promotie

Dagmar Else Slot hoogleraar Preventie in de mondzorg

Per 1 september 2020 is Dagmar Else Slot benoemd tot hoogleraar ‘Preventie in de mondzorg, in het bijzonder de klinische toepassing’, bij de  Vrije Universiteit Amsterdam (VU). Zij is in Nederland de eerste mondhygiënist die benoemd is als hoogleraar. Ze is verbonden aan de sectie Parodontologie van het Academisch Centrum voor Tandheelkunde (ACTA).

ACTA-wetenschapper dr. Dagmar Else Slot is een internationaal gerenommeerd onderzoeker op het gebied van de preventieve mondzorg, in het bijzonder interventies in de dagelijkse mondzorgpraktijk en mondhygiënische zelfzorg. De leerstoel richt zich op preventie van ziekten van de harde en zachte mondweefsels. Alledaagse mondverzorging doet iedereen, toch zijn nog lang niet alle effecten van tandenborstels, tandpasta, interdentale hulpmiddelen en spoelmiddelen ontrafelt.
Slot heeft een groot aantal klinische studies gedaan op het gebied van preventie en behandeling van parodontale aandoeningen. Met haar specifieke expertise van systematische reviews over preventieve mondverzorging adviezen en instructies van mondzorgverleners aan patiënten, heeft zij ook bijgedragen aan internationale werkgroepen en richtlijnen.

Achtergrond

Dr. Dagmar Else Slot (1975) is mondhygiënist, onderwijsdeskundige, klinisch epidemioloog en volgt op dit moment een MBA in healthcare management. In 2015 promoveerde zij aan de Universiteit van Amsterdam op onderzoek naar preventie van gingivitis en behandeling van parodontitis middels chloorhexdine gels en lasers. Tot haar benoeming was ze universitair hoofddocent bij de sectie Parodontologie en ad interim sectievoorzitter van sectie Kindertandheelkunde van ACTA. Ze is internationaal gezien (co)auteur van meer dan 120 peer-reviewed publicaties, ontving diverse prijzen voor haar wetenschappelijke oeuvre en is een zogenoemde “well known dental hygienist”.

Fenna Diemer-Lindeboom leerstoelen programma

Zij is aangesteld in het kader van het Fenna Diemer-Lindeboom leerstoelen programma bij de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). De VU wil met dit programma vrouwelijk wetenschappelijk talent spotten en hen vervolgens stimuleren om naar de top door te stromen. Op basis van haar uitgebreide wetenschappelijke oeuvre, grote internationale bekendheid, ruime onderwijsvaardigheden en managementkwaliteiten werd dr. Dagmar Else Slot vanuit ACTA voorgedragen voor deze bijzondere leerstoel.

Bron:
ACTA

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
samengaan-ANT-en-KNMT

KNMT en ANT tekenen intentieverklaring samengaan

Met het ondertekenen van een intentieverklaring hebben de besturen van KNMT en ANT maandag 6 juli het voornemen om een fusie van beide verenigingen tot stand te brengen bekrachtigd. De twee beroepsverenigingen van tandartsen, mka-chirurgen en orthodontisten willen per 1 januari fuseren, mits de leden van beide verenigingen daarmee instemmen.

In de verklaring spreken KNMT en ANT uit dat ze een toekomstbestendige vereniging voor ogen hebben, onder de naam KNMT, die de tandarts en de tandarts-specialist als ondernemer centraal stelt in hun regierol voor de mondzorgsector. “Eén krachtige vereniging is nodig om de beroepsgroep sterk te kunnen vertegenwoordigen op het politiek-bestuurlijke krachtenveld” zeggen de KNMT en ANT.

De partijen willen samengaan op basis van gelijkwaardigheid en de sterke punten van de twee verenigingen behouden. Om daarvoor te zorgen willen beide besturen bij de start van de nieuwe organisatie aanblijven. Op het moment van de fusie zal de huidige KNMT-voorzitter Wolter Brands tot uiterlijk 1 juli 2022 voorzitter zijn en Jan-Willem Vaartjes, nu voorzitter van de ANT, tot uiterlijk 1 januari 2022 vice-voorzitter.

De nu genomen stappen volgen op een eerste verkennende fase om een mogelijk samengaan van de twee beroepsverenigingen te onderzoeken. De intensieve samenwerking tussen beide verenigingen gedurende de COVID-19 crisis bracht met zich mee dat er werd nagedacht over hoe de toekomst van de mondzorg er uit zou komen te zien, en vooral, hoe de belangen van de tandarts het best konden worden behartigd. Met het ondertekenen van de intentieverklaring hebben ze de volgende stap in de samensmelting van de beide beroepsverenigingen gezet.

De komende periode werken de besturen aan de nadere invulling van het samengaan. “Inspraak van en draagvlak bij de leden is daarbij cruciaal. Beide verenigingen zullen hiervoor volop de ruimte bieden. In algemene vergaderingen die zowel KNMT als ANT houden, moeten de leden uiteindelijk het samengaan officieel goedkeuren”, zeggen de beroepsverenigingen.

Lees ook: KNMT en ANT verkennen samengaan

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Monique van der Veen benoemd tot hoogleraar monitoring mondgezondheid en preventie

Monique van der Veen benoemd tot hoogleraar monitoring mondgezondheid en preventie

Per 1 september 2020 is Monique van der Veen benoemd tot hoogleraar ‘Monitoring in Mondgezondheid en Preventie’ bij de sectie Preventieve Tandheelkunde van ACTA aan de Vrije Universiteit in het kader van een Fenna Diemer Lindeboom leerstoel.

Monique van der Veen doet onderzoek naar monitoring binnen de mondgezondheid en gepersonaliseerde preventie die zich richt op individuen of specifieke groepen in de samenleving. Gepersonaliseerde preventie kan baat hebben bij het gebruik, aan de stoel of thuis, van diagnostische hulpmiddelen die inzicht geven in de mondgezondheid of afwijkingen daarvan. Dergelijke hulpmiddelen helpen de mondzorgprofessional bij het detecteren van veranderingen in de risicostatus, bijvoorbeeld wanneer cariës of parodontale aandoeningen zich ontwikkelen. En het helpt patiënten hun eigen mondgezondheid te controleren.
Een fluorescentiecamera is zo’n monitoring systeem. Daarmee worden veranderingen in het orale ecosysteem door pathogene triggers zichtbaar gemaakt voordat klinische ziektesymptomen zich manifesteren. Het gebruik van big-data-algoritmen kan het onderzoek vooruithelpen doordat we ontdekken op wie we ons moeten richten voor preventieve zorg.

Achtergrond

Dr. Ir. Monique van der Veen studeerde technische natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij aansluitend promoveerde op de ontwikkeling van een diagnostisch hulpmiddel voor het detecteren en beoordelen van wortelcariës op basis van fluorescentie. Sinds 2007 is zij werkzaam bij ACTA, waar haar onderzoek is ingebed in het onderzoeksprogramma Orale Infecties & Ontsteking van ACTA, in de sectie Preventieve Tandheelkunde van de afdeling Mondgezondheidswetenschappen. Daarnaast is ze docent aan de opleiding Mondzorgkunde van hogeschool Inholland.

Fenna Diemer-Lindeboom leerstoelen programma

Zij is aangesteld in het kader van het Fenna Diemer-Lindeboom leerstoelen programma bij de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). De VU wil met dit programma vrouwelijk wetenschappelijk talent spotten en hen vervolgens stimuleren om naar de top door te stromen.

Bron:
ACTA

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Pokemon smile

Pokémon helpt kinderen tanden poetsen

Kinderen motiveren om hun tanden te poetsen kan lastig zijn, maar met de mobile app Pokémon Smile maakt Nintendo tanden poetsen leuk.

Pokémon Smile is het nieuwste spel uit de bekende videospellenserie van Nintendo. Waar spelers normaal gesproken op zoek gaan naar verschillende Pokémon om toe te voegen aan hun vechtersteam, moeten ze in Pokémon Smile de beestjes bevrijden van schadelijke bacteriën.

De mobile app werkt met behulp van de camera op de smartphone van de kinderen of hun ouders. Deze herkent de poetsbewegingen van de kinderen. Door goed te poetsen kunnen de kinderen de bacteriën verslaan en de Pokémon redden. In totaal kunnen kinderen honderd verschillende beestjes redden en verzamelen. Hierdoor komen kinderen maar al te graag terug naar het spel, aldus Nintendo. Tanden poetsen wordt op deze manier iets om naar uit te kijken.

Extra functionaliteiten

Het redden van de Pokémon door goed te poetsen is het voornaamste doel van het spel, maar er zijn nog meer subdoelen en functionaliteiten die kinderen helpen en motiveren bij het verzorgen van hun gebit. Zo kunnen spelers decoratieve (digitale) hoedjes en petten verzamelen, en de titel Brushing Master verdienen. Nog maar eens twee manieren waarop kinderen gemotiveerd worden hun tanden regelmatig te poetsen.

Er zijn echter ook functionaliteiten die weinig weg hebben van gamification, maar nog steeds goed van pas kunnen komen. Ouders kunnen bijvoorbeeld drie maal daags herinnerd door een notificatie herinnerd worden dat hun kind moet poetsen. Daarbovenop biedt de app ook nog eens handige tips en adviezen die kinderen helpen beter te poetsen.

Plezier als motivator

Al deze functionaliteiten zijn bedoeld om ouders en kinderen te helpen met het gezond houden van het gebit van de kinderen. Of het voor ieder kind de sleutel is tot een goed gebit, is nog maar de vraag. Maar wat zeker is, is dat veel kinderen extra plezier zullen beleven aan het poetsen van hun tanden. Uiteindelijk is dat natuurlijk de ultieme motivator.

Bron:
The Pokémon Company

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne
Behandeling van coronapatiënten: volg de protocollen

Behandeling van coronapatiënten: volg de protocollen strikt op!

De afgelopen maanden konden coronapatiënten voor spoedeisende mondzorg terecht bij de Corona-centra Acute Mondzorg (CAM).Vanaf 1 juli moeten coronapatiënten met spoedklachten weer in reguliere mondzorgpraktijken behandeld worden. Wat vraagt de behandeling van een coronapatiënt van een tandarts? dental INFO vroeg het aan CAM-tandartsen Paul Voorbraak en Carmen Brinkcate.

