Prinsjesdag: mogelijk meer tandarts opleidingsplaatsen in 2021

Prinsjesdag: mogelijk meer tandarts opleidingsplaatsen in 2021

Tijdens Prinsjesdag werd in de rijksbegroting een stukje gewijd aan het aantal opleidingsplaatsen voor Tandheelkunde.  Minister Van Engelshoven van OCW geeft in haar begroting aan dat zij binnenkort een advies van het Capaciteitsorgaan verwacht waaruit blijkt dat de capaciteit van de initiële geneeskundeopleiding omlaag kan. In dat geval zal in overleg met minister Bruins van VWS het aantal opleidingsplaatsen tandheelkunde per studiejaar 2021/2022 worden verhoogd.

Voor het eerst kans op uitbreiding

KNMT-voorzitter Wolter Brands is voorzichtig optimistisch over het feit dat er nu voor het eerst in jaren wordt gesproken over uitbreiding. ‘Uiteraard hadden we liever gezien dat de rijksbegroting concreter was geweest over de ingangsdatum en het aantal plekken en dat we niet afhankelijk worden van het aantal opleidingsplaatsen geneeskunde. We dringen al jaren bij Tweede- en Eerste Kamerleden en de betrokken ministers aan op voldoende in Nederland opgeleide tandartsen, zodat iedere patiënt toegang heeft tot goede mondzorg. En we horen steeds vaker dat praktijken moeten sluiten omdat ze geen tandartsen kunnen vinden. Het is dus jammer dat minister Bruins (VWS) en zijn collega Van Engelshoven nog niet hebben doorgepakt.’

`Het met elkaar verbinden van de mogelijke uitbreiding aan het aantal opleidingsplaatsen geneeskunde is vreemd te noemen omdat het tekort aan tandartsen leidend zou moeten zijn en niet de overheidsfinanciën´, zegt de ANT. De ANT vindt dit een kwalijke zaak en is teleurgesteld dat de overheid nog steeds geen concrete uitspraak doet.

Advies Capaciteitsorgaan

In een tussentijds advies heeft het Capaciteitsorgaan berekend dat er in totaal 52 extra opleidingsplaatsen per jaar nodig zijn om te kunnen voldoen aan de toekomstige vraag naar mondzorg. Dit betekent een uitbreiding van 240 – huidig aantal – naar 311 opleidingsplaatsen.

Bron:
Rijksoverheid
KNMT
ANT

Lees meer over: Kennis, Scholing
Kidsfabriek

Kidsfabriek verbroedert mondzorg

Op zaterdag 31 augustus namen de Mondhoek en Toothcamp samen deel aan Kidsfabriek in de SSP-hal in Ulft. Voor het eerst deden naast mondhygiënisten en studenten ook tandartsen en assistenten mee. Ook nieuwsgierige tandheelkundigen, zoals afgevaardigden van de Nederlandse Vereniging Mondhygiënisten (NVM) en Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT), namen ook een kijkje naar dit bijzondere initiatief.

Het gratis evenement is gericht op kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar en is elk jaar weer een groot succes. De kinderen leren spelenderwijs over mondzorg en worden zodoende enthousiast gemaakt.

Een voorbeeld

Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist bij onder andere Dentpoint, trekt de kar van de Mondhoek en Ira van Eelen die van ToothCamp. ToothCamp reist het hele land rond en richt zich op tieners. Het animo vanuit de professionals groeit elk jaar. Lieneke: “Steeds meer professionals willen meedoen. Dit jaar was er een wachtlijst en voor volgend jaar heb ik zelfs ik al enthousiaste collega’s gevonden. Toch was het moeilijk om ook tandartsen te betrekken. Ik werd geadviseerd om tandartsen met een voorbeeldfunctie te vragen. Alexander Tolmeijer (Dentiva) is zo’n persoon en hij zei meteen ‘ja’. Ook mijn opdrachtgever tandarts Manuel Rose had er zin in. KNMT-bestuurslid Richard Kohsiek wilde eerst komen kijken voordat hij aangaf dat hij volgend jaar meedoet. “Wat een geweldig leuk initiatief! Ik zal kijken wat de KNMT kan doen zodat meer tandartsen gaan participeren.” NVM-voorzitter Manon van Splunter sluit zich daarbij aan: “Een fantastisch initiatief, een voorbeeld voor anderen hoe je buiten de praktijkmuren kinderen en ouders kunt bereiken.”

Alexander Tolmeijer, Manuel Rose, Lieneke Steverink-Jorna, knmt-bestuurder Richard Kohsiek

Van links naar rechts: Alexander Tolmeijer , Richard Kohsiek, Lieneke Steverink-Jorna en Manuel Rose

Samen voor de toekomst

De sfeer onderling was super. Manuel zegt lachend: “Goh, wat een leuke mensen zijn die mondhygiënisten. Ik zeg: Samen voor de toekomst!” Mondhygiënist Roma Kowalski: “Het was een super leuke dag waarbij alle professionals uit de mondzorg zich als team neerzette en zich zo naar buiten toe lieten zien. Samen sterk!” Mondhygiënist Marieke Peters (Zelhem): “Het was een ongedwongen sfeer waarbij je kennis maakt met tandheelkundige professionals. De speelse poetsinstructie met plakverklikkers maken het tot een absoluut succes.”

Kidsfabriek

Op de voorgrond mondhygiënist Madeleine Bos en op de achtergrond assistent Janille van der Veen

Nederland in

De NVM en KNMT hebben aangegeven dat het een goed idee is om dit op diverse plekken in Nederland uit te rollen.” Twee mondhygiënisten en een preventieassistent van tandarts Verhagen (Silvia, Iris en Evelien) waren betrokken en zien iets dergelijks bij hen in Lichtenvoorde georganiseerd worden. “Vanuit Den Haag en Almere zijn er praktijken die vragen of we het daar ook op touw kunnen zetten.”, aldus Lieneke. “We hebben ook professionals uit het westen die ons hebben geholpen, dus dat gaat goedkomen!

Positief nieuws

Elk jaar valt op hoe slecht de kindergebitten eruit zien. Lieneke: “We doen dit nu voor het zesde jaar en dit keer hebben we ook positief nieuws! Tijdens de evaluatie werd benoemd dat we voor het eerst dit jaar geen compleet verrotte kindertanden hebben gezien. Dat is niet geheel aan onze eigen inzet te danken, maar omdat praktijken in de regio zich steeds meer richten op preventie. Zo komen ze bij Dentpoint vanaf het zesde jaar standaard bij de preventieassistent of mondhygiënist om goed te leren poetsen. Super goed!”

“Hier doen we het voor”

Toch blijft Kidsfabriek niet overbodig zoals Daisy Janssen (student) aangeeft: “De ouders vroegen verbaasd of de elektrische tandenborstel echt stil gehouden moest worden. Ze dachten dat ze ermee moesten schrobben.” Suzanna Aleksanjan: “Ik ben er zo blij van geworden. Ik ben gemotiveerd geworden om vaker deel te nemen met dit soort projecten. Wanneer een kind na het meten van de pH-waarde van de frisdranken zegt; “Ik ga voortaan water drinken”, dan weet je waarvoor je het doet. Lieneke: “Inderdaad! Heel veel kinderen hadden die ochtend nog niet gepoetst. Eentje zei echt van; “Ja doei, ik heb echt geen tijd om in de ochtend te poetsen.” Na de uitleg dat er dan bacteriën in je mond zitten die na elke maaltijd een plasje op je tanden doen, zei ze tegen haar vader: “Ooooh bah! Ik ga nu echt wel elke ochtend poetsen, niet meer alleen ’s avonds!” Alexander: “Een van de quizvragen was of het goed is om te spoelen na het poetsen. Veel kinderen en ouders keken ervan op dat er beter niet gespoeld kan worden.”

Consultatiebureau

Deelname aan Kidsfabriek blijkt echt een goed netwerk-momentje te zijn. Lieneke: “Suzanne Aleksanjan is mondhygiënist in Dinxperlo en Doetinchem en doet al een paar jaar mee. Marigeth Eimers-Deira in Doetinchem en Zutphen deed de vorige keer mee. Samen met hen zit ik nu in het Regionaal Overleg Mondzorg Achterhoek (ROMA) dat door de GGD is opgezet. Door onze ervaringen weten we dat de mondhygiënist vaak te laat wordt ingezet. Ons hart gilt dat we hier iets mee moeten. 1 op de 5 peuters heeft al gaatjes en dat moet stoppen. Dus we maken ons hard om tandheelkundigen op het consultatiebureau te stationeren. De samenwerking met consultatiebureaus in de Achterhoek staat in de stijgers en er zijn gesprekken met gemeentes. De volgende stap is om met de zorgverzekering om tafel te gaan. Kinderen vallen onder de basisvergoeding en krijgen de behandelingen dus normaal gesproken altijd vergoed. Toch willen we overleggen hoe het nog beter kan. Landelijk gaat 1 op de 5 kinderen nog niet naar de tandarts of mondhygiënist.

Onbekendheid

Student Iris Seinhorst: “Ook tijdens Kidsfabriek bleek dat nog niet alle ouders op de hoogte zijn van op welk moment je naar de tandarts en mondhygiënist gaat met je kinderen en ook niet dat het gratis is.” Manuel Rose lacht: “De tandarts kennen ze wel, maar als je vraagt of ze ook naar de mondhygiënist gaan dan zeggen ze “De wattes?“, terwijl een bezoek hieraan zo belangrijk is. Zeker in de kinderleeftijd.” Bij een vorig onderzoek (Yvonne Buunk-Werkhoven e.a.) op Kidsfabriek bleek 40% van de ouders nog nooit een instructie te hebben ontvangen betreffende mondhygiëne. Deze groep werd tijdens Kidsfabriek wel bereikt en werden met een diploma A naar de mondzorgpraktijk verwezen om diploma B te behalen.

Kidsfabriek

De middagploeg van Kidsweek

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

NVM-mondhygiënisten en KNMT geen voorstander van ABC-model voor tandartsassistenten

De beroepsorganisatie ANT heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten met opleider Edin om tandartsassistenten te gaan opleiden volgens het ABC-model. Niet iedereen in de vakwereld is hier blij mee. dental INFO sprak met de betrokkenen en vroeg hun mening over de ABC-structuur.

ABC-model voor tandartsassistenten

De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) heeft in 2016 het ‘Standpunt Opleidingen Assisterend Personeel in de Tandartspraktijk’ opgesteld. Hierin geeft zij haar visie over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen de tandartspraktijk en dan met name van tandartsassistenten. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt in drie soorten tandartsassistenten: de A-assistent (stoel-assistent), de B-assistent (preventieassistent) en de C-assistent (paro-assistent).
Recent heeft de ANT een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Edin (commercieel opleider in de tandheelkunde) om het opleidingsaanbod voor tandartsassistenten te structuren volgens dit ABC-model. De ANT en Edin gaan gezamenlijk de stichting ABC-assistent oprichten, die zich gaat buigen over de structuur, kwalificatie-eisen, leerdoelen en onderwerpen van de verschillende opleidingen.

