tijdstip diegene die passieve weerstand vertoont even apart te nemen voor een gesprekje.

Een valkuil is om meteen een oplossing aan te dragen. Bijvoorbeeld: Uw patiënt zegt: “Dat gefriemel is niks voor mij, ik ga niet flossen.” Zeg dan niet: “Dan kunt u een waterflosser gebruiken.” Beter is om uw eigen oplossing even los te laten en eerst goed contact te leggen. Laat merken dat het oké is dat diegene die weerstand biedt dit zegt. Laat merken dat u luistert door de zin te herhalen en door te vragen wat in de lijn ligt van deze stelling. Bijvoorbeeld: “Dat gefriemel is niks voor u, u gaat niet flossen. Wat is precies het probleem? Denkt u dat het u niet gaat lukken?” Dus u vraagt door in andermans spoor, niet in uw eigen straatje. Laat de ander maar even van zich af klagen. Ga er even in mee en zeg daarna pas wat u ervan vindt, wat u belangrijk vindt.

Hierna spreekt u af wat het plan wordt. Bijvoorbeeld: “Ik vind het wel belangrijk dat u tussen uw tanden schoonmaakt om de ontsteking te bestrijden. Zonder deze reiniging gaat de ontsteking onmogelijk weg. Ik stel voor dat ik u een flosstechniek laat zien die vrij eenvoudig is. Mocht dit echt niet lukken, dan kan ik samen met u bekijken wat er voor u wel werkt. Lijkt u dat wat?” Zo kunt u op een nette manier samenkomen zonder dat de patiënt zich gepasseerd voelt.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van de training Omgaan met weerstand, door Willeke van Essen voor Edin Dental Academy.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z
Drugsverslaafden

Drugsverslaafden hebben 3,5 tanden minder

Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat drugsgebruik van grote invloed is op de mondgezondheid. Drugsverslaafden hebben gemiddeld 3,5 tanden minder, een verhoogd risico op cariës en zijn vatbaarder voor parodontitis.

Grootschalig onderzoek
Een grootschalig onderzoek door de Universiteit van Queensland waarin 28 internationale studies tegen het licht zijn gehouden en de gegevens van 4086 patiënten zijn geanalyseerd, leverde bovenstaande resultaten op.

Doorslaggevend voor de verminderde mondgezondheid is, naast het gebruik van de drugs zoals cocaïne, crystal meth of cannabis, de slechte levensstijl van de drugsverslaafden. Bijverschijnselen van drugsgebruik zijn het verwaarlozen van de mondverzorging, eetbuien en ondervoeding. Deze dragen bij aan een slechte gebitsgesteldheid, bruxisme, een droge mond en tandvleesproblemen.

Rol tandartsen
Tandartsen spelen een belangrijke rol bij de mondzorg van verslaafden. Een tandarts kan de gevolgen van drugs op het gebit vaststellen en waarschuwen voor de verwoestende gevolgen en de risico’s van drugsgebruik. Dit kan natuurlijk door een indringend gesprek met de patiënt in kwestie, maar tegenwoordig zijn er ook andere manieren!

Facebook
Tandarts Howard Farran maakte de gevolgen van jarenlang cocaïnegebruik voor iedereen zichtbaar door een afschrikwekkende foto op zijn Facebookpagina te zetten.

De foto toont de perforatie van het gehemelte in de vorm van een groot zwart gat, waardoor de patiënt grote hinder ondervindt met eten en praten.

drugsverslaafden

Bron:
Addiction Journal

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
mondkanker

Grotere kans op depressiviteit bij oudere patiënten met mondkanker

Oudere patiënten met mondkanker hebben een grotere kans op depressiviteit, blijkt uit nieuw onderzoek.

Onderzoek
Het onderzoek werd onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke blad Gerodontology. De resultaten van het onderzoek toonden aan dat mannen boven de vijftig die aan mondkanker leden, 56% meer kans hadden om in het ziekenhuis opgenomen te worden wegens depressie. Volgens de Britse Oral Health Foundation komen deze emotionele problemen vanwege de hevige gevolgen van de behandeling van de mondkanker die invloed hebben op het vermogen om te eten, drinken en ademhalen. Dr. Nigel Carter van de Oral Health Foundation zei er het volgende over: “De aard van de behandeling van mondkanker is een groot punt, het kan degenen die eraan lijden simpele dingen weg nemen die we vaak als vanzelfsprekend beschouwen, zoals het hebben van een simpele conversatie.”

Oproep
De Oral Health Foundation roept vrienden en familie van patiënten op om zoveel mogelijk emotionele steun te bieden, ook omdat dit helpt bij het nemen van belangrijke beslissingen over de behandeling van de kanker. “De emotionele staat van een persoon heeft een grote impact op het verloop van de ziekte. Onderzoek toont aan dat mondkankerpatiënten die aan een depressie lijden minder snel kiezen voor belangrijke behandelopties die benodigd zijn voor een positief resultaat”, aldus Nigel Carter, voorzitter van de Oral Health Foundation.