Coronacentra Acute Mondzorg

Na de uitbraak van corona werden twaalf tandartspraktijken verspreid over Nederland toegerust voor de behandeling van patiënten met (mogelijk) corona. Deze Coronacentra Acute Mondzorg kregen de beschikking over de benodigde beschermingsmiddelen en een protocol: de Leidraad Mondzorg Corona. Als een tandartspraktijk te maken kreeg met een patiënt met mogelijke coronaklachten die acute mondzorg nodig had, dan kon contact worden opgenomen met een CAM. In overleg werd dan besloten of het nodig was om de patiënt door te sturen. Soms zag de patiënt er zelf vanaf, bijvoorbeeld omdat hij de reistijd te lang vond.
Omdat het aantal coronapatiënten fors gedaald is en er geen tekort meer is aan beschermingsmiddelen, zijn vanaf 1 juli tandartsen weer zelf verantwoordelijk voor de behandeling van spoedklachten bij coronapatiënten. Het gaat hierbij nadrukkelijk om spoedeisende klachten. Er zal geen reguliere mond-zorg aan coronapatiënten geboden worden.

Ervaringen

Paul Voorbraak werkt bij de CAM-praktijk in Lelystad en Carmen Brinkcate in Tubbergen. Zij willen graag hun ervaringen delen over de behandeling van coronapatiënten. Beide praktijken hebben de nodige patiënten gehad met corona-klachten. Carmen: ‘Ik heb binnen het triagesysteem ongeveer 40 meldingen gehad. Daarvan zijn er na telefonisch overleg met de verwijzende tandarts ongeveer 16 in de praktijk behandeld. Het soort behandelingen varieerde erg, van extracties tot endostart en abcesincisie.’ Paul: ‘Ik heb 68 telefonische meldingen binnen gekregen, daarvan hebben we zo’n 35 mensen gezien. De helft van de behandelingen waren extracties, verder waren er veel wortelkanaalbehandelingen, acute tandvleesproblemen, die ook tot zware pijnklachten leidden en uitgevallen vullingen en kronen.’

Leidraad Mondzorg Corona

Beide tandartsen zijn erg te spreken over de Leidraad Mondzorg Corona. Carmen: ‘De werkinstructie voldeed mijns inziens goed. Voor de eerste patiënt zich meldde, hebben mijn assistente met wie ik de CAM-patiënten deed en ik het protocol meerdere keren van A tot Z doorgelopen. Dit om eventuele problemen tijdig te kunnen ondervangen. Toen de eerste patiënt zich meldde verliep de behandeling dan ook voorspoedig. De werkinstructie geeft een zeer compleet overzicht van hygiënerichtlijnen, ook voor behandeling in de reguliere praktijk.’ Paul: ‘Ik vond de leidraad echt snel en goed geschreven. We hebben er wel een beetje een eigen draai aan gegeven. De plastic operatieschorten die werden aangeleverd door het ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorgketen) bijvoorbeeld, vind ik niet voldoende beschermen. Wij implanteren in onze eigen praktijk en hebben een o.k., dus wij hebben volwaardige o.k.-jassen aangetrokken.’

Ervaring als CAM-arts

Het werken als CAM-tandarts was een unieke ervaring. Spannend, maar het gaf ook veel voldoening Carmen: ‘Ik heb het werk als CAM-tandarts als zeer plezierig ervaren. De meeste patiënten waren goed voorbereid en erg blij dat ze toch ergens terecht konden voor behandeling. Ze wisten van tevoren dat we volledig ingepakt ons werk zouden doen. Wat vooral belangrijk was, was de triage en het overleg met de eigen tandarts. Hierdoor is goed in te schatten om welk soort behandeling het zou gaan en wat we klaar moesten zetten. Soms werd de behandeling toch anders, daar probeerden we van tevoren zo goed mogelijk rekening mee te houden. Je mag namelijk de behandelkamer niet meer uit tot de patiënt weg is en alles is ontsmet. De voorschriften waren goed uitvoerbaar, dat kwam ook omdat we ons van tevoren goed hadden voorbereid met de beschikbare werkinstructie en infectiepreventieprotocollen.’ Paul: ‘We hebben de CAM-werkzaamheden met zijn drieën uitgevoerd in de praktijk. Mijn moeder en ik zijn tandarts en mijn zusje is mondhygiënist. Per klacht hebben we gekeken wie wat zou kunnen doen en wie er als achterwacht fungeerde. Er komt wel veel voorbereiding bij kijken, want je moet superschoon en steriel werken. De assistent is echt een half uur bezig om de kamer in gereedheid te brengen. Veel lof voor het team trouwens, ook voor de assistenten die de kamers hebben voorbereid en de balie. De klacht wordt eerst ‘uitgetriageerd’, zodat je weet welke spullen je moet klaarleggen. Je moet ook iemand voor de omloop hebben, die spullen door het doorgeefluik kan aangeven. Je moet je hoofd er goed bij houden; je doet niet even een coronapatiënt. Wij hebben een aparte ingang voor coronapatiënten, dat is niet verplicht, maar wordt wel geadviseerd. De patiënt mag ook niet in de gemeenschappelijke ruimten komen. Dat is wel lastig als hij naar de wc moet. ‘

Kostenvergoeding

Waar Paul matig over te spreken is, is de kostenvergoeding: ‘Het is een soort liefdadigheidswerk geweest. De vergoeding die we gehad hebben kwam nota bene vanuit de beroepsvereniging. ZN (Zorgverzekeraar Nederland) heeft de CAM tot nu toe niet gesteund in zijn werkzaamheden. En dat terwijl het echt heel veel extra tijd kost. Praktijken krijgen straks ook geen bijdrage voor de aanschaf van de benodigde beschermingsmiddelen.’

Reguliere praktijken

Beide CAM-tandartsen denken dat de ‘gewone’ praktijken in principe de behandeling van coronapatiënten wel aankunnen. Carmen: ‘Ik denk dat het goed mogelijk is om in de reguliere praktijk coronapatiënten te behandelen. Wel is het hierbij zaak de hygiëneprotocollen nauwkeurig na te leven. Ook moet er voldoende verstrekking van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn, zodat een ieder goed beschermd te werk kan gaan.’ Paul: ‘De werkinstructie is haalbaar in elke praktijk, maar je moet je er wel echt in verdiepen en je moet er extra materialen voor aanschaffen. O.k.-jassen, FFP2-maskers, mutsen, dat zijn dingen die niet alle tandartsen standaard in huis hebben. Het materiaal is inmiddels wel verkrijgbaar, maar de kans dat je een CAM-patiënt krijgt is voor een gemiddelde praktijk maar heel klein. Maar ja als er een patiënt komt, moet je die materialen wel hebben. Dat betekent dat heel veel tandartsen disposables in huis moeten gaan halen voor die ene coronapositieve patiënt die echt niet uitgesteld kan worden totdat de klachten voorbij zijn. Ik weet dat er inmiddels initiatieven zijn om coronapatiënten per regio alleen in bepaalde praktijken te laten behandelen, zodat niet alle praktijken zich hierop hoeven voor te bereiden.’

Tips

Hebben de CAM-tandartsen nog tips voor de reguliere praktijken? Carmen: ‘Zorg dat de patiënt op een rustig moment komt, bij voorkeur aan het einde van de dag. Dan is er tijd en ruimte om na de behandeling de kamer en looproute grondig te ontsmetten, zonder dat er een risico is voor andere patiënten. Ook kun je rustig te werk gaan en de infectiepreventieprotocollen goed naleven.
Zorg voor een zeer goede triage en neem zelf contact op met de patiënt. Je kunt als tandarts vaak net iets duidelijker uitvragen wat er aan de hand is en inschatten welke behandeling er gaat volgen. Een goede voorbereiding maakt het minder spannend voor iedereen. Leg de patiënt ook uit wat je van hem of haar verwacht: buiten wachten, mondkapje op, niks aanraken, alleen mee naar binnen etc.’
Paul: ‘In het begin is het best wel eng als je dit moet gaan doen, omdat je zelf wel een verhoogde kans hebt om besmet te raken. Maar als je je goed aan de protocollen houdt, dan komt het echt wel goed. Als je goed schoon werkt en de kamer goed schoonmaakt, dan is het extra risico echt gering’.

Lees de Leidraad Mondzorg Corona 4.0 met werkinstructie Spoedzorg COVID-19 op de website van de KNMT

Door: Yvette in ’t Velt

Lees meer over: Corona, Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Steun in roerige tijden met mindfulness en de cirkel van invloed

Wat een impact heeft het coronavirus op het werk in de mondzorgkunde. De werkwijze in de praktijk is veranderd. Protocollen, flowcharts en alle maatregelen, die daarbij horen. Niet alleen de anderhalve meter afstand. Maar ook de beschermings- en schoonmaakmaatregelen. De planning in de agenda, de omgang met de patiënt en de samenwerking met collega’s.

Veranderingen die veerkracht van je vragen, flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Hoe is dat voor jou? De twee interventies die je hiervoor kunt gebruiken zijn mindfulness en de cirkel van invloed en betrokkenheid van Steven Covey.

Geen invloed: cirkel van betrokkenheid

De cirkel van betrokkenheid betreft alle zaken om je heen en waar jij in meer of mindere mate bij bent “betrokken” en die jou beïnvloeden. Jij bent betrokken bij de gehele organisatie van de praktijk en alles wat daarbij hoort. Deze factoren, die van buitenaf komen hebben invloed op jou. Denk hierbij aan de coronacrisis, de protocollen, de cliënten die angstig zijn, de financiële situatie etc. Je bent emotioneel betrokken, het kost je energie en je kunt de situatie of hoe een patiënt zich opstelt niet veranderen. Je hebt daar geen invloed op. Door in deze cirkel te blijven, help je jezelf niet.