Vakwereld

Binnen de vakwereld is niet iedereen blij met deze nieuwe ABC-indeling voor tandartsassistenten. Er zijn vragen over het niveau en de duur van de opleidingen en de werkzaamheden die de tandartsassistenten zouden mogen doen. Zo lijkt het de bedoeling te zijn dat de paro-assistent een deel van het werk van een mondhygiënist gaat overnemen. Mondhygiënisten vragen zich af of de paro-assistenten daarvoor voldoende toegerust zijn en wat voor werk er dan nog voor hen overblijft. dental INFO vroeg de mening van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT) en sprak met Manon van Splunter-Schneider (voorzitter NVM-mondhygiënisten) en Anne-Peter van Riet (directeur Edin) over de ABC-structuur en de gevolgen hiervan voor mondhygiënisten.

Reactie KNMT

De KNMT geeft de volgende reactie: “Om de beste mondzorg voor de patiënt te kunnen realiseren, zet de KNMT vol in op een sterk mondzorgteam. Goede samenwerking binnen het team is een essentiële randvoorwaarde voor optimale patiëntenzorg. Binnen dat team speelt de tandartsassistent een belangrijke rol. Omdat de complexiteit binnen de mondzorg toeneemt, hecht de KNMT aan gekwalificeerde teamleden, op alle niveaus. Dat is de reden waarom we op dit moment samen met de ANT, het veld en de mbo-opleidingen werken aan een herziening van het beroepscompetentieprofiel van de tandartsassistent. Zodat de assistent is geëquipeerd om te voldoen aan de kwalificaties die werkgevers in de zorg vragen. Kwalificaties die worden vastgelegd in opdracht van het ministerie van OCW en waarop de onderwijsinspectie toezicht houdt. Op die manier realiseren we een uniform en transparant opleidingsniveau. En dat is in het belang van alle partijen. De KNMT vindt het bijzonder jammer dat juist tijdens de afrondende fase van de herziening van het genoemde beroepscompetentieprofiel de ANT, in samenwerking met Edin, het ABC-model uit 2016 weer van stal haalt. En daarmee voor een ieder, ook voor de patiënten, eerder vertroebeling dan helderheid van de beroepskolom veroorzaakt. Door de taakherschikking wordt de mondzorg al nodeloos gecompliceerd met vier soorten mondhygiënisten en daar komen nu nog eens drie soorten assistenten bij.”

Reactie van NVM-mondhygiënisten

Manon van Splunter-Schneider, voorzitter NVM-mondhygiënisten, vindt deze ABC-indeling geen goede zaak. “De vergelijking van de C-assistent met de klassieke mondhygiënist vind ik een schoffering van de professionaliteit en de kunde van de mondhygiënist. Het is vreemd dat er geen samenwerking is met de bestaande mbo-opleiding. Dit soort zaken moeten landelijk geregeld worden met een goed beroepsprofiel voor assistenten en preventieassistenten. De uitkomst zal dan mondzorgbreed gedragen moeten worden, dus ook door KNMT, NVM-mondhygiënisten en opleiders. Ik ben wel benieuwd hoe het er inhoudelijk uit gaat zien. Als ik naar het concept kijk, dan maak ik me zorgen. Ik zie dat de basis-assistent ook al taken in de mond zou kunnen gaan verrichten, zoals infiltratie-anesthesie toepassen en een lengtefoto maken. Bovendien zou de preventieassistent (B) al paro-nazorg gaan doen en de paro-assistent pockets dieper dan 5 mm behandelen.”

Niet wachten op landelijk beroepsprofiel

Anne-Peter van Riet, directeur Edin, zegt dat hij niet wil wachten op een landelijk beroepsprofiel. “Wij bieden nu een structuur aan die buiten het reguliere mbo-kwalificatiedossier valt, zoals de opleiding preventieassistent en paro-assistent. We zijn gewoon een praktische indeling gaan maken. We passen het aan als er van buitenaf kaders komen. Het zou mooi zijn als we dat in één keer hadden kunnen regelen, maar dat is een ingewikkelde route die te lang gaat duren. Met het gevolg dat er voorlopig niets gebeurt. Er bestaan nu veel opleidingen met dezelfde naam, maar met een verschillende inhoud: een gevolg van de ontbrekende structuur. De onderwerpen, leerdoelen en kwaliteitseisen van het onderwijs moeten binnen de ABC-structuur hetzelfde zijn. Hoe het lesprogramma vervolgens precies wordt ingevuld, is aan de opleiders. En ook die opleiders moeten aan bepaalde eisen voldoen. Dat heb je bij de officiële mbo-opleidingen ook. We trekken daarmee over de hele breedte het kwaliteitsniveau omhoog. We gooien nu als commerciële opleider een steen in de vijver. De rimpeling en de actie die daarop volgt, is juist wenselijk. De lat mag echt hoog komen te liggen voor de paro-assistent, maar wat de kwaliteitsstructuur precies wordt, is nog niet bekend. Hiervoor zitten we primair aan tafel met onze eigen mensen, zoals de mondhygiënisten waarmee we werken. En tegelijkertijd met onze collega-opleiders die we hebben uitgenodigd om ook mee te doen. Wat precies de grenzen worden, is nog niet bekend. We gaan bijvoorbeeld echt niet zomaar een streep trekken qua pocketdiepte of complexiteit. Onze uitgangspunten zijn het ABC-model van de ANT en qua onderwijsvisie altijd beroeps- en competentiegerichtheid. Dan hebben we het over kennis, vaardigheid en houding op uitvoeringsniveau. Dus niet over analyses, diagnoses en het creëren van nieuwe oplossingen.”

Niveau van de ABC-opleidingen

Het niveau van de ABC-opleidingen baart Manon van Splunter-Schneider zorgen. Zij heeft duidelijke ideeën over het niveau dat nodig is. “Bij de basisopleiding tot tandartsassistent zou alles aan bod moeten komen. Je moet weten waar alle instrumenten voor zijn, je moet snappen wat er aan de stoel gebeurt, ook als je aan de balie zit. Het zou een opleiding van minimaal drie jaar op mbo-niveau 4 moeten zijn. Bepaalde onderdelen kunnen intern aangeleerd worden, maar als je echt met patiëntenbehandeling te maken krijgt, dan is een externe opleiding noodzakelijk. De leerweg tot preventieassistent zou in het verlengde moeten liggen van een mbo-erkende opleiding en aan een mbo-erkende opleiding. En dan graag met een wettelijk beroepsprofiel en een bijpassend curriculum.
De opleidingen zouden niet alleen door Edin moeten worden aangeboden. Ik juich het toe als het landelijk helemaal goed geregeld zou zijn. Ik zie plek voor de preventieassistent, maar de randvoorwaarden die NVM-mondhygiënisten daaraan verbindt, haal ik niet uit de plannen van Edin en ANT. Ook zou ik niet voorbijgaan aan de functieprofielen van de KNMT, die reeds bestaan, want wat er nu staat matcht daar niet mee. Ik denk dat het niet haalbaar is om de C-assistent zoals hij nu in het concept staat onder een mbo te kunnen parkeren.”

Geen actieve vraag naar mbo-status

Volgens Anne-Peter van Riet is een mbo-status voor het ABC-model nog niet het plan. “Bij de tandartsassistent is er inhoudelijk wel degelijk een groot verschil tussen opleidingen met wel en geen wettelijke mbo-status, maar op de markt is er geen actieve vraag naar de mbo-status. Dan zou er een wet moeten komen die de mbo-status verplicht stelt of de markt zou dit zelf moeten aangeven. Het zou wellicht een volgende stap kunnen zijn, we bouwen nu eerst aan een beginnende structuur. Over een eventuele verplichting gaan wij niet, alhoewel het wel een persoonlijke wens is. We hebben niet voor niets een mbo-tandartsassistent opgezet en dat heeft ons veel moeite, tijd en geld gekost. Er spelen echter krachten in de markt, die je als opleider niet kunt beïnvloeden, maar waar je wel mee om moet gaan. Zo is er onder de werkgevers momenteel geen draagvlak of urgentiegevoel voor een verplichte mbo-opleiding, zeker niet bij de ANT.  NVM-mondhygiënisten is voorstander van een verplichte MBO-opleiding voor tandartsassistenten. Het plan ABC vanuit de ANT ligt er al een tijdje. Ons besluit om met hen in zee te gaan is ontstaan doordat de mbo-eis er niet is gekomen. De ANT is bovendien een club met daadkracht en dat werkt prettig samen.”

Invloed uitoefenen als mondhygiënist

Het gevoeligste punt in het ABC-model is de rol van de paro-assistent. De opleiding tot paro-assistent duurt volgens het model twee jaar en bestaat uit 80 lesdagen. In die periode moet de student minimaal vier dagen per week werken. Deze C-assistent wordt vergeleken met de klassieke hbo-geschoolde mondhygiënist. Is het de bedoeling dat de paro-assistent het werk van de mondhygiënist overneemt?
Anne-Peter van Riet: “Ik schat in dat sommige mondhygiënisten de C als aanval op hun domein zien. Ik zou zeggen, probeer invloed uit te oefenen als mondhygiënist. Accepteer dat dit zo gestructureerd wordt, maar laat wel je mening horen over wat een C-assistent wel of niet zou moeten doen. Eerst moeten we nog verder komen met alle commerciële aanbieders, maar daarna kun je je als mondhygiënist altijd bij mij of de ANT aanmelden als je iets positiefs hebt bij te dragen. Het is een dynamisch systeem dus dit blijft in beweging.”

Risicovolle handelingen

Manon van Splunter-Schneider vindt het te vroeg om het over een paro-assistent te hebben: “Eerst moet de fundering voor het beroep van tandartsassistent en preventie-assistent vastliggen en moet duidelijk worden wat risicovolle handelingen precies zijn. Het is een lastige situatie, want paro-assistenten zijn er inmiddels wel, maar eerst moeten we door de discussie over de preventieassistent heen voordat we de discussie over de paro-assistent goed kunnen voeren . Laten we dat dus eerst goed regelen. Op dit moment zijn wij in het kader van risicovolle handelingen en voorbehouden handelingen nog fel tegen. Zo kun je je afvragen of je pockets meten als een risicovolle handeling kan zien. Er kan schade ontstaan. Bij alles waar bloed bij komt kijken zou je een vraagteken kunnen plaatsen.”
Een opleiding van 80 lesdagen tot paro-assistent vindt ze te kort. “Complexe patiënten zouden zeker niet door een paro-assistent behandeld mogen worden. Dat is minimaal iets voor een hbo-opgeleide mondzorgverlener. Als mondhygiënist moet je je hierbij al flink verdiept hebben in de parodontologie en optrekken met de parodontoloog. Om complexe paro te behandelen moet je weten waar je mee bezig bent.