Bron:
Gerodontology
Dental Health

 

 

 

 

 

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
13.000 jaar oude tanden met vulling gevonden

13.000 jaar oude tanden met vulling gevonden

In Italië is een paar voortanden gevonden van 13.000 jaar oud, mét vulling gemaakt van bitumen. Ook in de IJstijd waren er dus al tandartsen!

Archeologische vondst
De vondst van de voortanden werd gedaan op de archeologische vindplaats Riparo Fredian in de buurt van Lucca in Noord-Italië. Het gaat om de twee bovenste centrale snijtanden van één persoon.

Beide tanden hebben een groot gat aan de oppervlakte, dat zich uitstrekt tot in de tandholte. Volgens Stephano Benazzi, een archeoloog aan de Universiteit van Bologna, is dit vrij ongebruikelijk, niet iets wat je in normale tanden ziet.

Kleine tekens
Met verschillende microscopische technieken hebben Benazzi en zijn team de binnenkant van de gaten bekeken. Ze vonden een reeks kleine horizontale tekens, die er op duiden dat er holtes zijn geboord en vergroot, waarschijnlijk met kleine, stenen gereedschappen.

De tekens lijken op andere die Benazzi en zijn collega’s elders in Italië vonden op tanden van 14.000 jaar oud. Dit is het oudste voorbeeld van tandheelkunde bij de mens.

Sporen van bitumen
Nieuw bij de laatste vondst is echter, dat de gaten sporen bevatten van bitumen met plantaardige vezels en haren. Benazzi denkt dat dit overblijfselen zijn van prehistorische vullingen. Het lijkt er op dat de planten en haren gelijktijdig met het boren zijn aangebracht. Het zijn dus geen etensresten.
Waarschijnlijk werden de holtes uitgeboord en met bitumen gevuld om de pijn te verminderen en om voedsel uit de tandholte te houden. Net als in de moderne tandheelkunde dus!

Antiseptisch middel
Volgens Claudio Tuniz, een archeoloog aan de Universiteit van Wollongong in Australië zijn de bitumen, samen met enkele medicinale planten, gebruikt als een antiseptisch middel.
Deze tanden laten volgens hem zien dat de mens al tandartspraktijken had ontwikkeld voordat we voedingsmiddelen zoals granen en honing gingen produceren. Deze voedingsmiddelen worden verantwoordelijk gehouden voor een dramatische toename van tandheelkundige problemen.

Verandering in voedingspatroon
Tijdens het Paleolithicum, toen de eigenaar van deze tanden leefde, onderging Europa grote culturele veranderingen, zoals de komst van nieuwe mensen vanuit het Nabije Oosten. Volgens Benazzi kunnen ze nieuwe soorten voedsel hebben meegebracht, wat tot meer gaatjes heeft geleid.

“Deze verandering in het voedingspatroon en het ontstaan van gaatjes kunnen hebben geleid tot tandheelkunde,”

Bron:
Wiley Online Library

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Dental Expo maart 2018

Dental Expo maart 2018: dé ontmoetingsplaats voor de dentale markt

De gehele dentale markt komt wederom samen op Dental Expo op 08, 09 & 10 maart 2018 in Amsterdam RAI. Naast de presentatie van marktgerelateerde producten en diensten op de beursvloer, vindt ondersteuning plaats door workshops en seminars waar professionals innovaties en nieuwe ontwikkelingen vertonen.

Platform
Dental Expo is het platform in Nederland dat de industrie, de handel en de tandheelkundige professie met elkaar verbindt, een plaats waar ontwikkelingen en noviteiten uit de gehele markt getoond wordt. Tandartsen, tandartsassistenten, mondhygiënisten, tandtechnici, laboratorium- en praktijkeigenaren en tandheelkundige specialisten ontmoeten elkaar in Amsterdam om van gedachten te wisselen over de continue bewegende markt en hen toekomstvisie hierover te delen.

Nieuwe organisator
Protex BV heeft recent de organisatie van Dental Expo overgedragen aan Easyfairs Nederland BV, een wereldwijde, toonaangevende event organisator.

“Wij zijn ervan overtuigd dat we Dental Expo met onze ruime ervaring tot een nog completer event kunnen maken en kijken uit naar een professionele samenwerking met de dentale markt om dit te realiseren”, aldus Mathilde Koniuszek, Head of Events bij Easyfairs Nederland BV.

Rob Simoons van Protex BV zal als adviseur betrokken blijven bij de organisatie van Dental Expo 2018. Dental Expo vult het Easyfairs portfolio aan dat reeds toonaangevende evenementen organiseert in de healthcare & medical sector zoals Dentex (Brussel en Algerije), Health & Care (Gent), Maghreb Pharma (Algerije) en Soins & Santé (Namur).

 

Lees meer over: Dental Expo, Markttrends, Producten, Thema A-Z
implantaten onderkaak

Zwaar roken verlangzaamt genezing implantaten in onderkaak

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat zwaar roken problemen met dentale implantaten in de onderste kaak kan veroorzaken.