Wel invloed: cirkel van invloed

De cirkel van invloed betreft wat jij aan de situatie kunt veranderen, waar kun jij wel invloed op hebt. Maar hoe doe je dat. Hoe zet je de praktijk weer op? Wat en wanneer evalueer je? Overleg je met collega’s over je eigen persoonlijke situatie? Wat zijn je sterke punten en wat zijn je valkuilen? Wat kun je zelf veranderen waardoor je effectiever werkt en goed voor jezelf zorgt zodat je vitaal blijft? Hoe maak je je cliënt mede verantwoordelijk om veilig te werken? Jij bent proactief en hebt invloed op hoe je omgaat met situaties en je maakt een keuze hoe je reageert in verschillende situaties. Zie dit als een stap in persoonlijke ontwikkeling.

Heb de moed te veranderen wat je kunt veranderen.
Heb de sereniteit te aanvaarden wat je niet kunt veranderen.
Heb de wijsheid om het verschil tussen beide te herkennen.

Franciscus van Assisi (1182-1226)

Oefening

Teken twee grote cirkels – één voor de cirkel van betrokkenheid en één voor de cirkel van invloed – en zet je jezelf virtueel in het midden (zie figuur). Schrijf in beide cirkels de punten op die betrekking hebben op jou en de huidige situatie.

Mindfulness

Kitty Jacobs schreef eerder een artikel over mindfulness op dental INFO: Mindfulness, vitaal en met plezier op het werk
Met mindfulness blijven de twee cirkels niet alleen cognitief, maar kun je ze in je gehele systeem opnemen, cognitief, fysiek en emotioneel en je in een proces van bewustwording en interne motivatie brengt.

Oefening

Neem de tijd om rechtop te zitten, te staan of te liggen in rugligging met aandacht voor je in-en uitademing. Adem en Aandacht gaan samen met de beweging van je borstkas en buik, het rijzen en het dalen.

  • Doe 7-10 ademhalingen in aandacht.

A. Vervolgens vraag je je af: waar heb ik geen invloed op in de praktijk?

Je kiest een onderwerp uit het lijstje van de cirkel van betrokkenheid, waar je geen invloed op hebt. Om dit te accepteren met de positieve en negatieve gevoelens die daarbij horen, ga je verder met de meditatie. Hoe doe je dat? Houd de aandacht bij dit onderwerp en wees je bewust van wat je hierbij denkt en voelt. Bijvoorbeeld weerstand, stress of iets anders. Neem daar tijd en aandacht voor door een aantal keren te ademen en bij elke uitademing te denken “deze afspraken accepteer ik”. Dit te oefenen, in te zien en te accepteren geeft ruimte. Je hebt nu dit onderwerp een plek gegeven en losgelaten. Hier heb je geen invloed op.

B. Waar heb je wel invloed op?

Waarin kun je je proactief opstellen? Dan is het belangrijk om helder te krijgen hoeveel en welke impact een situatie op jou heeft. Check jezelf. Luister naar de signalen van je lichaam en geest en neem deze serieus. En kies een onderwerp, wat je hebt opgeschreven in de cirkel van invloed en wat prioriteit heeft. Gedachten brengen gevoelens met zich mee. Deze hebben een uitweg nodig. Met mindfulness creëer je een moment van stilte en bewustwording, hiermee meer helderheid. En kun je keuzes maken en je proactief opstellen.

Adem een aantal keren diep in en uit en wordt je bewust van het onderwerp en de emoties/gevoelens die het met zich meebrengt

Geef jezelf een paar minuten van “zijn”, ervaar en onderken waar je hinder van ondervindt en adem rustig in en uit, een aantal keren.
Het vasthouden van deze gevoelens zijn niet helpend, het geeft alleen meer stress en spanning in je lichaam en geest. Dus laat ze gaan en zet figuurlijk een stap naar achteren. Om met enige afstand naar de situatie te kijken en nieuwe keuzes te ontdekken, creatieve oplossingen op te laten poppen. Je zet een andere bril op!

  • Wat kun jij doen om de situatie te beïnvloeden?
    Je kunt invloed hebben door de gevoelens die steeds weer opnieuw ontstaan bij je, eerder te herkennen en te erkennen. Zo kunnen ze minder lang als een patroon invloed op je hebben. Deel deze ervaringen met jezelf, door ze op te schrijven of deel ze met je collega’s.

Het acceptatieproces is nu begonnen en er ontstaan keuzes om hiermee om te gaan.
Wanneer je ervaringen deelt met je TEAM komen er vaak vele nieuwe gezichtspunten.
Het team staat niet alleen voor de groep van collega’s maar ook voor:
Together Everyone Accomplishes More

  • De kracht van de herhaling
    Doe deze oefeningen meerdere keren per week, zodat je er vaardiger in wordt.
    Met aandacht en bewustwording ontwikkel je je als professional in zelfzorg, zelfmanagement en maak je de juiste keuzes voor lichaam en geest, zodat je vitaal en met plezier blijft werken in de praktijk.

Door:

Kitty-JacobsKitty Jacobs. Sinds 1980 werkzaam als oefentherapeut Mensendieck, nu als docent Oefentherapie Hogeschool van Amsterdam en als ergonomisch adviseur in mondzorgpraktijken. Zij werkte van 2008 tot 2018 op het ACTA als Docent Ergonomie. Zij is coach en gecertificeerd mindfulnesstrainer (VMBN cat.1). Coacht zowel groepen als individuen preventief als curatief met zowel fysieke als mentale problematiek. Kwaliteitsgeregistreerd oefentherapeut, www.trihodos.nl.

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
halitose

Voor diagnose en behandeling halitose meestal geen protocol aanwezig in mondzorgpraktijk

Eén op de zeven mensen in Nederland heeft last van halitose, maar er lijkt nog steeds een taboe op te liggen. Hoe gaan mondhygiënisten om met halitose en werken zij met een protocol hiervoor? Sana Sidiqi, student mondzorgkunde aan Hogeschool Inholland, deed haar afstudeeronderzoek over dit onderwerp.

Doel onderzoek

Doel van het onderzoek was om te achterhalen wat bij mondhygiënisten in Nederland de werkwijze is voor en ervaring is met de behandeling van patiënten met halitose. Halitose is een onaangenaam ruikende geur van de mond, die negatieve gevolgen kan hebben op het sociale leven van de patiënt, maar goed te behandelen is. Sana heeft heel bewust voor dit onderwerp gekozen. Zij vertelt: “Tijdens verschillende stages viel het mij op, dat mondhygiënisten patiënten met een slecht ruikende adem niet snel benaderen en er meestal vanuit gaan, dat dit door paro-problematiek komt. Ik heb mij toen verder verdiept in dit onderwerp en kwam terecht bij een onderzoek van Yvonne Buunk-Werkhoven*. Er is vermoedelijk weinig gedaan met de resultaten van dit onderzoek. Om stappen te kunnen zetten in de richting van verbetering heb ik dit onderwerp opnieuw onderzocht.”

Resultaten

Aan het onderzoek hebben 103 mondhygiënisten deelgenomen. Zij kregen een vragenlijst toegestuurd over hun werkwijze en ervaring met betrekking tot halitose. Uit de antwoorden bleek onder andere dat 40,8% van de respondenten altijd let op halitose en dat 34% patiënten met halitose hierover informeert. 35,9% neemt het onderwerp halitose alleen mee in de anamnese wanneer de patiënt het zelf aangeeft.

Ruim 60% van de mondhygiënisten heeft nog nooit een patiënt met halitose doorverwezen, omdat zij vinden dat ze zelf voldoende zorg kunnen bieden of omdat ze niet op de hoogte zijn van eventuele verwijsmogelijkheden. Door 14,6% van de mondhygiënisten wordt de patiënt doorverwezen, wanneer eigen behandeling geen effect heeft.

Het opmerkelijkste resultaat vindt Sana dat bij 77,7% van praktijken waar mondhygiënisten werkzaam zijn geen protocol aanwezig is voor het vaststellen van de diagnose en de behandeling van halitose, terwijl 80,6% van de mondhygiënisten aangeeft dit wel wenselijk te vinden.

Online verdedigen

In verband met de coronamaatregelen kon Sana haar scriptie niet op de gebruikelijke manier verdedigen, maar gebeurde dit online. Sana vertelt hierover:

“Gelukkig ging dit erg goed. Het was wel anders dan het presenteren voor een klas, maar ik ben erg blij dat ik het op deze manier kon doen waardoor ik zo min mogelijk studievertraging oploop. Tijdens mijn verdediging werd ik door twee docenten beoordeeld op zowel de inhoud van mijn verdediging als mijn presentatie-skills. Tijdens het presenteren moest ik in de camera blijven kijken in plaats van naar mijn beeldscherm. Dit was moeilijker dan ik dacht, omdat ik erg geneigd was mijn docenten aan te kijken. Verder waren er ook medestudenten aanwezig. Van hen werd verwacht om actief deel te nemen en na afloop vragen te stellen.”

* Bij haar afstudeeronderzoek heeft Sana Sidiqi gebruik gemaakt van de vragenlijst uit een eerder onderzoek van o.a. Yvonne Buunk-Werkhoven: Buunk-Werkhoven, Y.A.B., Buls, J.G., Osinga, E. & Bruers, J.J.M. (2015). Diagnosis and treatment of halitosis by dental hygienists and dentists in the Netherlands. International Dental Journal, 65, 65-70. DOI 10.1111/idj.12145.

 

 

Lees meer over: Halitose (slechte adem), Thema A-Z
Onderzoek naar endodontische pijnverlichting

Nieuwe ICOP-richtlijn: classificatie van pijn

Pijn is complex en heeft verschillende gezichten. Er zijn verschillende behandelingen daarom is een classificatie belangrijk. Pijn wordt meestal gezien als een acuut symptoom van een trauma of een ziekte, tegenwoordig is ook aangetoond dat chronische pijn een ziekte op zich kan worden. Dit is een fundamentele verandering.
De verschillende diagnostische criteria zijn de sleutel voor de diagnose. Waarbij belangrijk is dat de psychologie ook wordt meegenomen in de classificatie. Met als voorbeeld, een pulpitis behandelen we anders dan een TMD.

Nieuwe ICOP-richtlijn

De nieuwe ICOP-richtlijn werd uitgebreid besproken door prof. Dr. Peter Stevensson, ‘’world leading expert’’ op het gebied van orafaciale pijn, tijdens het congres Pijn. Bekijk de ICOP-richtlijnen met classificatie van alle chronische pijnen.