Zorgverlener op het gebied van tandvleesziekte

Wat ook gevoelig ligt bij de mondhygiënisten is dat in het ABC-model de mondhygiënist slechts wordt omschreven als ‘een zorgverlener op het gebied van het voorkomen van tandvleesziekte’. Wordt hiermee het einde van het beroep van mondhygiënist ingeluid? Volgens Anne-Peter van Riet blijft er altijd ruimte voor de mondhygiënist en heeft dit beroep een uitstekend toekomstperspectief: “In de praktijk zijn er meerdere wegen die naar Rome leiden, een tandarts kan kiezen welke professional hij inzet. De mondhygiënist heeft een eigen positie, titelbescherming en zelfstandige bevoegdheden en kan bovendien een eigen praktijk beginnen of zichzelf verhuren aan tandartsen. En daar komen nog alle mogelijkheden na invoering van de AMvB-taakherschikking bij. Dat kan een assistent allemaal niet. De paro-assistent zal daarom nooit de mondhygiënist worden, er blijft altijd een verschil bestaan. Ten eerste in basisniveau; een mondhygiënist heeft een veel scherper analytisch vermogen dan een mbo’er, maar een mbo’er kan prima taken uitvoeren. Als een tandarts alles wil aanbieden en alles wil afdekken, dan denk ik persoonlijk dat hij altijd een mondhygiënist nodig blijft hebben. Maar als een tandarts er voor kiest om tot een bepaald niveau diensten aan te bieden, dan zou hij het zonder mondhygiënist kunnen doen en eventueel extern moeten verwijzen. Niets nieuws toch? Juist door de bedachte ABC-structuur kan je duiden waarom het goed is voor een patiënt om een bezoek aan jou als mondhygiënist te brengen. Niet door je af te zetten tegen preventie- of paro-assistenten, maar wel door je ‘unique selling points’ te benoemen, bijvoorbeeld dat je specialist bent in gedragsverandering. Een deel van de taken die je als mondhygiënist hebt geleerd kan evengoed door praktisch geschoold personeel worden uitgevoerd. Zonder onderbouwing zeggen dat een hbo’er altijd beter is dan een mbo’er, snijdt geen hout. Profileren op onderscheidend vermogen werkt wel. Ik zou me daarom als mondhygiënist totaal geen zorgen maken over de ABC-structurering en de taken en opleidingen van tandartsassistenten. Volgens mij is the sky the limit voor de ondernemende mondhygiënist anno 2020.”

Kwaliteiten van de mondhygiënist

Ook Manon van Splunter-Schneider legt de nadruk op de kwaliteiten van de mondhygiënist: “Je kan natuurlijk nooit een mbo’er met een minimale cursus vergelijken met een zelfstandig werkende hbo-professional. We zijn beter inzetbaar, zullen betere resultaten bereiken en zetten meer in op coaching en gedragsverandering. Als je als praktijk pretendeert aan preventie te doen, moet je gewoon een mondhygiënist hebben. Plus dat we echt wel meer dan enkel tandvleesproblemen voorkomen. Ook bij cariëspreventie en erosie spelen we een grote rol.”
Tot slot geeft ze nog een tip mee voor de mondhygiënisten: “Mondhygiënisten moeten er gewoon op vertrouwen dat ze kwaliteit leveren, in hun kracht gaan staan en zich continu onderscheiden. Ze moeten de leiding pakken, delegeren en de preventie naar zich toe trekken. Wees collegiaal en voel je niet bedreigd. Er is meer dan genoeg werk. en Laat dus als mondhygiënist het verschil zien.”

Door: Yvette in ’t Velt en Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

 

Lees meer over: Assisteren, Kennis, Scholing, Thema A-Z

De beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst door mondzorgprofessionals

Patiënten kunnen vrij eenvoudig een behandelingsovereenkomst met hun zorgverlener opzeggen. Andersom is het een stuk lastiger: mondzorgverleners kunnen slechts onder bepaalde omstandigheden de behandelingsovereenkomst met een patiënt opzeggen. Om welke omstandigheden gaat het?

Specifiek voor tandartsen bestaat de notitie ‘Het beëindigen of niet-aangaan van een behandelingsovereenkomst’. Deze notitie is nog steeds actueel en gebaseerd op de KNMG-richtlijn ‘Niet-aangaan of de beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’.

Gewichtige redenen

De wet bepaalt dat het opzeggen van de behandelingsovereenkomst alleen kan als sprake is van ‘gewichtige redenen’. Maar wanneer is er sprake van ‘gewichtige redenen’ ? In de notitie worden de navolgende situaties benoemd:

  • De patiënt gedraagt zich herhaaldelijk onheus of agressief jegens de tandarts of andere praktijkmedewerkers;
  • De patiënt weigert aan de behandeling mee te werken;
  • De tandarts heeft een aanmerkelijk belang bij het beëindigen van de behandelingsovereenkomst en wel zodanig dat voortzetting van de overeenkomst redelijkerwijs van hem niet kan worden gevergd;
  • Tussen de patiënt en de tandarts bestaan ernstige meningsverschillen over de behandeling of de behandelmethode;
  • De tandarts en/of zijn team lijden schade doordat de patiënt zich regelmatig (jegens derden) negatief uitlaat over de tandarts en/of zijn team;
  • De patiënt weigert voortdurend de rekening te betalen.

Zorgvuldigheidseisen

Ook indien bovenstaande ‘gewichtige redenen’ zich voordoen kan de behandelingsovereenkomst alleen worden opgezegd na het in acht nemen van een aantal zorgvuldigheidseisen. Deze eisen luiden als volgt:

  1. de tandarts dringt herhaaldelijk aan op verandering van het gedrag, laat weten wat het wenselijke gedrag is en wijst op de consequenties die volgen indien het gedrag niet verandert;
  2. de tandarts waarschuwt de patiënt de behandelingsovereenkomst te zullen beëindigen als het gedrag niet verandert of als plichten niet worden nageleefd. Deze waarschuwing wordt op schrift gesteld en aan de patiënt toegezonden;
  3. de tandarts beëindigt de behandelingsovereenkomst met een opgave van redenen en bevestigt deze schriftelijk aan de patiënt met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand. Deze opzegtermijn kan alleen anders zijn indien deze zowel door tandarts als patiënt is geaccordeerd en schriftelijk is vastgelegd;
  4. de tandarts dient aan dossieropbouw te doen met betrekking tot het voornemen om de behandelingsovereenkomst te beëindigen;
  5. de tandarts zal behulpzaam moeten zijn bij het zoeken naar alternatieven voor zorg;
  6. de tandarts zal opgebouwde patiëntgegevens, na toestemming van de patiënt, aan de nieuwe behandelaar verstrekken;
  7. de tandarts zal de patiënt acute tandheelkundige hulp, zoals vastgelegd in de richtlijn ‘Opvang tandheelkundige spoedgevallen buiten praktijkuren’ blijven voortzetten of ervoor zorgen, in overleg met de patiënt, dat de hulp door een andere tandarts wordt verleend.

Uitzonderingsgevallen: onmiddellijke beëindiging

Slechts in uitzonderlijke/ernstige gevallen kan een behandelingsovereenkomst met onmiddellijke ingang worden beëindigd. Gedacht kan worden aan situaties waarbij sprake is van grensoverschrijdend gedrag, zoals lichamelijk geweld zoals slaan, spugen en/of dreigen met geweld om een behandeling af te dwingen. Doet een van deze omstandigheden zich voor dan zal de tandarts de patiënt mondeling moeten aangeven dat de behandelingsovereenkomst direct wordt beëindigd en daarbij de reden vermelden. Ook in dit geval blijft de tandarts verplicht acute hulp te geven of te organiseren. De beëindiging, de reden daarvoor en alternatieven van zorg moeten schriftelijk aan de patiënt worden bevestigd.

Illustratief: tuchtuitspraak

Uit het voorgaande volgt al wel dat de tandarts niet simpelweg kan overgaan tot het beëindigen van de behandelovereenkomst. De vraag of een zorgverlener terecht tot het beëindigen van een behandelingsovereenkomst is overgegaan, is regelmatig voorgelegd aan één van de tuchtcolleges. Illustratief is de volgende casus.
Een tandarts heeft in oktober 2011 een praktijk overgenomen. De patiënt was schriftelijk van de overname op de hoogte gebracht. Op 1 december 2009 had de patiënt voor de laatste keer een halfjaarlijkse controle laten verrichten. Op 28 februari 2012 werd de patiënt aangeschreven en werd benoemd dat hij al twee jaar niet bij de tandarts was geweest. Ook werd de patiënt uitgenodigd tot het maken van een afspraak binnen een, in de brief, genoemde termijn en werd aangegeven dat hij – mocht hij niet reageren – zou worden uitgeschreven als patiënt. Toen de patiënt niet reageerde, telefoontjes niet opnam en ook niet reageerde op zijn voicemail, werd hij uitgeschreven als patiënt.
Op 26 september 2012 heeft de patiënt contact opgenomen met de praktijk. De kroon van de patiënt was afgebroken: hij had geen pijnklachten maar wilde wel een afspraak. De praktijkmedewerker gaf aan dat de patiënt was uitgeschreven en een andere tandarts moest zoeken. Vervolgens diende de patiënt een tuchtklacht in jegens de tandarts. Het tuchtcollege heeft deze klacht gegrond verklaard:

“ Naar het oordeel van het college heeft verweerder de behandelovereenkomst met klager beëindigd zonder dat er sprake was van een gewichtige reden als hiervoor genoemd in de notitie van de NMT. De door verweerder ter zitting aangevoerde reden, namelijk dat hij geen patiënten in zijn praktijk wil hebben die niet binnen de gebruikelijke controletermijnen komen, omdat die patiënten juist vaker in verband met klachten met een spoedeisend karakter komen en derhalve de praktijkvoering sneller verstoren, acht het college geen gewichtige reden. […]. De klacht is derhalve gegrond.”.

Aan de tandarts werd een waarschuwing opgelegd.

Tot slot

Er is niet snel sprake van gewichtige redenen op grond waarvan de opzegging van een behandelingsovereenkomst gerechtvaardigd is. Slechts in een bepaald beperkt aantal gevallen is een zogenoemde ‘gewichtige reden’ aanwezig. Bovendien dient de tandarts, indien de tandarts van mening is dat sprake is van gewichtige redenen, aan allerlei zorgvuldigheidseisen te voldoen vóór de overeenkomst ook daadwerkelijk kan worden opgezegd. Waakzaamheid en zorgvuldige afweging van de (juridische) posities van de tandarts en de patiënt is dus geboden.

Door:
Daniël Post en Lisette Greebe – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

 

 

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Richtlijnen, Wet- en regelgeving

Dentaal trauma: de initiële behandeling en de problemen op de langere termijn

Een acuut tandentrauma vereist snel EHBO-ingrijpen. Onder tijdsdruk moeten bij de initiële traumabehandeling beslissingen genomen worden die van invloed kunnen zijn op het esthetisch eindresultaat direct en op de lange termijn. Wat te doen bij het eerste consult?

Struikelen, vallen met de fiets maar helaas ook een boxbeugel kan de reden zijn dat iemand naar de tandarts moet voor spoedbehandeling. De beslissingen die worden genomen bij behandeling van dentaal trauma zijn van invloed op het esthetische resultaat op korte, maar ook op de lange termijn. Bij een trauma is snel handelen vereist, Voor jonge kinderen is dit in de middag, voor jongeren is het
s’ avonds dat de tandarts naar de praktijk moet komen voor het trauma. Zelden is de initiële behandeling ook de definitieve behandeling en betekent een traumatand vaak levenslang onderhoud.
Endodontologe, Els Duijst, en restauratief tandarts, Rian Buursen, laten in de lezing meerdere casussen die zij samen behandeld hebben de revue passeren waarbij het belang van de multidisciplinaire behandeling centraal staat.

Wat te doen bij tandentrauma tijdens het eerste consult?

  • Hoe is het trauma ontstaan?
  • Welk trauma? Avulsie, luxatie, intrusie, (on)gecompliceerde kroonfractuur
  • Tijdstip van het trauma
  • Zijn er losse tanden of fragmenten? En hoe zijn deze bewaard?
  • Röntgenfoto’s; ook van de weke delen als niet alle losse fragmenten van de tand zijn teruggevonden
  • Zo snel mogelijk terugplaatsen van de elementen in de alveole
  • Occlusie beoordelen; obstructies uit occlusie halen, eventueel beetverhogen
  • Dentine wonden bedekken
  • Loszittende tanden (indien nodig) spalken
  • Andere medische omstandigheden; bv. Hersenschudding / fragment in lip / tetanus
  • Direct selfie van het trauma
  • Ook een foto sturen/vragen van voor het trauma met een lach waarop tanden goed zichtbaar zijn.