Onderkaak
Dat roken slecht is voor de gezondheid is algemeen bekend. Er zijn echter weinig studies die de effecten op de onderkaak hebben bestudeerd. Onderzoekers van het ziekenhuis van de Xi’An Jiaotong universiteit in China deden dit wel.

Genezing van botten
De studie bekeek hoe goed de botten genezen op het moment dat de kiezen van de onderste kaak worden vervangen door implantaten, zowel bij rokers als bij niet-rokers. Hieruit bleek dat bij zware rokers de botten rondom de implantaten langzamer genezen dan bij niet-rokers. Na drie maanden is het genezingsproces echter wel weer op peil. Alsnog wordt er meer van de botten verloren rondom de implantaten dan bij niet-rokers.

Effect van roken op implantaten
De conclusie van het onderzoek luidt dat roken weinig effect heeft op het algemene succes van implantaten. Het kan echter wel nodig zijn voor tandartsen om het plan voor implantaten te veranderen voor patiënten die roken.

Bron:
Journal of Oral Implantology

 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
angst bij kinderen

Nieuwe zelfhulpgids verlaagt angst bij kinderen voor tandartsbezoek

Een nieuwe zelfhulpgids kan de angst bij kinderen voor het tandartsbezoek verlagen en verhelpen.

Universiteit van Sheffield
Studenten en hoogleraren aan de Universiteit van Sheffield hebben de zelfhulpgids ontwikkeld aan de hand van ‘Cognitive Behavioural Therapy technieken’. Hij is online of in papier versie beschikbaar en beschikt over verschillende middelen. Ruim een derde van de kinderen ervaart angst voor de tandarts. Als deze angst zich blijft ontwikkelen zullen ze regelmatig tandartsbezoek vermijden in de toekomst. The ‘National Institute for Health Research’ heeft het project gefinancierd met de hoop een goedkopere oplossing te vinden om de angst bij kinderen verminderen. Zoe Marshman, woordvoerder van de University’s School of Clinical Dentistry zei het volgende: “Momenteel worden veel kinderen verdoofd als behandeling voor de angst, dit is een traumatiserende ervaring voor de kinderen en de kosten ervan zijn hoog.”

Resultaten
Het team werkte samen met 48 families waar de zelfhulpgids getest werd. De gids bestaat uit verschillende middelen die kinderen zelf keuze geven, veel informatie beschikbaar stellen en bijdragen aan het vermijden van vervelende gedachtes. De verschillende middelen van de gids zijn onder andere; het schrijven van een berichtje naar je tandarts, een stressbal vasthouden en het kiezen van je eigen beloning. Uit de test bleek dat ruim zestig procent van de kinderen een stuk minder bezorgd was over het tandartsbezoek na het gebruiken van de gids.

Het team streeft ernaar om de gids verder te ontwikkelen en de mate van rendabiliteit ten opzichte van andere behandelingen te bepalen.

Bron: Medicalxpress

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Pijn | Angst, Thema A-Z
patiënten met hiv

Geen voorzorgsmaatregelen in de praktijk nodig voor patiënten met HIV

De German Dental Association heeft een video gemaakt om te informeren over het behandelen van patiënten met HIV, HBV en HCV.

Onduidelijkheid
Er heerst nog vaak onduidelijkheid over de veiligheid van behandeling van patiënten met HIV. Veel tandartsen maken zich zorgen om besmettingsgevaar. Om deze onduidelijkheden op te klaren heeft de Duitse tandartsenberoepsvereniging (BZÄK) in samenwerking met de Duitse Aidshulporganisatie (DAH) een video en brochure gemaakt.

Reguliere hygiëne voorschriften
Uit de Duitstalige video wordt duidelijk dat er geen extra maatregelen genomen hoeven te worden voor het behandelen van HIV-patiënten zolang de reguliere algemene hygiëne voorschriften worden nageleefd. Mocht er sprake zijn van ongevallen waarbij er infectiegevaar dreigt, dan kan het risico geminimaliseerd worden door onmiddellijk actie te ondernemen maar door de therapieën van tegenwoordig zijn de meeste patiënten niet meer infectieus.

Meer interessante feiten en belangrijke informatie is terug te vinden in de brochure: Geen angst van HIV, HBV en HCV. Zie hieronder de Duitstalige video.

Bron:
Youtube

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z, Video
Intraveneuze sedatie door de tandarts

Intraveneuze sedatie door de tandarts

Een nieuwe ontwikkeling binnen Nederland is de intraveneuze sedatie die meer controle geeft over de duur en diepte van de sedatie.

Hierdoor zijn uitgebreide parodontale en implantologische behandelingen – ook voor de aller angstigste volwassenen – binnen handbereik zonder dat narcose nodig is.

Tijl van den Berg, tandarts implantoloog, sprak tijdens het 80-jarig lustrumcongres van de NVvP.

Doe de quiz: Test uw kennis over intraveneuze sedatie

Bron:
YouTube, NVvP

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z, Video