Prof. dr. Peter Svensson studeerde af als tandarts in Aarhus, Denemarken in 1987. Hij promoveerde in 1993. In 2002 werd hij klinisch consultant bij het Departement of Oral Maxillofacial Surgery aan de Universiteit van Aarhus en in 2005 consultant bij het Danish Headache Center in Kopenhagen. Sinds 2005 is hij hoogleraar aan de Universiteit van Aarhus. Hij is Visiting Professor aan meerdere internationale universiteiten. Zijn onderzoek spitst zich met name toe op orofaciale pijnmechanismen, , trigeminusfysiologie, beeldvorming van het brein en TMD. Hij is Editor-in-Chief van het Journal of Oral Rehabilitation. Svensson heeft talrijke internationale publicaties op zijn naam staan en is wereldwijd een veelgevraagd spreker.

Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Prof. dr. Peter Svensson tijdens het congres Pijn van Bureau Kalker.

Lees meer over: Pijn | Angst, Richtlijnen

Interprofessionele samenwerking tussen tandarts en mondhygiënist: onder één fysiek of digitaal dak?

Mondhygiënisten vinden dat de samenwerking met de tandarts onder een digitaal dak moeizamer verloopt vergeleken met de samenwerking onder een fysiek dak. Dit blijkt uit kwalitatief, kleinschalig onderzoek van studenten Mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht.

Onderzoeksmethode

In dit beschrijvend kwalitatief onderzoek werden semigestructureerde interviews gehouden aan de hand van een opgestelde topiclijst. Hierbij is gekeken naar vier hoofdthema’s binnen de samenwerking, namelijk: bestuur, gezamenlijke doelen en visie, internalisatie en formalisatie. Met behulp van deze thema’s werd er onderzocht hoe mondhygiënisten de interprofessionele samenwerking met de tandarts ervaren en wat hun mening hierover is. De interviews werden opgenomen met een audiorecorder en het verzamelde audiomateriaal werd gebruikt voor het terugluisteren en woordelijk transcriberen van de interviews. De transcripten werden met behulp van de software Kwalitan in drie stappen geanalyseerd: open coderen, axiaal coderen en vervolgens selectief coderen.

Resultaten

Voor het onderzoek zijn er vier mondhygiënisten onder één dak (groep A) en drie mondhygiënisten onder een digitaal dak (groep B) geïnterviewd. De interviews zijn met zes deelnemers face-to-face uitgevoerd en met één deelnemer uit groep B via Skype.
Uit de analyse zijn vijf thema’s voortgekomen op basis van de gecodeerde fragmenten. Deze thema’s zijn passend bij het conceptuele model van D’amour et al. (2008), namelijk: bestuur, gezamenlijke doelen en visie, formalisatie en internalisatie. Daarnaast is er een nieuw thema voortgekomen uit het onderzoek namelijk, autonomie.


Klik hier voor vergrote versie

Tandarts als eindverantwoordelijke

Wat betreft het thema bestuur is uit de interviews onder andere gebleken dat bijna alle mondhygiënisten zowel in groep A als B, de tandarts als eindverantwoordelijke beschouwen en dit ook als prettig ervaren. Wel zijn de meesten van mening zelf verantwoordelijk te zijn voor uitgevoerde behandelingen en goed overleg met de tandarts hierbij van groot belang is.

Gelijke doelen en visie

De mondhygiënisten uit beide groepen zijn het er erover eens dat de doelen en visie van de mondhygiënisten en tandartsen gelijk zijn, met uitzondering van één mondhygiëniste in groep B die aangeeft zelfstandig te werken, zodat zij een eigen visie kan naleven.

Communicatie

De formalisatie met de tandarts wordt in groep A als zeer prettig ervaren. De directe communicatie en het persoonlijk contact wordt zeer gewaardeerd en maakt praktische zaken rondom patiënten gemakkelijk te regelen. Hier lopen mondhygiënisten in groep B tegenaan. De communicatie via brieven, e-mail en telefoon wordt als tijdrovend beschouwd. Daarnaast bemoeilijkt het de uitwisseling van patiëntengegevens zoals inzage in de röntgenfoto’s.

Uit de resultaten op het thema internalisatie blijkt dat de directe communicatie met de tandarts in groep A het gemakkelijk maakt voorbehouden handelingen af te stemmen. Ook blijkt dat, aangezien men elkaar voortdurend ziet en spreekt, er meer sprake is van teambuilding in de samenwerking. Bij groep B is het vaak lang wachten op antwoord van de tandarts bij het bespreken van patiëntenzaken en afspraken over overlappende taken. Dit vinden mondhygiënisten in groep B lastig en hier zouden ze graag een oplossing voor willen in samenspraak met tandartsen.

Autonomie

Tot slot is uit dit onderzoek een belangrijk nieuwe thema naar voren gekomen, namelijk: autonomie. Deze bevat factoren die niet binnen de vier thema’s van het conceptueel model passen. Eén van die factoren is de hoge werkdruk die mondhygiënisten in groep B ervaren, aangezien werken in een zelfstandige mondhygiënistenpraktijk meer administratieve druk oplevert. Dit in tegenstelling tot groep A, waarbij de mondhygiënisten die onder een dak met een tandarts werken geen administratieve druk wordt ervaren.

Conclusie

Uit dit kwalitatief onderzoek is gebleken dat mondhygiënisten van mening zijn dat de samenwerking tussen hen en de tandarts onder een digitaal dak (groep B) moeizamer verloopt met betrekking tot de directe communicatie en de uitwisseling van patiëntinformatie zoals röntgenfoto’s – die nodig zijn voor de behandelingen – vergeleken met de samenwerking onder één fysiek dak (groep A). De mondhygiënisten die onder een fysiek dak werken met een tandarts ervaren de directe communicatie als zeer prettig en bevorderend voor de behandelingen. De zelfstandige mondhygiënisten hebben te maken hebben met een hogere administratieve druk in vergelijking met de mondhygiënisten die onder één dak werken.

Poster ontwikkeld door:
Zhori Saleh en Jomana Al Samarrai, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
samen, afspraak, handen schudden

Samenwerkingsafspraken voor geregistreerd-mondhygiënisten bekend

Het experiment geregistreerd-mondhygiënist zal op 1 juli van start gaan. Om ervoor te zorgen dat dit zo goed mogelijk kan verlopen zijn er tussen de KNMT en ANT en de NVM-mondhygiënisten verschillende samenwerkingsafspraken gemaakt. Ook de titels veranderen: er zijn vanaf 1 juli twee officiële titels: mondhygiënist en geregistreerd-mondhygiënist.

Taakherschikking

Zoals eerder al bekend is gemaakt houdt de taakherschikking in dat mondhygiënisten die een vierjarige opleiding hebben genoten tijdelijk meer bevoegdheden kunnen krijgen. Hiervoor moeten ze de hbo-opleiding Mondzorgkunde en een certificaat stralingsbescherming hebben behaald. Daarna kunnen ze registratie bij het CIBG aanvragen.

Na een lange periode waarin voor- en tegenstanders hun standpunt verdedigden mogen geregistreerd-mondhygiënisten per 1 juli zonder opdracht van een tandarts primaire caviteiten boren, verdoving toedienen en röntgenfoto’s maken.

Zorgplan

De samenwerkingsafspraken gaan onder andere over het opstellen van het zorgplan, dit moet voor een volwassene nog steeds worden gedaan door de tandarts. De patiënt kan erom vragen om (delen van) het plan door of in overleg met de geregistreerd-mondhygiënist op te laten stellen. Als de mondhygiënist de hoofdbehandelaar wordt, moeten bij onderdelen waarbij een tandarts waarschijnlijk nodig is met de tandarts worden overlegd.

Solo-opnamen

Het is wenselijk dat röntgenopnames tussen geregistreerd-mondhygiënist en tandarts worden uitgewisseld. Wanneer eerstgenoemde een solo-opname maakt moet deze binnen een maand door een tandarts aanvullend worden beoordeeld. Beiden kunnen individueel onderling afspraken maken over de bekostiging hiervan. De mondhygiënist kan de behandeling intussen wel gewoon voorzetten.

Inschrijving tandarts

Verder moet de geregistreerd-mondhygiënist nagaan of de patiënt is ingeschreven bij een tandarts. Wanneer dit niet het geval is heeft hij/zij een inspanningsverplichting om te proberen dat de patiënt dit alsnog gaat doen. Indien de patiënt weigert, is het de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt om tandheelkundige zorg te krijgen bij niet-spoedgevallen.

Jeugd en spoed

Ook moet de mondhygiënist ervoor zorgen dat iemand jonger dan 18 jaar voor hij/zij deze leeftijd bereikt een aantal keer een tandarts bezoekt. Deze kan namelijk een bredere toetsing doen. Tot slot zijn er afspraken gemaakt over de achterwacht voor spoedgevallen, deze moet geregeld zijn maar hoeft niet per se bij de behandelend tandarts van de patiënt te zijn.

Uiterlijk in 2025 zal het experiment eindigen. Gedurende het hele experiment worden onder andere de doelmatigheid van de inzet van de geregistreerd-mondhygiënist en de kwaliteit van de zorg beoordeeld. Het is daarna aan de Tweede Kamer om te beslissen of mondhygiënisten definitief zelfstandige bevoegdheid kunnen verkrijgen.

Titels veranderen: mondhygiënist en geregistreerd-mondhygiënist

Volgens artikel 36a van de Wet op de individuele gezondheidszorg dienen mondhygiënisten die zich inschrijven in het tijdelijk BIG-register de titel geregistreerd-mondhygiënist te voeren.

Vanaf 1 juli 2020 zijn er dus twee officiële titels:
mondhygiënist en geregistreerd-mondhygiënist

NVM-mondhygiënisten roept mondhygiënisten op om de volgende titels aan te houden:

Neem je deel aan het experiment?

Dan ben je verplicht de titel geregistreerd-mondhygiënist te voeren.
Voor de patiënt is het inzichtelijker dat jij een mondhygiënist bent die aan het experiment deelneemt als je hieraan je BIG nr toevoegt, dus:
‘Saskia de Boer, geregistreerd-mondhygiënist, BIG nr. 567891

Neem je niet deel aan het experiment maar ben je wel geregistreerd in het KRM?