Contusie

Tik tegen de tand. Is deze niet mobiel? Monitoren

Infractie

Barst of scheur in het glazuur; afdekken met bonding en composiet. Meestal is er geen endodontische behandeling nodig.

Glazuur chipping komt vaak voor bij jonge mensen. Ook in het geval van een kleine chipping liever niet afslijpen maar bijplakken.

Ongecompliceerde kroonfractuur

Altijd breukvlak provisorisch afdekken, zeker bij jonge kinderen. Indien het fragment nog aanwezig is, dit terugplakken. Anders een composietopbouw of een porseleinen facing met incisale overkapping maken.

Gecompliceerde kroonfractuur

Afhankelijk van de leeftijd, bij kinderen liefst een pulpotomie met MTA. Bij ouderen afhankelijk van de situatie een pulpotomie of en endodontische behandeling

Tandfragment bewaard

Is het tandfragment bewaard? Plaats dit dan terug.
Zeg ook bij het telefonisch consult: ‘’Bewaar het afgebroken stukje tand vochtig’’, in een vochtige omgeving met water of fysiologisch zout of een afgesloten plastic zakje

Procedure hoe het fragment terug te plaatsen?

  •  Preparatie breuk vlakken
  •  Alleen adhesief bevestigen met composiet sterkte 37% bij weinig weefselverlies: bonding (gevuld/ongevuld) niet uitharden, geeft vormverandering
    Bij veel weefselverlies: bonding (gevuld/ongevuld) wel uitharden
  •  Geen onderlagen m.u.v. directe pulpa-overkapping/ pulpotomie
  • Aanvullende preparaties zijn noodzakelijk:
    1. glazuur bevels vooraf aan terugplaatsen als de pasvorm slecht is
    2. externe chamfer na terugplaatsen: 62% van oorspronkelijke sterkte
    3. v-vormige bevel na terugplaatsen
    4. interne dentine groef: 90% van oorspronkelijke sterkte
    5. overcontour (facing buccaal en palatinaal): 97% van oorspronkelijke sterkte
  • Probeer de pulpa, eventueel partiëel, vitaal te houden bij een open apex zodat de radix zich af kan vormen en zo streven naar botbehoud. Laat mensen regelmatig terugkomen voor controle.

Verkleuring na traumabehandeling

Soms ontstaat er verkleuring door gebruik van MTA na een traumabehandeling. Als een orthodontische behandeling nog nodig is, kan aan de orthodontist gevraagd worden om het trauma element meer naar palatinaal te plaatsen om zo ruimte te creëren voor een facing zonder beslijping. Een andere mogelijkheid die endodontoloog Els van Duijst gaf, is het MTA verwijderen, daarna intern bleken en weer opvullen met een opaak composiet.

Na trauma zie je regelmatig een geel verkleurde voortand ontstaan. Dit is geen pathologie, maar een neurologische ontregeling van odontoblasten. Er ontstaat dan veel tertiair dentine, deze dentine afzetting beïnvloedt de licht-transmissie waardoor een andere opaciteit ontstaat. De sensibiliteit vermindert, maar zonder een ontsteking is er geen indicatie om een endodontische behandeling te starten.

Veel minder vaak ontstaat een grijs verkleurde tand. Grijsverkleuring kan ontstaat als gelijktijdig een hematoom en een bacteriële infectie ontstaat; door de vorming van ijzersulfide door de interactie tussen het ijzer in het heem en bacteriële afvalproducten. Grijs verkleurde elementen ontwikkelen eerder een periapicale laesie dan geel verkleurde elementen.

Element diep afgebroken

Soms kan het zijn dat bij een gecompliceerde kroonfractuur het element diep is afgebroken. Om het element te kunnen restaureren kan het element geëxtraheerd worden, 180 graden draaien om de lengte as en weer terugplaatsen en fixeren. Eventueel kan gebruikt gemaakt worden van een Benex extractieapparaat voor een a-traumatische extractie. Daarna kan het opgebouwd worden.

180° draaien van element

Röntgen opname vooraf en drie maanden later

Eindresultaat 180 graden draaien van een palatinaal diep afgebroken element

Een andere behandelmogelijkheid bij een diepe fractuur is orthodontische extrusie en daarna opbouwen.

Soms is het element niet meer te redden, dan kan bij volgroeide patiënten gekozen worden voor immediate implantation. Als het implantaat delayed geplaatst moet worden kan als tijdelijke voorziening een etsbrug worden gemaakt.

Een andere oplossing bij diepe fractuur: ‘’buy time voor botbehoud’’ door radix submerge (inkorten tot 1 mm onder bot en dan overhechten), dus de wortel in situ te laten. En voor opvulling van het diasteem kan dan bijvoorbeeld een etsbrug gemaakt worden.

Horizontale wortelfractuur

Bij verplaatsing van het coronale deel is eerst repositie nodig. Behandeling: vier weken spalken met een flexibele splint en daarbij monitoren volgens traumaprotocol.

Bij een ontsteking is het nodig om een endodontische behandeling uit te voeren in het coronale deel van de rad.

Bij een hoge fractuur, net onder het botniveau, kiezen voor submerge radix om kaakbot te behouden. Een behandeloptie kan dan autotransplantatie zijn. Bij het opbouwen van een autotransplantaat, pak je de restauratieve behandeling aan alsof het een hoekopbouw betreft. Let op, niet slijpen aan het autotransplantaat.

Intrusie

Wat te doen bij intrusie?

< 3mm

Bij volgroeide elementen spontaan laten erupteren. Chirurgische of orthodontische repositie als er na 3 weken geen eruptie is.

3-7 mm

Chirurgische of orthodontische repositie.

> 7 mm

Chirurgische repositie.

Een flexibele splint gedurende vier weken

De pulpa zal waarschijnlijk necrotisch worden. Els Duijst gaf aan dat de endodontische opening eventueel ook vanaf incisaal kan om het dentine in het cervikale kroongedeelte te behouden. Markeer dan de contour van de wortel op gingiva niveau met een rubberdam klem bucco-linguaal en wigjes mesiaal en distaal en richt de boor op het midden van de vierhoek. De incisale rand is goed te restaureren.

Aangeven contour van de wortel op cervikaal niveau voorkomt een fausse route.

Wees bedacht op ankylose, waarschuw ouders en grijp op tijd in als ankylose plaats vindt om het kaakbot op niveau te behouden, bij negeren van ankylose kan de groei van het kaakbot achterblijven. Decoronisatie kan verlies aankaak hoogte voorkomen.

Decoronatie bij zichtbaar hoogteverlies voor behoud van bothoogte, het diasteem invullen met een etsbrug.

Intrusie bij open apex

Wat te doen? Spontaan laten erupteren. Als dit niet gebeurt na enkele weken orthodontische repositie of extrusie. Er is kans op necrose van de pulpa, ankylose en obliteratie van het kanaal.
Als er ankylose is en het element is 2 mm korter dan het buurelement dan ingrijpen, of door een autotransplantaat of door decoronatie Bij een decoronatie wordt de kroon verwijderd, de radix ingekort tot 1 mm onder botniveau, het kanaal wordt open gelaten/gemaakt en overhecht.

Luxatie met extrusie

Wat te doen? Reponeer het element behoedzaam, daarna 2 weken flexibel spalken. Bij symptomen van pulpa necrose is het advies een kanaalbehandeling starten. Er bestaat een kans dat obliteratie ontstaat.

Avulsie

Wat te doen? De beste eerste hulp is de tand direct terugplaatsen in de kaak door ouders of omstanders, vasthouden en naar de tandarts gaan. Indien dit niet mogelijk is, dan de tand laten bewaren in melk of lenzenvloeistof en alsnog de patiënt direct, zo snel mogelijk naar de tandarts verwijzen.
Flexibel spalken voor 2 tot 4 weken, afhankelijk van de conditie van het PDL. Het beste is om dan binnen 2 week de wortelkanaalbehandeling te starten. Bij een ver open apex monitoren, ingroei van bloedvaten is dan nog mogelijk. Eventueel antibioticum toedienen en eventueel naar de huisarts verwijzen voor een tetanus injectie.

Factoren voor succesvol resultaat

Werken in een teamverband is belangrijk voor het resultaat. De samenwerking van Rian en Els is daar een goed voorbeeld van. Verder zijn er ook nog andere factoren van invloed voor een succesvol resultaat, zoals: compliance van patiënt en ouders, terugkomen op controleafspraken, de mondhygiëne op peil houden, het tijdig betrekken van een endodontoloog en besef dat botbehoud prioriteit heeft.

Vertel patiënten dat een traumatand een levenslang onderhoud nodig heeft omdat er secundaire pathologie kan optreden op een later tijdstip, denk aan recidiverende verkleuringen, cervikale resorptie en fracturen, naast het normale tandheelkundige onderhoud.

Take home message

  • Geef advies om uitgevallen tanden direct terug te plaatsen
  • Als dit niet mogelijk is, dan de tanden laten bewaren in melk of in de mond
  • Direct laten komen en gerust stellen
  • Maak lichtfoto’s, röntgenfoto’s en vraag oude foto’s van vóór het ongeluk
  • Diagnose bepaalt de behandeling
  • Afdekken van breukvlakken bij vitale elementen
  • Getraumatiseerde tanden behoeven een leven lang monitoren
  • Als verwezen wordt, beschrijf het hele verhaal in de verwijsbrief
  • Patiënten uitleggen dat ze een leven lang bezig zijn met dit trauma

Aangeraden website: dentaltraumaguide.org

Aangeraden app bij trauma: ToothSOS

De International Association of Dental Traumatology (IADT) heeft de app ToothSOS geïntroduceerd. Deze app geeft in stappen aan hoe te handelen bij een tandheelkundig ongeval.

Els Duijst-van Cruchten behaalde haar tandartsdiploma in 1986 aan ACTA en was daar vervolgens werkzaam op de afdeling Orale Functieleer tot 1989. In 1990 startte Els haar eigen praktijk, waarin ze full-time werkte. Van 2000 tot 2003 volgde ze de Master of Science opleiding in de endontologie aan ACTA en na het behalen van dit diploma verbond ze zich aan de Verwijspraktijk voor Tandheelkunde Amsterdam.

Rian Buursen behaalde haar tandarts diploma in 1998 aan ACTA en ging aansluitend werken in de algemene praktijk. Sinds 2001 is Rian verbonden aan de Verwijspraktijk voor Tandheelkunde in Amsterdam. Door Hein de Kloet en Abe ten Have werd Rian opgeleid in de restauratief esthetische tandheelkunde en sinds 2003 is Rian docent en verzorgt ze cursussen en hands-on trainingen voor onder andere Quality Practice ( ACTA Dental Education) en DCM.

Al geruime tijd behandelen Els Duijst en Rian Buursen in het kader van een multidisciplinaire behandeling, gezamenlijk dentale trauma patiënten.

Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Els Duijst & Rian Buursen tijdens het NVvE-congres Trauma… Oh nee! Wat nu?

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Tand-eruit-tand-erin

Publiekscampagne KNMT en NVvE: Tand eruit? Tand erin!