Noem je dan: ‘Saskia de Boer, mondhygiënist, geregistreerd in het KwaliteitsRegister Mondhygiënisten’.

Neem je deel aan het experiment, én ben je geregistreerd in het KRM?

Noem je dan: ‘Saskia de Boer, geregistreerd-mondhygiënist, BIG nr. 567891, geregistreerd in het KwaliteitsRegister Mondhygiënisten’.

Neem je niet deel aan het experiment, en ben je ook niet geregistreerd in het KwaliteitsRegister Mondhygiënisten?

Dan kan je je ‘Saskia de Boer, mondhygiënist’ blijven noemen.

NVM-mondhygiënisten adviseert “alle mondhygiënisten goed na te gaan of je op correcte wijze benoemd bent op websites, praktijkinformatie, facturen, correspondentie en social media. Extra punt van aandacht is je LinkedIn-profiel. Bij LinkedIn is het mogelijk een vinkje ‘registered’ aan te klikken. Veel mondhygiënisten hebben dit van oudsher aangevinkt staan omdat ze geregistreerd zijn in het Kwaliteitsregister Mondhygiënisten. Dit doet te veel denken aan de geregistreerd-mondhygiënist. Zet deze dus alleen aan als je geregistreerd-mondhygiënist bent.”

In het BIG-register zijn geregistreerd-mondhygiënisten straks op naam en/of BIG-nummer vindbaar.

Bron:
KNMT
NVM-mondhygiënisten

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Nieuw bestuur FTWV

Wijziging in bestuur FTWV

Tijdens de ALV van de FTWV op 25 juni is het bestuur van de Federatie Tandheelkundig Wetenschappelijke Verenigingen – FTWV – gewijzigd.

Het bestuur FTWV bestaat nu uit de volgende leden:

  • Sonja Kalf – Scholte voorzitter
  • Gijs Jaspers penningmeester
  • Wim Klüter lid
  • Peter Lamark lid

Het bestuur FTWV vertegenwoordigt tandheelkundig wetenschappelijke verenigingen. De Federatie heeft ten doeI “het leveren van bijdragen aan de bevordering van de kwaliteit van de tandheelkundige zorgverlening in de meest ruime zin van het woord”.
De FTWV is een van de 3 leden van het KIMO. Het bestuur werkt samen met de beide beroepsorganisaties (leden KIMO) aan de voortzetting van het Kennisinstituut Mondzorg -KIMO- voor de periode 2021 – 2025. Daarnaast zal in de nabije toekomst ook aandacht geschonken worden aan de bij- en nascholing.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
‘Luchtbuks’ met anesthesievloeistof voor patiënten met naaldangst

‘Luchtbuks’ met anesthesievloeistof voor patiënten met naaldangst

Voor alle patiënten met angst voor naalden zou er wel eens de oplossing kunnen zijn: een naaldloze injectie. Een nieuw product dat werkt als een soort luchtbuks schiet de anesthesievloeistof in het tandvlees van de patiënt – compleet naaldloos.

Prikangst

Volgens prikangstspecialist Henk Schenk heeft 1 op de 1000 mensen in Nederland last van prikangst en is het dus een wezenlijk en onderschat probleem. Vaak wordt het veroorzaakt door trauma uit het verleden: heel snel verdoven of beginnen met de behandeling voordat de verdoving is ingewerkt, bijvoorbeeld.

Naaldloos injecteren

De producent Gamastech omschrijft de zogenoemde Comfort-in als een “medisch apparaat, gemaakt voor subcutane toediening van geneesmiddelen. De technologie […] maakt het mogelijk om de naald weg te laten.”

Ze beloven een naaldloze, snelle en zo goed als pijnloze veilige injecties. Zonder naald kan je niemand per ongeluk steken of infecteren. Verder zou het de tijd om patiënten te behandelen verminderen, de kosten van afval verminderen – en dat allemaal naast het feit dat het ideaal is voor patiënten met naaldangst.

Product om patiënten te helpen

Tandarts Fabrio Rigutto gebruikt het product al en is er blij mee. “Mensen […] stellen gewoon echt behandelingen uit tot op het allerlaatste moment. […] Als zorgverlener ben je altijd op zoek naar producten om je patiënten te helpen. Het is een heel mooie uitkomst voor mensen die bang zijn voor naalden”, zegt hij in een gesprek met EditieNL.

Is het wel nodig?

Sommige tandheelkundigen twijfelen echter aan het nut van het product en vragen zich af of het niet gewoon marketing is. Zij zeggen dat hun patiënten het geven van de verdoving niet eens voelen. Als je de juiste trucs gebruikt en op de juiste manier injecteert, zou de patiënt sowieso geen last moeten hebben van de naald – maar dat haalt de angst ervoor misschien nog steeds niet meteen weg.

Vijf stappen

Wanneer je het de aanschaf waard vindt, zul je ongeveer 700 euro moeten neertellen voor de Comfort-in. Het gebruikproces bestaat uit vijf stappen: eerst laad je het op en selecteer je het juiste volume. Daarna activeer en vul je de spuit, en schroef je de spuit op het apparaat om deze gebruiksklaar te maken.

Naalden zullen niet verdwijnen

Zullen naalden mede door deze uitvinding uiteindelijk helemaal verdwijnen? Helaas voor mensen met prikangst zal dit niet het geval zijn; wanneer er iets uit het lichaam gehaald moet worden is er nog steeds een naald nodig. Maar het is misschien wel een oplossing voor mensen die echt bang zijn voor (het idee van) injectienaalden.

Bron:
EditieNL
YouTube
Gamastech

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
knmt-jaaroverzicht-2019

KNMT jaarverslag 2019: top 6 activiteiten op een rij

Hoe hielp de KNMT in 2019 haar leden om alle inwoners van Nederland optimale mondzorg te bieden? Dat is te lezen in het nu verschenen jaarverslag van de beroepsvereniging van tandartsen, orthodontisten en kaakchirurgen.

De top 6 activiteiten van de KNMT in 2019 op een rij:

1. Tandartsentekort aankaarten

De KNMT heeft zich actief ingezet voor het agenderen van het tekort aan tandartsen in Nederland, wat heeft geleid tot het instellen van een Kamer Mondzorg binnen het Capaciteitsorgaan.

2. Toekomstagenda voor de mondzorg maken

We hebben met de NZa gewerkt aan een ambitieuze toekomstagenda voor de mondzorg.

3. Goede wetgeving voor zzp’en in de zorg waarborgen

Samen met andere verenigingen hebben we gepleit voor goede wetgeving rondom zzp’ers in de zorg, want we moeten hun essentiële smeeroliefunctie behouden.

4. De mondzorg (ont)regelen

We hebben ons hard gemaakt voor het schrappen van overbodige administratie en onzinnige regelgeving via (Ont)Regel de Zorg.

5. Leden helpen met wet- en regelgeving

Door middel van voorlichting over onder andere de Wet arbeidsmarkt in balans en een gloednieuwe RI&E-manager hebben we praktijken geholpen om wet- en regelgeving te implementeren.

6. Ledenservice via Whatsapp bieden

Leden kunnen ons voortaan met vragen ook via WhatsApp benaderen.

Lees wat de vereniging nog meer deed in het KNMT jaarverslag 2019

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Continuiteitsbijdrage-corona---zorgverzekeraars

Continuïteitsbijdrage: aanvragen en bezwaarmogelijkheden

Het zal u niet zijn ontgaan: de zorgverzekeraars, verenigd in Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben een corona-compensatieregeling gepubliceerd; de continuïteitsbijdrage-regeling (CB). Mondzorgaanbieders kunnen de CB vanaf 18 mei 2020 aanvragen. Aanvragen van de CB kan in ieder geval nog tot en met 30 juni 2020. Terwijl sommige mondzorgaanbieders de CB nog niet hebben aangevraagd en de afweging om de CB al dan niet aan te vragen nog moeten maken, denken andere mondzorgaanbieders al aan het maken van bezwaar tegen de CB. In welke situaties heeft het maken van bezwaar zin?

Juridische voorwaarden

Het aanvragen van de CB gaat gepaard met breed pakket juridische voorwaarden, onder meer over het rechtstreeks declareren bij de verzekeraar, een lagere vergoeding voor ‘inhaalzorg’ en het niet kunnen wijzigen van de juridische structuur gedurende de looptijd van de CB. Bij de afweging of mondzorgaanbieders de CB aanvragen, doen zij er verstandig aan zich goed te laten informeren over deze juridische en de financiële gevolgen van de CB. Dat kan bijvoorbeeld door kennis te nemen van de analyse die de mondzorgkoepels hebben gemaakt, waarin de belangrijkste elementen van de regeling op een rij zijn gezet.

Geschillenregeling

De CB is een generieke regeling. Dat betekent dat in de aanvraagprocedure weinig tot geen rekening gehouden kan worden met specifieke situaties van individuele zorgaanbieders. Dat kan betekenen dat de vaststelling van de CB voor bepaalde mondzorgaanbieders niet direct juist is en/of tot onredelijke gevolgen zou leiden. De verzekeraars hebben voor klachten over de vaststelling van de CB een Geschillenregeling ontworpen.

Bezwaar en termijnen

Mondzorgaanbieders krijgen per zorgverzekeraar een ‘bevestigingsbrief’, waarin de vaststelling van de CB staat vermeld. Zorgaanbieders die het niet eens zijn met de vaststelling van de CB of met de hoogte van de CB, kunnen daartegen schriftelijk bezwaar (laten) maken door een klacht in te dienen. Dat dient dan per zorgverzekeraar apart te gebeuren, binnen vier weken na dagtekening van de bevestigingsbrief waarin de CB aan u kenbaar is gemaakt. De zorgverzekeraar beslist vervolgens binnen vier weken op de klacht. De verzekeraar kan deze laatste beslistermijn met éénmaal vier weken verlengen.

Wanneer heeft bezwaar maken geen zin?