Tijdens het sporten, buitenspelen of stoeien; het kan zo maar gebeuren dat een kind een tand verliest. Bij een dergelijk tandtrauma is het van het grootste belang dat er direct de juiste zorg wordt verleend. De KNMT start samen met de NVvE (Nederlandse Vereniging voor Endodontologie) de campagne Tand eruit? Tand erin!. Plaats de tand terug en ga meteen naar de tandarts om ergere schade te voorkomen. Want dat is kort en krachtig de boodschap als een kind een tand verliest tijdens het sporten of buitenspelen.

Vanaf maandag 2 september hangen er in de tandartspraktijken die bij de KNMT zijn aangesloten campagneposters, waarop duidelijk wordt uitgelegd welke drie stappen moeten worden ondernomen.

Wat doen bij verlies van een tand?

1. Pak de tand aan de bovenkant vast. Raak nooit de wortel aan! Spoel als dat kan de tand met wortel en al 10 seconden af onder koud stromend water.
2. Dep de tand niet droog en plaats hem onmiddellijk terug. Lukt dat niet, bewaar hem dan in melk of in de mond, bijvoorbeeld tussen de kiezen en de wang.
3. Ga direct naar de tandarts.

Een belangrijke waarschuwing hierbij is dat een melktandje nooit teruggeplaatst mag worden. Dat kan schadelijk zijn voor de onderliggende tand, die nog moet doorkomen. Wel luidt het advies om ook dan voor de zekerheid naar de tandarts te gaan.

Snel en goed handelen

De KNMT en de NVvE zijn ervan overtuigd dat er meer blijvende tanden kunnen worden gered indien ouders/verzorgers in geval van een tandongeluk weten wat ze moeten doen. De ervaring leert dat ze met het kind in eerste instantie naar de spoedeisende hulp of huisarts gaan. Maar door het bezoeken van een onjuiste zorgverlener, gaat veel tijd verloren. Hoe sneller gehandeld wordt, hoe minder kans op blijvende schade.

”Alhoewel tandartsen veel patiënten zien met een tand eruit overkomt het je als individu hopelijk zelden”, zegt KNMT-voorzitter Wolter Brands. “Het is dus vrij logisch dat mensen niet weten wat ze moeten doen. Het is belangrijk snel en goed te handelen: als je dat niet doet, kun je een tand kwijtraken. Daarom dragen wij deze boodschap zo nadrukkelijk uit. En dat zullen we blijven doen, want er staan steeds weer nieuwe trainers langs de sportvelden en er komen steeds weer nieuwe ouders bij.”

Tandartsen worden gevraagd hun patiënten te attenderen op de publiekscampagne. Op de voorlichtingswebsite Allesoverhetgebit.nl kan de A3-poster gratis worden gedownload, zodat die ook op scholen en sportclubs kan worden opgehangen. Ook wordt de poster getoond op wachtkamerschermen. Ook zijn er informatiekaartjes beschikbaar die tandartsen kunnen geven aan patiënten die betrokken zijn bij jeugdactiviteiten.

Tand eruit, tand erin

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

ConnectDental Event, 27 september, Houten

Hét grootste CAD|CAM event van de Benelux. Het CAD|CAM Event zal zowel geopend als afgesloten worden door Dirk Denoyelle, een inspirerende spreker stemmenimitator uit België. Afgestudeerd in talen heeft Dirk een masterdiploma in micro-elektronica engineering en is hij zanger en komiek. Daarnaast is hij een LEGO Serious Play-coach en daarmee één van de slechts 13 LEGO-gecertificeerde professionals ter wereld. Voldoende eigenschappen voor een inspirerende en motiverende spreker!

Tijdens het CAD|CAM event op 27 september, heeft u de keuze uit twee sessies: Van 10.30 – 12.45 en van 13.45 – 16.00 uur

De dag begint om 10.00 uur en het officiële gedeelte zal rond 15 eindigen.

Agenda

10:00 – 10:30 Ontvangst

  • Plenaire opening door Dirk Denoyelle

10:30 – 11:30 Eerste sessie lezingen
In zaal 1 t/m 4 duren deze lezingen tot 12:45

  • Yes we scan…
  • Implantologie van planning tot kroon
  • Implantaat planning + het ontwerpen van een surgical guide met Implant Studi
  • De volledige digitale orthodontische patiënt

11:45 – 12:45 Eerste sessie lezingen
In zaal 5 begint de tweede lezing

  • Workflow digitale prothese van intake tot eindcontrole

12:45 – 13:45 Lunch

13:45 – 14:45 Tweede sessie lezingen
In zaal 1 t/m 4 duren deze lezingen tot 16:00

  • Meer met scannen
  • Primescan gericht op nauwkeurigheid en trueness bij Fullmouth scan
  • De digitale workflow met de digitale patiënt binnen de algemene groepspraktijk
  • Orthodontische 3D toepassingen: Clear Aligner Studio, IBTray en 3D Printed Appliances

15:00 – 16:00 Tweede sessie lezingen
In zaal 5 begint de vierde lezing

  • De onbegrensde mogelijkheden van de faciale prothetiek
  • De analoge en digitale symbiose tussen tandarts en tandtechnicus
  • Nieuw hoofdstuk in het matchen van kleuren binnen de tandheelkunde

16:15 – 17:15 Afsluiting

  • Plenaire afsluiting door Dirk Denoyelle

17:15 – 18:00 Borrel

Meer informatie en inschrijven ConnectDental Event

 

 

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Scholing
TP congres tandheelkunde

TP Congres | Jaarcongres Tandheelkunde 2019

Weet u wat de laatste stand van zaken is op het gebied van implantologie, endo, esthetiek, restauratief en kindertandheelkunde? Topsprekers praten u in één dag bij over alle valkuilen én oplossingen die u direct kunt toepassen in uw tandartspraktijk. 29 november, Utrecht.

Het Jaarcongres Tandheelkunde 2019 biedt u in in één dag alle updates rondom herkenbare en haalbare tandheelkunde! In één dag krijgt u:

– Topsprekers nemen u mee in alle ontwikkelingen in uw vakgebied

– Inzicht in de laatste technieken op het gebied van implantologie, endo, esthetiek, restauratief en kindertandheelkunde.

– Alle nieuwe ontwikkelingen binnen uw uitdagende vakgebied op 1 dag!

Kijk voor meer informatie op tpcongres.nl

TP congres tandheelkunde

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Scholing
Chirurgische kroonverlenging voor betere functie en esthetiek

Chirurgische kroonverlenging voor betere functie en esthetiek

Wat zijn de belangrijkste indicaties voor een chirurgische kroonverlenging? Met uitleg over de functionele en esthetische kroonverlenging. Verslag van de lezing van Giles de Quincey.

Indicaties voor een chirurgische kroonverlenging

  • Het verkrijgen van voldoende retentie en resistentie (ferrule) voor een kroon of brug
  • Het elimineren van pseudopockets
  • Esthetische verbetering van voortanden

Functionele kroonverlenging

Een klinische kroonverlenging kan bijdragen aan de levensduur van een restauratie. Voor een kroon of brug heb je voldoende ferrule nodig. Ferrule is erg belangrijk voor een duurzame restauratie. Vaak werd gezegd dat het niet wenselijk was dat de outline van de preparatie in de ‘’Biological width’’ ligt. Tegenwoordig wordt de benaming ‘’biological with’’ vervangen door de benaming ‘’supracrestale bindweefselaanhechting’’.

Uit de literatuur blijkt dat je minimaal 2 mm ferrule nodig hebt boven de supercrestale bindweefselaanhechting. Soms kun je niet dieper prepareren, bijvoorbeeld bij diepe cariës of wanneer een fractuur van het element tot het bot reikt. Om te voorkomen dat de outline van de preparatie niet in de supracrestale connective tissue ligt of voor herstel van adequate connective tissue attachment, kun je een klinische kroonverlenging uitvoeren.

Opbouw van de supracrestale bindweefselaanhechting

  • 07 mm bindweefselaanhechting
  • 97 epitheliale aanhechting
  • 69 mm sulcus

De supracrestale bindweefselaanhechting is gemiddeld 2-3 mm van preparatie outline tot bot. Deze supracrestale bindweefselaanhechting blijkt in de praktijk variabel te zijn.

Esthetische kroonverlenging

Een chirurgische kroonverlenging kan de esthetiek verbeteren.

Wanneer bepaal je of je wel of geen botcorrectie moet doen?

Door transgingivaal sonderen kun je voelen waar de botrand ligt. Hiermee kun je bepalen of je wel of geen botcorrectie moet doen. Indien de afstand van de marginale gingiva tot het bot minder dan 3 mm bedraagt, is een botcorrectie nodig voor een kroonverlenging. Bedraagt de afstand van marginale gingiva tot het bot meer dan 3 mm dan is een kroonverlenging mogelijk zonder botcorrectie. Let hierbij dan wel op de de afstand van de marginale gingiva tot de botrand na de kroonverlenging circa 3mm is.

Gingivahyperplasie

Wanneer treedt gingivahyperplasie op? Er zijn verschillende groepen van hyperplasie; plaque-gerelateerd versus anatomische bepaald. Vaak zijn het jongere mensen die hyperplasie van de gingiva hebben.

  • Passieve eruptie. Vaak bij jonge mensen waarbij de element eruptie nog niet is afgerond. Er wordt een onderscheid gemaakt van verschilde stadia bij passieve eruptie. Het kan zijn dat daar afwijkingen optreden, hierin wordt een onderscheid gemaakt in vier verschillende types gewijzigde passieve eruptie. Het is per type gewijzigde passieve eruptie welke behandeling uitgevoerd wordt.

Gingivahyperplasie

  • Reactie op ortho apperatuur kan ook zorgen voor gingivahyperplasie. Ook plaqueretentieve restauraties.

Een laserkroonverlenging wordt vaak gecombineerd met een frenectomie. Bij gepigmenteerde gingiva, is het belangrijk om rekening te houden met de soort therapie. Of flap of laser.

Een kroonverlenging blijkt vaak zinvol, ook bij behandeling van jonge patiënten. Er zijn verschillende manieren om een chirurgische kroonverlenging uit te voeren.

  • Kroonverlenging met scalpel (flap) versus laser (diode)
  • Met/zonder botcorrectie
  • Boor versus piezochirurgie

Multidisciplinaire samenwerking is hierbij belangrijk om het doel te kunnen bereiken.

Smile analyse

Een smile analyse gaat bij de Quincey vooraf aan elke behandeling in het zichtbare deel van de dentitie, de esthetische zone. Iets om rekening mee te houden volgens de Quincey is dat bij een spontane lach vaak veel hoger is dan als je vraagt te lachen. Daarnaast is het belangrijk om de esthetische hulpvraag serieus te nemen anders gaan ze ergens anders naartoe waar ze het verprutsen. Als het complexer wordt geef dan uitleg over wat de risico’s zijn. Werk bovendien met een mock-up. Dit een een zeer efficiënt middel om met de patiënt, de tandtechnicus en medebehandelaars te communiceren. Bovendien is dit heel handig voor de behandelaar zelf.

Voor de mock-up kan gekozen worden voor de direct of indirecte methode. Direct kan met wit of roze composiet in de praktijk. Bij de indirecte techniek kan dit aan de hand van een smile analyse en opwas door het laboratorium.

Uit het proefschrift van Meijering blijkt dat patiënten die cosmetische behandeling ondergaan daarna ook beter gaan poetsen.

Gummy smiles classsificatie

  • Vertraagde passieve eruptie= negatieve recessie
  • Verticale uitgroei in combinatie met slijtage
  • Verticale uitgroei ten gunste van maloccusie
  • Maxillair exces
  • Hypermobiele bovenlip
  • Combinaties

Bij de chirurgische behandeling ga je vanuit zenith ene kant op en andere kant op. Belangrijk is: je komt niet aan de papil.

Giles de Quincey is in 1987 afgestudeerd als tandarts aan de KU Nijmegen. Na een korte tijd als algemeen-practicus in Eindhoven gewerkt te hebben, is hij in 1988 een 2-jarige Post-graduate opleiding Parodontologie begonnen aan de University of Southern California in Los Angeles. Na succesvolle afronding hiervan is Giles in 1990 een verwijspraktijk voor Parodontologie en Implantologie in ‘s-Hertogenbosch gestart. Sinds 2009 is de praktijk ook uitgebreid met endodontie op verwijzing. In 1994 is Giles erkend als Diplomate of the American Academy of Periodontology, verder heeft hij ook zitting gehad in het Consilium Parodontologicum van de NVvP. Sinds 1992 is Giles verbonden als docent aan de destijds EFP-erkende Post-graduate opleiding voor Parodontologie in Nijmegen.  Na terminatie van het Post-graduate onderwijs is hij kort betrokken geweest bij het chirurgisch profiel in de master fase van tandheelkunde. Sinds begin 2017 is hij Assistant Clinical Professor in de EFP-erkende Post-graduate opleiding Parodontologie aan de Universiteit van Bern, Zwitserland. Giles is actief lid van de Dutch Academy of Esthetic Dentistry en heeft in binnen- en buitenland nascholing gegeven, waarbij zijn voorliefde uitgaat naar parodontale plastische regeneratieve chirurgie en multidisciplinaire casuïstiek.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Giles de Quincey tijdens het congres Chirurgie van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Thema A-Z
Natuurlijke tandheelkunde

Natuurlijke tandheelkunde: hoe veranderingen in de maatschappij en nieuwe technieken behandelmethoden beïnvloeden

De huidige consument krijgt een steeds breder besef over zijn gezondheid en stelt vaker kritische vragen. Die maatschappelijke verandering heeft ook invloed op de tandheelkunde. Daarnaast worden er steeds meer technieken ontwikkeld die de tandarts in staat stellen esthetisch te werken en daarbij gebruik te maken van de biologische wetten van het natuurlijke weefsel. Hoe kunnen we die bezien in het licht van dit onderwerp en hoe kan de tandarts inspelen op de veranderende wensen van de maatschappij?

Toen de Franse filosoof in 1644 in zijn werk ‘Principiae Philosophiae’ de stelling ‘cogito ergo sum’ (ik denk, dus ik besta) beschreef, werd daarmee niet alleen een van de hoekstenen van de moderne westerse filosofie gelegd, maar ook van de westerse geneeskunde. Het beschrijft de scheiding tussen lichaam en geest, een situatie die de tandarts ook dagelijks meemaakt wanneer patiënten een deel van hun lichaam laten controleren. Tot voor kort, stelde de patiënt daarbij weinig vragen over de gestelde diagnose, een voorstel tot behandeling werd doorgaans blind geaccepteerd en de kennis en kunde van de arts werd zelden in twijfel getrokken. Maar tijden veranderen.
De ongelimiteerde toegang tot informatie via het internet zorgt ervoor dat mensen zich beter inlezen over de door de arts gestelde diagnose, de voorgenomen behandelingen en over de mogelijke risico’s en bijwerkingen. Door die enorme hoeveelheid beschikbare informatie gaat men vragen stellen. Dat dit soms tot wrijving lijdt, is een situatie waarin iedere moderne arts zich zal herkennen. Informatie op het internet is immers niet altijd op feiten en wetenschap gebaseerd. Hoe moeten we hiermee omgaan?

Meer vragen gesteld over behandelen

Dat er op een breed vlak in diverse maatschappelijke sectoren kritische vragen gesteld worden is niet per definitie verkeerd. De huidige trend is namelijk ook dat er een breder besef komt over gezondheid in het algemeen. Men stelt kritische vragen bij voeding, doet meer aan beweging en probeert de werk-privé balans meer te bewaken. Dat er dus ook meer vragen gesteld worden over het handelen van artsen is onvermijdelijk. Daardoor komt de vertrouwensrelatie tussen patiënt en arts soms sneller onder druk te staan, omdat niet meer alles wat de arts zegt blindelings geaccepteerd wordt en er een beroep wordt gedaan op het zelfbeschikkingsrecht van de mens. Anderzijds verplicht het de arts om steeds meer vragen te stellen over zijn alledaagse handelen. De verandering in de maatschappij is van invloed op hoe we naar de tandheelkunde van de toekomst kijken. Ook binnen ons vak vinden overweldigende ontwikkelingen plaats. Hoe kunnen we die bezien in het licht van dit onderwerp? Welke behandelmethoden en visies zijn er die inspelen op en aansluiten bij de veranderende behoeften en
wensen van de maatschappij?

Het spanningsveld tussen biotechniek en bio-energetica

Allereerst dienen wij als artsen te beseffen dat er verschillende geneeskundige visies zijn (Bellavite, 2014). De meest gebruikelijke is de biotechnische manier van geneeskunde bedrijven. Kort samengevat houdt dit in dat de behandeling van een diagnose berust op westers wetenschappelijke methodiek. De diagnose wordt daarbij gesteld door een specialist met veel kennis over een specifiek gedeelte van het menselijk lichaam. De tweede manier van geneeskunde bedrijven is de bio-energetische manier. Hierin wordt doorgaans een holistische visie aangehouden en wordt diagnostiek bedreven op het totale lichaam in plaats van een specifiek gedeelte hiervan. Behandeling geschiedt doorgaans via homeopathie en/of natuurlijke methodes. Wanneer we de onderlinge verstandhouding van beide geneeskundige principes analyseren, kan gesteld worden dat er veel discussie heen en weer is over de juistheid van beide principes. De biotechniek verwijt de bio-energetica van kwakzalverij en quasi-wetenschap en de bio-energetica verwijt op zijn beurt weer dat biotechniek teveel naar een te specifiek deel kijkt voor diagnostiek en dat behandeling vooral berust op symptomen en niet op oorzaak.

Integrated medicine visie

Na een jarenlange patstelling verandert er nu iets. Een derde stroming van geneeskunde dient zich aan: de zogeheten ‘integrated medicine’ visie. Deze geneeskundige visie kenmerkt zich door holistische diagnostiek te combineren met evidence based handelen. Daarbij realiseert men zich dat de wetenschappelijke basis waarop wordt gehandeld verandert met de jaren en dat relativering en begrip van behandelingen en materialen dus cruciaal is voor de juiste toepassing ervan. Binnen de moderne tandheelkunde zullen de meeste behandelaars claimen dat zij biotechnisch en evidence based handelen. Veel tandartsen die preventie in de praktijk stimuleren en algehele anamneses afnemen, zullen echter al werken volgens integrated medicine visie, zonder dat zij dit eigenlijk beseffen.

Waarom kunnen we dit zeggen? Dit begint al met preventie bij de jonge patiënt. We leren de kinderen in de praktijk op de juiste manier te poetsen. We leggen uit hoe ze gaatjes krijgen en dat voeding en voedingsmomenten een belangrijke rol spelen in dit geheel. We letten erop dat ze neusademhaling hanteren en de juiste mondgewoontes aanleren voor een optimale kaakontwikkeling. Naarmate onze patiënten ouder worden, blijven we de mondhygiëne stimuleren en begeleiden waar nodig. Ook wanneer we een nieuwe patiënt voor het eerst in de stoel ontvangen, doen we een anamnese om goede diagnoses te kunnen stellen en voorspelbare toekomstplannen te maken. We stellen daarbij vragen als: Wat voor effect heeft het werk en privéleven op de patiënt, wat hebben grote levensgebeurtenissen voor effect gehad in het lichaam, wat zijn de mondgewoontes, hoe is het voedingspatroon, en wat is de tandheelkundige voorgeschiedenis? Allemaal factoren waar tandartsen zich nu al mee bezighouden en die passen binnen deze integrale visie.

De mond als belangrijk onderdeel van het lichaam

Het is duidelijk dat de mond een belangrijk onderdeel is van het menselijk lichaam. Tandheelkunde is tot op heden alleen nog wel een los onderdeel van de algehele gezondheidszorg, terwijl de mond en de goed doorbloede tongspier het begin vormen van het spijsverteringskanaal. Wanneer de spijsvertering niet goed verloopt, is dat bijvoorbeeld goed af te lezen aan de mond. Dat werkt ook andersom. Een onrustige mond veroorzaakt juist een slechte vertering. Vanuit de afdeling parodontologie op ACTA wordt nu al regelmatig probiotica geadviseerd voor goede bacteriebalans. Het is dus belangrijk om de mond niet als los onderdeel te zien maar als deel van het gehele lichaam. Ook de patiënten vragen steeds vaker van ons als behandelaars een holistische kijk te hanteren waarbij we nadenken over wat het effect is van ziekteprocessen en van behandelingen in de mond op het hele lichaam. Het is niet zonder reden dat op dit vlak de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan wordt, waarin wordt geconcludeerd dat de mond een spiegel is van de algehele gezondheid (Beukers et al, 2016; Loos et al, 2015).

De natuur als basis voor moderne technieken en esthetisch werken

Los van de veranderende geneeskundige filosofie, verandert ook onze kennis en visie op materialen. Als logisch gevolg hiervan is het belangrijk dat we er bewust van zijn wat voor materialen we in de mond stoppen. Er is tegenwoordig al veel keuze uit plastische en keramische materialen om metaalvrij te kunnen werken. Waarin voorheen in het kader van assemblage gehandeld werd (samenvoegen van verschillende elementen tot een eindresultaat), kiezen we tegenwoordig steeds vaker voor bio-engineering waarin we een matrix aanleveren, maar het lichaam zelf het eindresultaat laten bepalen. Een goed voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld guided bone regeneration, een behandeling die breed wordt toegepast in de orale implantologie.

Door te kijken naar de verschillende materiaaleigenschappen gaan we ook automatisch nadenken over de omgeving en weefsels waarin deze materialen moeten functioneren. Hierin ligt de oorsprong van de bio-mimetica, een ander facet van natuurlijk werken. Hierbij wordt geprobeerd de weefsels zo natuurgetrouw en esthetisch mogelijk te restaureren in vorm, kleur en eigenschap. De BioMimeticstudyclub is een mooi voorbeeld van een groep tandartsen die proberen een element zo te restaureren dat deze zo optimaal en duurzaam mogelijk kan functioneren in de mond, of zoals ze zelf via diverse kanalen communiceren ‘restorative dentistry done right’. Tandartsen als Pascal Magne, David Alleman en Marco Gresnigt zijn erg trouw aan dit concept en doen hier veel baanbrekend onderzoek naar (Alleman et al, 2017). En biomimetica is niet alleen vertegenwoordigd in de kringen van
tandartsen en tandarts-specialisten, maar ook in de tandtechniek onder de noemer bio-emulatie. Waar we twee decennia geleden nog genoegen namen met metalen randen onder kronen en relatief witte en onnatuurlijke kleuren, tegenwoordig moet de kleur van een indirecte restauratie 1 op 1 zijn. Dit is heel goed mogelijk wanneer we wederom kijken en luisteren naar de natuur en haar biologische spelregels en deze combineren met moderne technieken zoals bijvoorbeeld eLab en Matisse. Hierbij wordt digitaal de kleur, helderheid en chroma gemeten en middels Matisse een recept aangedragen om de verschijning van een kroon 1 op 1 na te bootsen.