Het heeft geen zin bij de zorgverzekeraar te klagen over de juridische voorwaarden van de CB, zoals de omstandigheid dat een lagere vergoeding geldt voor inhaalzorg. Deze voorwaarden worden geaccepteerd bij het aangaan van de CB en maken dus deel uit van de compensatieregeling. Ook heeft het waarschijnlijk geen zin als de meegenomen omzet niet representatief is omdat net een praktijk is gestart of sprake is van een uitbreiding / groei van een praktijk. ZN heeft in de FAQ aangegeven dat de maatwerk-afspraken hierop niet van toepassing zijn.

Wanneer heeft bezwaar maken wel zin?

Bezwaar maken is voor mondzorgaanbieders met name relevant indien zij zich, gelet op hun specifieke situatie, niet kunnen vinden in de vaststelling van de hoogte van de CB. Dat kan bijvoorbeeld komen doordat de zorgverzekeraar de ‘normomzet’ van de zorgaanbieder niet juist vaststelt, of ten onrechte de specifieke situatie van de zorgaanbieder (zoals een gedane overname) niet meeneemt in de bepaling van de CB. Daarnaast kan bezwaar maken zin hebben indien een zorgaanbieder te horen krijgt géén CB te ontvangen (of een CB van € 0,-) om een bepaalde reden. Daarnaast is het zondermeer raadzaam goed na te gaan of de berekening van de CB wel klopt. Veel van de gegevens worden automatisch door Vektis gegenereerd en het is daardoor mogelijk dat – onbedoeld – bijvoorbeeld omzet die gerealiseerd is op een (andere) AGB niet is meegenomen ook indien daar bij de aanvraag om is gevraagd. Dit speelt niet alleen bij een overname, maar ook bij het doorvoeren van de wijziging in de juridische structuur in bijvoorbeeld 2019 waardoor de AGB-code is gewijzigd.

Tot slot

Of bezwaar maken en het indienen van een klacht bij de verzekeraar zinvol is, hangt dus af van de specifieke situatie van de mondzorgaanbieder en de reden van het bezwaar. Dat sommige zorgaanbieders bezwaar zullen maken is, gelet op het generiek karakter van de CB, niet onlogisch. De Geschillenregeling stelt verzekeraars in dat kader in staat waar nodig (meer) maatwerk te leveren en fouten die zijn ontstaan als gevolg van het geautomatiseerd vaststellen van de CB te herstellen.

Meer informatie over de Geschillenregeling en antwoord op veelgestelde vragen leest u op de website van Eldermans | Geerts.

Door:
Daniël Post & Karik van Berloo – Eldermans|Geerts Advocaten | Zorgmakelaars | Adviseurs in de zorg

Lees meer over: Corona, Financieel, Ondernemen, Thema A-Z, Zorgverzekeringen
geneesmiddelen - pillendoos

Welke orale bijwerkingen van geneesmiddelen komen veel voor in de tandartspraktijk?

Hoe herken je een orale bijwerking van geneesmiddelen? En welke orale bijwerkingen komen veel voor in de algemene tandartspraktijk?

Verslag van de lezing van dr. Erik H. van der Meij waarin hij een uitgebreid overzicht geeft van de orale bijwerkingen van geneesmiddelen, van de cursus Mond- en Kaakziekten.

Hoe herken je een orale bijwerking van geneesmiddelen?

  • Is de bijwerking van het geneesmiddel bekend? Raadpleeg het Farmacotherapeutisch Kompas (site of app)
  • Is er een mechanisme bekend?
  • Is er een logische tijdsrelatie?
  • Verdwijnt de bijwerking na staken van het medicijn? (= positieve dechallenge)
  • Zijn er andere factoren van belang? (direct door de ziekte zelf, of indirect)

 Veelvoorkomende orale bijwerkingen in de algemene tandartspraktijk

Xerostomie

Xerostomie, een “droge-mond-gevoel”, wordt vaak veroorzaakt door medicatie (bijwerking van > 1800 verschillende medicijnen), door het Syndroom van Sjögren, of door radiotherapie in het hoofd-halsgebied (bestraling).
Van de oudere patiënten heeft 25% last van xerostomie, dit uit zich vaak als een gefissuurde tong, een plakkende mondspiegel aan de wang tijdens controle, een toename in cariës-gevoeligheid en een verhoogde kans op candidose. Indien mogelijk, kan overwogen worden de xerostomie-veroorzakende medicatie aan te passen. Verder is het verstandig de patiënt vaker op controle te laten komen, om cariës strakker in de gaten te houden en eventueel fluoride ter ondersteuning te geven. Ter palliatie van klachten kan er gebruik worden gemaakt van kunstspeeksel, biotene of pilocarpine.

Candidose

Candidiasis is een vaak witte, afstrijkbare afwijking van de orale mucosa, welke wordt veroorzaakt door schimmel-uitgroei. De groot deel van de gezonde mensen heeft deze schimmel in de mond, maar onder bepaalde (lokale) omstandigheden kan de schimmel pathogeen uitgroeien.

Omdat de regel geldt: “Candidiasis is a disease of the diseased.”, is het belangrijk naar de onderliggende oorzaak te zoeken van candidiasis.
Lokale oorzaken: ontoereikende/slechte mondhygiëne, al dan niet in combinatie met het dragen van een gebitsprothese, lokaal gebruik corticosteroïden (inhalator), xerostomie, radiotherapie.
Algemene oorzaken: afweerstoornissen (HIV), endocriene stoornissen (diabetes), medicatie (corticosteroïden, cytostatica).

Behandeling bij klachten kan bestaan uit het voorschrijven van een lokaal of eventueel systemisch anti-mycoticum (Daktarin orale gel, fluconazol 100 mg 5-6 dagen). Bij gebruik van een inhalator, dient de patiënt altijd na afloop goed te spoelen en te gorgelen.
Bij stomatitis prothetica bevindt de schimmel zich vaak op het palatum onder de gebitsprothese. Naast het voorschrijven van een anti-mycoticum, dient de patiënt de prothese 2 weken lang ’s nachts in chloorhexidine te ontsmetten, omdat een prothese poreus is en er anders her-infectie kan plaatsvinden.

Gingivahyperplasie

Medicatie die kan leiden tot gingivahyperplasie;

  • anti-epileptica > diphantoïne (50%), carbamazepine, fenobarbital
  • calciumantagonisten (anti-hypertensiva) > nifedipine (25%), amlodipine, verapamil
  • cyclosporine (immunosuppressivum) > (25%)

Bij gingivahyperplasie zwelt de gingiva zwelt op 1 tot 3 maanden na start van de medicatie. Er is sprake van zwelling van 1 of meerdere interdentale papillen, het kan zich uitbreiden naar de labiale en buccale gingiva. Soms is er zelfs sprake van gingivale bedekking van het occlusale vlak.
De ernst van de hyperplasie neemt toe bij een ontoereikende mondhygiëne (er is altijd sprake van onverwijderde plaque!), bij roken en mogelijk bij een hogere dosis van het geneesmiddel.

Osteonecrose

De diagnose ‘medicatie gerelateerde osteonecrose van de kaak’ (MRONJ), wordt gesteld bij blootliggend of sondeerbaar bot in het maxillofaciale gebied, welke langer dan 8 weken aanwezig is. De oorzaak is gebruik van anti-resorptieve medicatie (bisfosfonaten, denosumab) of anti-angiogene medicatie (Sutent). Bisfosfonaten en denosumab worden ingezet tegen osteoporose, of bij maligniteiten met botbetrokkenheid. Er is géén voorgeschiedenis van radiotherapie op de kaak, of een metastase in de kaak.
De kans op osteonecrose neemt toe, wanneer bovenstaande medicatie intra-veneus wordt toegediend, bij een hogere sterkte en langere toediening. Hoewel de kans op osteonecrose bij intra-veneus gebruik van bisfosfonaten klein is (1-2%), is de aandoening ernstig en moeilijk te behandelen.
Extractie van gebitselementen of een (slecht passende) gebitsprothese kunnen ook triggers zijn op de onset van MRONJ. MRONJ wordt ingedeeld in 3 stadia, afhankelijk van de ernst bestaat behandeling uit; spoelen met chloorhexidine, eventueel aangevuld met pijnmedicatie, antibiotica, debridement en als laatste optie kaakresectie.

Chemisch letsel van het mondslijmvlies

  • ‘Aspirin burn’ à etsen van de gingiva door een pijnstiller (paracetamol, aspirine) in de omslagplooi te leggen als pijnbestrijding, bijvoorbeeld bij kiespijn.
  • NaOCL-accident à complicatie bij een endodontische behandeling, na doorpersen natriumhypochloriet. Zeer pijnlijk voor de patiënt, en geeft een heftige reactie van de omliggende weefsels. Er is geen behandeling, de patiënt dient geïnformeerd worden over het beloop en pijnstilling krijgen. Er treedt herstel op na 1 tot 2 weken.
  • Ets-gelOntsmettingsalcohol
  • Waterstofperoxide
dr. Erik H. van der Meij, MKA chirurg – oncoloog

Erik van der Meij werd opgeleid tot MKA-chirurg aan het VU Medisch Centrum te Amsterdam en promoveerde in 2002 op het mogelijk premaligne karakter van lichen planus van het mondslijmvlies. Hij was van 2004 tot 2008 als staflid verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. Aldaar volgde hij een fellowship Hoofd-Hals Chirurgie/-Oncologie. Sinds 2008 is hij als MKA chirurg-oncoloog werkzaam in het Medisch Centrum Leeuwarden. Zijn aandachtsgebieden betreffen de hoofd-hals oncologie, speekselklierpathologie en de pathologie van de mondholte.

Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor dental INFO van de lezing van dr. Erik H. van der Meij tijdens de cursus Mond- en Kaakziekten.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z

Samenwerken in een maatschap – De ervaringen van Mieke Hogerbrug

Tandarts-praktijkhouders hebben veelal te maken met dezelfde uitdagingen en problemen. Leren van anderen is belangrijk om verbeteringen te kunnen doorvoeren. Sjoerd Kuiken beschrijft daarom in dit artikel de ervaringen van tandarts-praktijkhouder Mieke Hogerbrug over het aangaan en samenwerken in een maatschap.