Door:
Maartje Damen-Brands en Jasper Thoolen, tandartsen en initiatiefnemers van het Natuurlijk 2019 congres dat op 11 oktober 2019 wordt gehouden in de Efteling.

De vraag: ‘Hoe natuurlijk werk ik?’ wordt behandeld tijdens het Natuurlijk 2019 congres. De sprekers en moderator van het congres zijn bezig geweest om antwoorden te zoeken op de hoofdvraag hoe duurzaam, voorspelbaar en efficiënt wij als tandartsen nu eigenlijk werken. Het congres geeft een praktische handleiding hoe een goede, volledige anamnese af te nemen waaruit een zo lichaamsvriendelijk plan kan rollen en waarbij we zo dicht mogelijk bij de natuurlijke materialen, anatomie van de kaak en elementen kunnen blijven. Het congres laat zien hoe we de gezondheid van de patiënt nog meer kunnen benaderen vanuit een integrale visie. Hierbij worden behandelmethoden besproken die de verschillende facetten van natuurlijk werken belichten, zowel op het gebied van esthetiek als vanuit de verschillende visies die in dit artikel zijn toegelicht.
Sprekers: Maarten de Beer, Marat Awdaljan, Maartje Damen-Brands, Ronald Muts, Jasper Thoolen.
Voor meer informatie over het congres kunt u terecht op www.natuurlijkcongres.nl

Gebruikte bronnen:
* Alleman DS, et al. The protocols of Biomimetic Restorative Dentistry: 2002 to 2017. Increade the longevity of restorations with the biomimetic approach. Inside Dentistry 2017; 64-73.
* Bellavite P. Homeopathy and integrative medicine: keeping an open mind, 2014. J Med Pers; 2015, 13:1–6
* Beukers NGFM, et al. Periodontitis is an independent risk indicator for atherosclerotic cardiovascular diseases among 60 174 participants in a large dental school in the Netherlands. J Epidemiol Community Health 2017;71:37–42. doi:10.1136/jech-2015-206745
* Loos BG, et al. Parodontitis en systemische ziekten – van wetenschap naar praktijk. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2015; 122: 542-548 doi: 10.5177/ntvt.2015.10.15134

Lees meer over: Kennis, Markttrends, Scholing, Thema A-Z
Klinische thema-avond: Gebitsslijtage! En nu? & Digitaal afdrukken: schrijf u snel in

Klinische thema-avond: Gebitsslijtage! En nu? & Digitaal afdrukken: schrijf u snel in

4Dental Tandtechniek organiseert 4 klinische avonden voor tandartsen over de thema’s gebitsslijtage en digitaal afdrukken. Wij nodigen u graag uit om hierbij aanwezig te zijn.

Gebitsslijtage

Gebitsslijtage is een veelvoorkomend probleem, dat tijd en aandacht vraagt. Hoe herstelt u de beethoogte en de esthetiek bij uw patiënt? Direct, chairside met composiet, of indirect met behulp van CAD/CAM-techniek “table tops” uit hooggevulde en industrieel gepolymeriseerde composiet? Onze tandtechnici delen graag hun ervaringen met u.
Intra oraal scannen
Wilt u kennismaken met de uitgebreide mogelijkheden van een intra orale scanner? Wilt u zelf ervaren hoe het is om een mondscan te maken? Dan is deze presentatie echt wat voor u!

Programma:

19.00 uur Inloop
19.30 uur Behandeling gebitsslijtage met indirecte methode Charles Steneker, 4Dental Arnhem
20.15 uur Digitaal afdrukken Frank Tromp, Straumann
21.00 uur Pauze
21.15 uur Hands-on training mondscanner Frank Tromp, Straumann
Afsluitende borrel

Data en locaties:

Donderdag 19 september 4Dental Zwolle (vol)
Dinsdag 24 september 4Dental Amsterdam (vol)
Donderdag 3 oktober Hotel Breda Princeville, Breda
Donderdag 10 oktober 4Dental Service Lab Waalre

U kunt zich kosteloos aanmelden tot uiterlijk 1 week voor aanvang van betreffende datum, via de website: www.4dental.nl/education.

Bent u verhinderd, maar heeft u wel interesse in de onderwerpen? E-mail uw contactgegevens naar marketing@4dental.nl en wij nemen contact met u op.

Met vriendelijke groet,
4Dental Tandtechniek

Meer informatie en inschrijven Klinische thema-avond: Gebitsslijtage! En nu? &
Digitaal afdrukken: schrijf u snel in

Lees meer over: Afdrukmaterialen, Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Scholing

NVvE Najaarscongres: de endo start – 12 oktober, Amsterdam

De ‘start’ volgens Van Dale: start (de; m; meervoud: starts 1. (punt van) vertrek bij een wedstrijd: van start gaan beginnen. 2. wijze van vertrekken: een valse start; een vliegende start (a) start waarbij het punt dat als begin geldt in volle vaart verlaten wordt; (b) zeer voortvarend begin 3. begin: een start maken met iets.

Bij de endo-start hebben we het over het begin van de endodontische behandeling. En u weet, daar komt veel meer bij kijken dan even een element openen. Voorafgaand aan een endo-start stelt u onder andere differentiaaldiagnoses, bekijkt u röntgenbeelden, schat u de moeilijkheidsgraad in met bijvoorbeeld de DETI-score, loopt u occlusie en articulatie na en informeert u de patiënt zo goed mogelijk, en pas dan: starten maar!

Alles is goed voorbereid, het element lijkt verdoofd en u pakt de boor. Maar dan blijkt: het element is toch niet helemaal verdoofd, de kanalen zijn niet te vinden, het zicht is beperkt…

Hoe verdoof je eigenlijk optimaal? Met welke vijl kom je net wat makkelijker in dat kleine vierde kanaal? Welk instrument kun je nu het beste gebruiken om voorbij een extreme kromming te komen?

De klok tikt verder… Hoe krijg je de patiënt zo snel mogelijk pijnvrij? De wachtkamer zit vol, de druk is hoog!

Tijdens het NVvE-najaarscongres ‘De Endo Start’ op zaterdag 12 oktober komen de genoemde vragen en onderwerpen aan de orde. Want een goede start is het halve werk. Tot ziens op 12 oktober in Hotel Okura Amsterdam!

Ellemieke Hin
Voorzitter NVvE

Datum en locatie De endo start

12 oktober 2019
Hotel Okura Amsterdam

Programma

8:00 – 9:00
Ontvangst
Registratiebalie open

9:00 – 9:15
Opening
Inleiding door voorzitter Ellemieke Hin en voorstellen moderator dr. Peter Wetselaar

9:15 – 09:45
Hans Genet Lezing: genezing na revascularisatie; (on)voorspelbaar?
door Edwin Eggink

09:45 – 10:30
Endodontische radiologie: 2D versus 3D, casuïstiek en regelgeving
door Frédérique San Giorgi en dr. Reinier Hoogeveen

10:30 – 11:00
Pauze en bezoek exposanten

11:00 – 11:45
Anesthesie anno 2019: wat, hoe en waarmee?
door Luc Berden

11:45 – 12:30
De endo-start bij spoedgevallen
door Roberto Cristescu

12:30 – 13:45
Lunch en bezoek exposanten

13:45 – 14:30
De endodontische opening
door Roberto Cristescu

Endodontic file systems – parameters that influence file characteristics
door dr. Janine Conde

15:30 – 16:00
Pauze en bezoek exposanten

16:00 – 16:45
Occusale aanpassingen met behulp van een digitale occlusie-analyse kunnen pulpitisachtige klachten verhelpen
door dr. Hans van Pelt

16:45 – 17:00
Vragenronde en discussie
Uitwisseling van vragen, aanvullingen en ideeën.

17:00
Borrel

Meer informatie en inschrijven Najaarscongres NVvE

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Scholing
Kidsfabriek

Mondhoek en Toothcamp werken samen bij de Kidsfabriek

Op 31 augustus is de Mondhoek voor de zesde keer bij de Kidsfabriek, een gratis evenement in Ulft waar kinderen workshops kunnen volgen op gebieden als sport, spel, techniek en cultuur. In de Mondhoek worden workshops gegeven over mondgezondheid door mondhygiënisten, tandartsen, preventieassistenten en studenten mondzorgkunde. Toothcamp komt dit jaar ook naar de Kidsfabriek en werkt dan samen met de Mondhoek.

Zesde keer Mondhoek

Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna was zes jaar geleden voor het eerst bij Kidsfabriek waar zij samen met een collega poetsles gaf aan de kinderen. Ze kwam erachter dat veel kinderen maar één keer per dag poetsen.
“Met de plakverklikkers werd al snel duidelijk dat we niet voor niks waren gekomen. We hadden nog een fout gemaakt; we hadden alleen maar handtandenborstels bij ons”, vertelde zij aan de Gelderse Post. Het jaar erna had ze elektrische tandenborstel van een fabrikant kunnen regelen. Elk jaar verbeterde zij het concept. Het team van vrijwilligers is inmiddels uitgegroeid tot zo’n twintig mondzorgprofessionals.

Lieneke: “In diverse studentensteden heb ik al een presentatie mogen geven over Kidsfabriek. Bij de laatste keer kenden ze het allemaal al. Het is echt een uniek concept. Door het wetenschappelijk onderzoek weten we nu dat kinderen zich na hun bezoek aan de Mondhoek echt voornemen om hun gedrag rondom tanden poetsen en eten/drinken aan te passen. Ook vinden ze het ontzettend leuk om onze workshops te volgen. We kunnen hiermee een doelgroep bereiken die niet zo snel vanzelf naar de praktijk komt. Nu zien we juist de groep kinderen die vaak grote problemen krijgen en die kunnen we met onze preventie voor zijn.”

Toothcamp

Ira van Eelen startte vijf jaar geleden met de organisatie van Toothcamp, een groot evenement met name gericht op kinderen uit groep 8 over mondgezondheid, in samenwerking met scholen en praktijken.  Het programma is gevuld met allerlei activiteiten waaronder scheikunde proefjes, spelletjes en theater. In de puberteit krijgen kinderen ineens veel cariës en Ira van Eelen vond dat ze hieraan iets moest doen.

Professioneler

De afgelopen jaren waren er alleen mondhygiënisten en studenten als vrijwilliger in de Mondhoek. Dit jaar lukte het Lieneke en Ira om ook preventieassistenten en tandartsen in te schakelen. “Zo kunnen we elkaar versterken en van elkaar leren.”

De Mondhoek wordt elk jaar professioneler. Voor dit jaar komt er een soort rad van fortuin waaraan kinderen kunnen draaien. “Het rad kan stilstaan bij een quizvraag, opdracht of bij een hoofdprijs. Op goede quizvragen en opdrachten volgen beloningen, iets kleins. De hoofdprijs is een elektrische tandenborstel die bij de leeftijd van het kind past. We hebben dit jaar nieuwe opdrachten zoals De Krokodil Die Bijt In Je….Vinger en een item over het wisselen van tanden. Ik verheug me ontzettend op al die lachende gezichten. Niet alleen van de kinderen, ook van de vrijwillige professionals en studenten. Het is echt elk jaar weer een feestje”, zegt Lieneke Steverink-Jorna in de Gelderse Post.