Praktijkhouders zijn vaak erg gericht op zichzelf. Daarentegen heb je als praktijkhouders wel veelal te maken met dezelfde uitdagingen en problemen. Verder zijn wij als mensen vaak geneigd in onze eigen kaders te blijven denken en redeneren. Deze factoren maken, dat we binnen praktijken soms veel kansen laten liggen om te leren van anderen en verbeteringen door te voeren.

Dit is dan ook de aanleiding voor Sjoerd Kuiken om een serie van artikelen te schrijven, waarin de kennis en ervaringen van één tandarts-praktijkhouder over één specifiek onderwerp worden uitgelicht. In dit artikel zijn de ervaringen van tandarts-praktijkhouder Mieke Hogerbrug uitgeschreven over het aangaan en samenwerking in een maatschap.

Persoonlijke gegevens

Naam:              Mieke Hogerbrug

Praktijk:          Hogerbrug & Kloth Tandartsen in Oud-Beijerland

Sinds:               Heeft de praktijk overgenomen met een collega per 1 januari 2018

Opzet:              Vormt een maatschap met één collega tandarts

Situatie:          Praktijk met 3 behandelkamers en praktijkmanager voor 2 dagen per week

Aanleiding

Mieke heeft per 1 januari 2018 de praktijk overgenomen van een tandarts, die binnenkort met pensioen gaat. Zij heeft er bewust voor gekozen om de praktijk niet alleen over te nemen, maar met een collega tandarts. Deze collega kende zij wel (via de middelbare school en ACTA), maar er was niet sprake van een intensieve samenwerking voordat de samenwerking ontstond.

Momenteel zijn er al diverse veranderingen doorgevoerd in de praktijk en zijn er volop ideeën voor de toekomst. Een goed moment om Mieke eens te vragen naar haar ervaringen over het aangaan van een maatschap, het gezamenlijk overnemen van een praktijk en het starten van een intensieve samenwerking met een collega tandarts.

Waarom een samenwerking?

Mieke heeft zich in 2008 gedifferentieerd als tandarts gehandicaptenzorg en wilde in geen geval in haar eentje een algemene praktijk voeren. En wel, omdat zij het werken in de algemene praktijk graag wil blijven combineren met de ‘special care dentistry’. Mieke haalt ook heel veel werkplezier uit het werken met mensen met een beperking. Haar uitdaging is hierin om behandelingen tot een goed einde te brengen middels het combineren van haar kennis van allerlei facetten uit de geneeskunde, psychologie, orthopedagogiek en andere differentiaties binnen de tandheelkunde.

Daarnaast werkte zij al vele jaren in de praktijk in Oud-Beijerland, waarvan de praktijkhouder haar het aanbod deed deze over te nemen. Vervolgens is Mieke in gesprek gegaan met haar huidige maat vanuit het idee een maatschap te starten en de praktijk gezamenlijk over te nemen. Haar maat werkte destijds nog als ZZP-er in een grote groepspraktijk.

De weg naar een maatschap

Voordat de beslissing werd genomen om daadwerkelijk de praktijk gezamenlijk over te nemen, zijn Mieke en haar maat uitgebreid in gesprek gegaan. Zo geeft Mieke aan: “Mijn maat en ik zijn met elkaar gaan eten en zij had een brief geschreven met daarin onder andere informatie over hoe zij in elkaar zit, hoe haar leven eruit ziet en wat zij belangrijk vindt zowel privé als qua werk. Wij hadden elkaar al eerder ontmoet en duidelijk een goede klik, maar na deze avond raakten we niet uitgepraat. Ook onze ideeën over de praktijk en hoe deze verder te moderniseren kwamen zeer overeen.”

Uit dit voorbeeld kunnen de volgende belangrijke punten worden gefilterd:

  • Spreek duidelijk naar elkaar uit hoe je bent en wat je belangrijk vindt.
  • Bespreek niet alleen je werk situatie maar ook elkaars privé leven (want het werk is nu eenmaal onderdeel van de werk / privé balans).
  • Bespreek het heden maar zeker ook je ambities.

In de keuze om wel of niet een samenwerking aan te gaan, is het belangrijk een goede afweging te maken tussen ratio en gevoel. Naar aanleiding van dit eerste gesprek geeft Mieke ook aan: “Eigenlijk was het die avond al meteen beklonken. Die praktijk die gingen wij samen aanpakken!”

Zonder wrijving geen glans

Elke samenwerking komt zo af en toe onder druk te staan. Vooral dan zal blijken hoe sterk de samenwerking daadwerkelijk is. Ben je in staat om hier als maten sterker uit te komen of drijft het de maatschap uit elkaar. Mieke geeft aan dat er onderling nog geen conflicten zijn geweest. Wel zijn er meerdere problemen ‘langsgekomen’, waar zij als maatschap mee moesten zien te dealen. Denk aan een fulltimer die voor lange tijd arbeidsongeschikt werd, scheidingen onder het personeel, medewerkers die moesten wennen aan een andere manier van werken en nu dan COVID-19.

Om als maten op één lijn te blijven in dergelijke situaties hebben Mieke en haar maat ervoor gekozen om regelmatig buiten werkuren lange wandelingen te maken. Op deze manier kunnen ze beiden letterlijk afstand nemen van de praktijk om nieuwe plannen te bespreken of te bespreken hoe bepaalde zaken in de praktijk worden aangepakt. Daarnaast hebben de maten maandelijks een overleg met de officemanager om reguliere zaken te bespreken en voort te zetten.

Communicatie is een leerpunt

Op de vraag of er zich situaties hebben voorgedaan omtrent de samenwerking waar je van hebt geleerd en die je nu anders zou aanpakken, kan Mieke zich niet direct een voorbeeld herinneren. Wat zij wel aangeeft, is dat haar leerpunten veelal betrekking hebben op ‘communicatie’. Zo is ze zich ervan bewust om duidelijker te zijn naar haar maat en naar de officemanager – en misschien ook wel naar zichzelf – wanneer er bijvoorbeeld behoefte is om de praktijk even te kunnen loslaten. Bijvoorbeeld als er behoefte is om privé tijdelijk meer voorrang te willen geven boven de praktijk.

Tips van Mieke

Voor collega’s die overwegen – of die momenteel bezig zijn – een samenwerking aan te gaan in een maatschap heeft Mieke de volgende tips:

  • Maak vooraf een plan
    Zo geeft ze aan: “Bespreek en leg zaken vast als: Wat willen jullie? Wat zijn de wensen? En wat de toekomstplannen? Staan jullie voor hetzelfde qua tandheelkunde en kan ieder de tandarts zijn die hij of zij wil zijn? Liggen de visie en missie op één lijn en kunnen jullie ook nog een beetje lol met elkaar maken?”
  • Blijf met elkaar praten
    “Zowel qua bedrijfsvoering, maar ook om even je frustraties over praktijkzaken te uitten. Zo is het motto van mijn maat: Stoom afblazen en dan weer door!”

Door: Sjoerd Kuiken, Kuiken Praktijkmanagement
Wil je ondersteuning? De ambitie van Sjoerd Kuiken is om praktijken succesvol te maken. Juist die tandartsen – die ook ambities hebben met hun praktijk – help ik graag. Wil je graag ondersteuning hierbij, dan kan dat via ‘Think Forward’ persoonlijke training als tandarts-praktijkhouder

Lees ook de andere artikelen in deze serie:
Werken met een meerkamerplanning – De ervaringen van Anna Dieleman

Onderscheidend positioneren mondzorgpraktijk – De ervaringen van Vincent Guicherit

Delegeren van het praktijkmanagement – De ervaringen van An Nguyen

ISO-certificering van de mondzorgpraktijk – De ervaringen van Matthijs Genders

 

 

Lees meer over: Management, Ondernemen, Samenwerken, Thema A-Z

Je handen goed verzorgen doe je zo

De belangrijkste maatregelen deze coronatijd zijn afstand houden en binnenblijven, maar ook handen wassen is essentieel wat vaak tot beschadigde handen leidt. Hoe komt dit en kan je het behandelen? Dermatologiedeskundige Carla Uppelschoten legt het uit.

Handen wassen beschadigt beschermlaag

Je wast je handen deze dagen waarschijnlijk helemaal kapot en kan daardoor droge handen met misschien zelfs kloofjes en eczeem krijgen. Handen wassen beschadigt namelijk de vettige beschermlaag van de hoornlaag van je huid. Dit buitenlaagje beschermt je tegen onder andere bacteriën en raakt beschadigd wanneer je je handen wast.

Hogere doorlaatbaarheid

Je huid kan hierdoor vocht verliezen, droog worden en gaan schilferen. Uiteindelijk kan eczeem ontstaan of gaat de huid jeuken. Naast dat dit irriterend of pijnlijk kan zijn betekent het ook dat je huid een hogere doorlaatbaarheid heeft. Hierdoor kunnen micro-organismen makkelijker je huid binnendringen en is de kans op een infectie groter.

Vermijd zepen en gels

Om dit allemaal te voorkomen moet je volgens Uppelschoten zepen en gels vermijden. Deze verwijderen namelijk het vetlaagje op de huid. Het is beter om zeep- en parfumvrije producten of olie te gebruiken. Verder kan je beter niet te lang en met (te) koud water wassen. Als je vervolgens je handen droogdept in plaats van wrijft blijft de olie nog enigszins op de huid blijft zitten en is je huid beter beschermd.

Kies een crème die bij je past

Vette crèmes of zalfjes kunnen je huid verzorgen en zorgen voor een laagje op de huid dat waterverlies vermindert. Het is belangrijk om een crème te kiezen die bij je huid past en die jij fijn vindt. Ook huidtype is belangrijk: een crème past bij een iets minder droge huid, een vette crème bij een drogere huid en een zalf bij een erg droge huid.

Vette en minder vette opties

Daarnaast zal tijdens de zomer een minder vet product geschikter zijn dan in de winter en gebruik je ’s avonds vaak een vettere crème dan ‘s ochtends. Bij voorkeur smeer je minimaal je handen in na het wassen maar vaker mag ook.

Voorbeelden van goede crèmes of zalven zijn onder andere cetomacrogolzalf, lanettezalf, koelzalf, paraffine-vaseline, vaseline-lanettecrème en cetomacrogolcrème, zegt de dermatologiespecialist. Het gebruiken van een bodylotion voor de handen wordt niet aangeraden omdat dit je huid uitdroogt.

Het dragen van handschoenen

Als je lang handschoenen draagt merk je misschien dat je handen erna rimpelig en verweekt zijn. Dit komt door het zweten van de handen. De hoornlaag neemt het water op en gaat hierdoor rimpelen. Je kan dit voorkomen door je handen van tevoren in te poederen met mentholpoeder en dit eventueel regelmatig te herhalen. Ook verweekte huid kan je behandelen met een hydraterende crème als vaseline-paraffine.

Contact met huisarts

In het algemeen hoef je je geen zorgen te maken als je droge handen hebt zolang je ze maar verzorgt. Als je echter ook zwelling, bultjes, blaasjes, natte afscheiding en jeuk krijgt kan er sprake zijn van contacteczeem, zegt Uppelschoten. Dan kan je contact opnemen met de huisarts die je een andere crème kan voorschrijven.

Bron:
Nursing

 

 

Lees meer over: Corona, Praktijkhygiëne, Thema A-Z
Beschermkap-plexiglas-mondzorg

Tip: Beschermkap om verspreiding aerosolen te voorkomen

Veel tandartsen en mondhygiënisten kiezen voor het werken met een gezichtsbeschermer voor optimale bescherming tegen het coronavirus.
Tandarts Michiel van Genugten van Tandarts 013 uit Tilburg bedacht een andere oplossing: een beschermkap van plexiglas boven het gezicht van de patiënt.

“Ik heb ‘m laten maken om voorbereid te zijn mochten er onverhoopt nieuwe coronagolven over ons heen spoelen, en dat dan leidt tot aangescherpte eisen. Het werkt prima, het scherm geeft goed zicht en je hebt beperkte “last” van zo’n apparaat erbij”, zegt Van Genugten.

Beschermkap-plexiglas-mondzorg-2De beschermkap is verrijdbaar, verstelbaar en makkelijk schoon te houden. Niki Crans van BTG Zaltbommel ontwikkelde de kap samen met de tandarts.

Lees meer over: Corona, Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Mondspoeling met chloorhexidine vermindert mogelijk virale lading in speeksel

Het speeksel van COVID-19-patiënten bevat tot dagen na de infectie veel virusdeeltjes. Volgens Koreaanse onderzoekers kan een mondspoeling met chloorhexidine de virale lading in speeksel gedurende een korte periode verminderen, wat tandartsen en mondhygiënisten tijdens behandelingen zou kunnen beschermen.

Contact tussen patiënt en medewerken

Regelgevende instanties en andere organisaties hebben verschillende aanbevelingen gedaan om de verspreiding van infecties te beperken tijdens contact tussen patiënt en gezondheidswerker. Zo adviseert de American Dental Association om patiënten hun mond te laten spoelen met 1% waterstofperoxide, maar sommigen zeggen dat het effect hiervan niet is bewezen.

Mond spelen met chloorhexidine

Andere clinici ondersteunen het gebruik van twee spoelbeurten van 30 seconden achter elkaar met chloorhexidinemondwater. Deze spoeling is eerder al effectief gebleken tegen lipide-omhulde virussen. Nieuw onderzoek uitgevoerd door wetenschappers van de Korea University College of Medicine heeft aangetoond dat dit inderdaad wel eens een goede optie zou kunnen zijn tegen SARS-CoV-2.

Transmissiedynamiek in verschillende lichaamsvloeistoffen

De artsen beoordeelden de transmissiedynamiek in verschillende lichaamsvloeistoffen waaronder speeksel bij twee COVID-19-paiënten in het ziekenhuis van dag 1 tot 9. Extra speekselmonsters werden genomen 1 uur, 2 uur en 4 uur na het gebruiken van een chloorhexidinemondspoeling. De SARS-CoC-2 virale ladingen werden bepaald met behulp van real-time reverse-transcriptase-polymerasekettingreactietests.

Hoge virale lading in speeksel tijdens vroege stadia

De concentratie virusdeeltjes in het speeksel was opmerkelijk hoog met 6,63 kopieën/ml bij patiënt 1 en 7,10 kopieën/ml bij de tweede patiënt. Ter vergelijking, de virale lading in de nasopharynx was 8,41 kopieën/ml en 7.49 kopieën/ml respectievelijk.

In beide gevallen werd het virus tijdens de eerste zes dagen in het speeksel gedetecteerd. De virale ladingen waren constant hoog tijdens de vroege stadia van de infectie wat suggereert dat het virus kan worden uitgescheiden via de speekselklieren, aldus de auteurs.

Mondspoeling vermindert tijdelijk aantal virusdeeltjes

Op de derde en zesde dag van hun ziekenhuisopname gorgelden de patiënten met 30 ml 12% chloorhexidinegluconaatoplossing mondwater voor 30 seconden. Vergeleken met de nulmeting verminderde het aantal virusdeeltjes gedurende twee uur na het spoelen. Dit nam echter weer toe tussen twee en vier uur na het gebruik.

Beheersen van druppeloverdracht tijdens patiëntcontact

De studie bestond maar uit twee patiënten en had een gebrek aan controle-experimenten. Zo werden de patiënten niet gevraagd om ter vergelijking met een zoutoplossing te gorgelen. Ondanks de beperkingen denken de auteurs dat chloorhexidinemondwater de verspreiding van het coronavirus kan helpen tegengaan. “Chloorhexidinemondwater kan gunstig zijn bij het beheersen van druppeloverdracht, naast het dragen van een masker en het wassen van handen”, schrijven ze.

Bron:
Journal of Korean Medical Science

 

 

Lees meer over: Corona, Mondhygiëne, Thema A-Z
Nieuw franchiseconcept De Denticien: naar de winkel voor een kunstgebit 

Nieuw franchiseconcept De Denticien: naar de winkel voor een kunstgebit 

De Denticien start met een nieuwe werkwijze voor het vervaardigen van gebitsprotheses. Kon je voorheen voor een kunstgebit alleen bij een traditionele tandprotheticus en tandartspraktijk terecht, nu kan dit gewoon in de winkelstraat. De eerste Denticien 3D Gebitsprothese Studio is geopend in winkelcentrum De Mare in Alkmaar.

Het is de bedoeling om op korte termijn meer winkels te openen. De Denticien zoekt daarom kandidaten om de franchiseformule verder mee uit te bouwen.

De Denticien werkt met 3D print- en scantechnologie, waardoor het nemen van conventionele alginaat afdrukken niet meer nodig is. De prothese wordt volledig digitaal vervaardigd. Na een mondscan, wordt de prothese ontworpen met software, waarna de pasprothese geprint wordt. Als laatste wordt de definitieve prothese geprint met een 3D printer.

3D mondscan

De alginaat afdruk is bij de Denticien volledig vervangen met dank aan 3D mondscantechnologie. Door middel van een mondscanner wordt er een digitale afdruk gemaakt. Op basis hiervan wordt een individuele lepel vervaardigd, kan er direct verder worden gewerkt aan de mondscan en kan met de mondscanner direct de beet worden vastgelegd.

3D smile design

“De angst dat hun gezicht en lach veranderen met een nieuwe gebitsprothese is voor veel mensen best een hoge drempel. Maar ze willen wel graag hun onbezorgde natuurlijke lach terug. We kunnen onze klanten geruststellen door middel van ons 3D smile design. De nieuwe opstelling wordt natuurgetrouw in de mond geprojecteerd door middel van een 3D simulatie. Deze gratis 3D-simulatie van hun ‘nieuwe’ uiterlijk zorgt ervoor dat het eindresultaat al vanaf de start duidelijk is. Ook de kleur van de gebitsprothese wordt gezamenlijk bepaald. Tijdens de afgelopen drie jaar voorbereiding en testen is gebleken dat dit klanten erg geruststelt”, vertelt tandprotheticus Germen Versteeg, oprichter van de Denticien.

De Denticien levert volledige en partiële gebitsprothesen. Ook bieden ze een reserveprothese voor als iemand bijvoorbeeld op reis gaat, waarbij de huidige prothese exact gekopieerd kan worden en wordt uitgeprint als reserveprothese.

Het hogere gevoel van comfort wordt bereikt door te werken met een proefprothese, waardoor mensen aan de nieuwe gebitsprothese kunnen wennen. Ook deze wordt 3D-geprint. Mensen kunnen de proefprothese mee naar huis nemen om daar op hun gemak hun nieuwe lach te beoordelen en het comfort van het kunstgebit te ervaren. Vervolgens wordt de nieuwe prothese geplaatst en worden alle gebitsgegevens opgeslagen op een persoonlijke Denticien Servicepas. Deze krijgen mensen mee, waardoor ze altijd zelf beschikken over hun digitale prothese.

Franchiseformule Denticien

Germen Versteeg: “Onze klanten kunnen erop vertrouwen dat ze een perfect passende prothese krijgen na een comfortabele behandeling. Het grote voordeel van onze studio in Alkmaar is daarnaast dat mensen hun bezoek kunnen combineren met ander winkelbezoek. Na de opening van deze eerste locatie willen wij volgend jaar de eerste franchisewinkels openen op andere locaties in Nederland. Hiervoor zijn we op zoek naar franchisenemers die wij gaan helpen met de juiste training, begeleiding en support. We kijken ernaar uit om samen met hen het kunstgebit op korte termijn net zo toegankelijk te maken voor mensen, als de bril dat tegenwoordig is.”

Training en begeleiding

Bij het opzetten van een Denticien 3D Gebitsprothese Studio komt veel kijken. Naast een uitgebreide inhoudelijke training om volledig digitaal te kunnen werken, zijn er ook andere zaken die De Denticien helpt opzetten. Hiervoor wordt samengewerkt met een groot team van ervaren professionals, zoals een reclamebureau, een bedrijfsadviseur, een interieurstyliste, een aannemer en een interieurbouwer. Door deze samenwerkingen wordt de franchisenemer volledig ontzorgd en kan hij of zij binnen een aantal weken een eigen Denticien openen.

Lees meer over: Markttrends, Tandprothese | techniek, Thema A-Z