Lieneke wil dat het concept van de Mondhoek en Kidsfabriek ook in andere plaatsen in Nederland wordt georganiseerd. Elk jaar kost de organisatie haar geld en voor collega’s wil ze het wat makkelijker maken. Dit jaar wordt hun initiatief zowel in geld als in mankracht gesteund door de KNMT en NVM-mondhygiënisten. Via het RIVM zou Lieneke ervoor willen zorgen dat hun interventie erkend wordt voor fondsenwerving.

 

 

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Meer duidelijkheid over invulling nieuwe beroepsgroep “mondhygiënist” in België

Recessiebedekkende chirurgie

Terugtrekkend tandvlees wordt door zowel de patiënt als de tandarts als een probleem gezien. De vaak ontsierende blootliggende tandhalzen kunnen pijnklachten veroorzaken en poetsdefecten in de hand werken. Het is daarom van belang een goede inschatting te kunnen maken wat de etiologie en de prognose van deze recessie is. Met de juiste parodontale chirurgische technieken kan in veel gevallen het verloren/missende tandvlees worden hersteld.

Waarom lijken recessies toe te nemen?

Enkele oorzaken: evolutie, biotypes tandvlees, meer orthodontie, kaken worden steeds kleiner, spieren worden kleiner. We hoeven het minder te gebruiken daardoor atrofie.

De alveolaire ontwikkeling blijft achter, echter de elementen blijven even groot waardoor er meer crowding is in gebitten.

Er is aangetoond dat er bij een niet-goede neusademhaling malocclusie kan ontstaan. Dit blijkt uit een studie bij apen uit Noorwegen. De studie werd uitgevoerd door een orthodontist die bij aapjes de neus dichtmaakte.

Een recessie kan ook ontstaan door een draad van spalk geplaatst na een orthodontische behandeling. Bij orthodontisch behandelde patiënten wordt meer recessie gezien d an bij onbehandelde patiënten. Bij 2.7% van de patiënten met twisflexdraad krijgt verschuivingen van met name ondertanden.

Waarom recessietherapie?

  1. Esthetiek
  2. Dentine sensitiviteit
  3. Preventie cervicale abrasie/erosie
  4. Vereenvoudiging tandpreparatie
  5. Behoud element!

Miller classificatie

  1. Gingivarecessie die begrensd wordt door gekeratiniseerde gingiva
  2. Gingivarecessie voorbij mucogingivale grens (omslagplooi)
  3. Interdentale papil degenereert, er is sprake van een bepaald proces (bijvoorbeeld parodontitis)
  4. Interdentale papil is volledig afwezig

Miller classificatie 3 is nog wel goed te behandelen. Bij Miller classificatie 4 is het chirurgisch niet meer mogelijk een papil te creëren.

Er is nu in plaats van Miller een nieuwe classificatie.

Orthodontie kan goed samengaan met recessiebedekking. Door middel van strippen en torquen kun je interdentaal weefsel terugkrijgen. Staat het element buiten de ‘’biologic envelope’’? Met orthodontische verplaatsing verdwijnt recessie dan soms al.

Intake en diagnose

Intake

  • Hoe snel is het ontstaan?
  • Hoe lang al?
  • Gevoeligheid?
  • Medische en tandheelkundige anamnese
  • Lifestyle (roken, piercings)

 Lichtfotografie: buccaal en incisaal

Röntgenopname

Korte beoordeling smile dynamics

DPSI (parodontitis uitsluiten)

Beoordeling mondhygiëne

Voorlopig behandelplan

Etiologie

  • Traumatisch tandenpoetsen
  • Restauratieve tandheelkunde, gingivaretractie
  • Excessieve scaling en rootplaning
  • Chronische marginale parodontitis
  • Endodontisch aanhechtingsverlies

Risicofactoren

  • Biotype
  • Buccale botdehiscentie
  • Frenulumaanhechting
  • Piercings

Bij een recessie is het biotype vaak het probleem. Dun tandvlees is gevoeliger voor recessies dan een dikker biotype. Voorkomen van recessies is beter dan genezen. Het is daarom belangrijk om naar de preventie-assistente te gaan. Veel recessies ontstaan namelijk door een poetstrauma.  Daarnaast kan een recessie door een buccale botdehiscentie na orthodontie (eenvoudiger) ontstaan. Ook tractie van een frenulumaanhechting kan resulteren in een recessie. Piercings zijn ook een risicofactor omdat deze de gingiva kunnen beschadigen.

Chirurgische technieken

Er zijn verschillende chirurgische technieken die voor recessiebedekking worden toegepast.

De Quincey laat aan de hand van veel casussen de mogelijkheden zien, met ook met lange termijn resultaten. Door goede diagnostiek en behandeling is het resultaat erg stabiel. Ook door gebruik van microchirurgie, onder andere eigen ontwikkelde microblades, kan erg nauwkeurig gewerkt worden en zijn de succespercentages van de ingrepen hoger.

Bij een recessie linguaal wordt vaak ook tongriemcorrectie uitgevoerd. Te veel tractie van de tongriem kan namelijk ook een recessie in de hand werken.

Amelogenine kun je aanbrengen bij de behandeling. Dit zorgt voor een mooi resultaat en bevordering van de parodontale wondgenezing.

Je wilt niet alleen recessie bedekken, je wilt ook nieuw parodontium. Bij parodontale regeneratie zijn er drie eisen: nieuw cement, nieuw parodontaal ligament en nieuw kaakbot.

De nieuwe technieken met scannen zorgen ervoor dat je beter kunt meten hoe succesvol je behandeling is. Je kunt bijvoorbeeld een voor-scan met een eind-scan vergelijken.

Er zijn ook mogelijkheden voor andere materialen dan het het autologe bindweefseltransplantaat voor de recessiebedekking. Een indicatie hiervoor zou kunnen zijn als je veel tanden moet bedekken. Het trauma is dan erg groot voor het oogsten van autoloog materiaal. Naar deze nieuwe materialen wordt nog veel onderzoek gedaan.

Meestal is het goed om zes maanden te wachten voordat je prothetisch gaat behandelen na een recessiebedekking.

Giles de Quincey is in 1987 afgestudeerd als tandarts aan de KU Nijmegen. Na een korte tijd als algemeen-practicus in Eindhoven gewerkt te hebben, is hij in 1988 een 2-jarige Post-graduate opleiding Parodontologie begonnen aan de University of Southern California in Los Angeles. Na succesvolle afronding hiervan is Giles in 1990 een verwijspraktijk voor Parodontologie en Implantologie in ‘s-Hertogenbosch gestart. Sinds 2009 is de praktijk ook uitgebreid met endodontie op verwijzing. In 1994 is Giles erkend als Diplomate of the American Academy of Periodontology, verder heeft hij ook zitting gehad in het Consilium Parodontologicum van de NVvP. Sinds 1992 is Giles verbonden als docent aan de destijds EFP-erkende Post-graduate opleiding voor Parodontologie in Nijmegen.  Na terminatie van het Post-graduate onderwijs is hij kort betrokken geweest bij het chirurgisch profiel in de master fase van tandheelkunde. Sinds begin 2017 is hij Assistant Clinical Professor in de EFP-erkende Post-graduate opleiding Parodontologie aan de Universiteit van Bern, Zwitserland. Giles is actief lid van de Dutch Academy of Esthetic Dentistry en heeft in binnen- en buitenland nascholing gegeven, waarbij zijn voorliefde uitgaat naar parodontale plastische regeneratieve chirurgie en multidisciplinaire casuïstiek.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Giles de Quincey tijdens het congres Chirurgie van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Thema A-Z

Mondhygiënisten hebben onvoldoende kennis behandeling zwangere vrouw

Mondzorgkunde studenten Angélique Alting Siberg en Nathalie Campfens onderzochten de mondhygiëne behandeling van de zwangere vrouw door mondhygiënisten in Nederland. De kennis, attitude, handelswijze en behoefte aan een Nederlandse richtlijn of bijscholing is tevens onderzocht om een aanbeveling te kunnen doen om de kwaliteit van de (mond)zorg te verbeteren.

Door heel Nederland werden mondhygiënisten verzocht deel te nemen, waaronder ook de lezers van dental INFO, met behulp van een publicatie met de link naar de enquête. Dertig korte enquêtevragen onderzochten de kennis, attitude, handelswijze en behoeften van de respondenten. Van de 58 respondenten waren er 54 vrouw en 4 man. Leeftijden lagen tussen de 20-40 of ouder dan 50 jaar.

Positieve attitude, onvoldoende kennis

Overall was de attitude over het behandelen van de zwangere vrouw positief (79%). Goede mondzorg tijdens de zwangerschap vonden de respondenten belangrijk. Echter bezaten de respondenten onvoldoende kennis, waarbij de kennisvragen over het antibioticagebruik tetracycline tijdens de zwangerschap (71%), het anders uitvoeren van de cariësbehandeling (79%) en de inhoud van de voedingsvoorlichting (71%) het meest incorrect zijn beantwoord.

38% van de respondenten die de 3-jarige opleiding Mondzorg volgden beantwoordden de vraag over de röntgenfoto’s tijdens de zwangerschap niet correct.

Alle 58 respondenten pasten onvoldoende de handelswijze toe; niemand had alle handelswijze vragen correct beantwoord. De vragen over het indien nodig aanbieden van een andere ligpositie van de patiënt (50%), door verwijzen naar de diëtist (62%) en doorvragen naar de thuissituatie (38%) werden het meest met ‘nooit’ beantwoord.

Verder bleek er behoefte te zijn aan een Nederlandse richtlijn (76%) en aan bijscholing (55%) over dit onderwerp. De onderzoekers zijn tevens van mening dat er meer onderzoek naar dit onderwerp nodig is.

Door:
Angélique Alting Siberg en Nathalie Campfens, mondzorgkunde studenten, Hogeschool Utrecht

Lees meer over: Kennis, Scholing
apps - social media

#motivatie: de kracht van “social media” in de mondzorg

Er wordt door zowel zorgprofessionals, als patiënten, uitgebreid gebruik gemaakt van social media. Patiënten gebruiken social media vooral voor het vergaren van informatie en voor sociale steun. Wat zijn de voor- en nadelen van social media voor zowel patiënten als zorgprofessionals? Hoe zet je social media in?

Verslag van de lezing van tandarts-parodontoloog Elmira Boloori tijdens het NVvP-congres Dentech.

Voor het laten slagen van een behandeling is het van groot belang de patiënt gemotiveerd te krijgen.

Factoren voor motivatie

  • Bewustwording van consequenties van gedrag. Patiënt kan óf succes zoeken, óf mislukking vermijden.
  • Keuzes. Het hebben van keuzes zorgt voor een gevoel van controle. Omgekeerd werkt dit ook; als je geen keuzes hebt, zorgt dit ervoor dat je je gecontroleerd voelt.
  • Gemeenschap: Sociale steun. Steun uit de omgeving van de patiënt is belangrijk, juist ten tijde van tegenslagen.
  • Bekwaamheid: Zorg als zorgprofessional voor feedback en aanmoediging, en geef de patiënt complimenten. Zet samen kleine stapjes vooruit.

Social media

Er wordt door zowel zorgprofessionals, als patiënten, uitgebreid gebruik gemaakt van social media. Echter, de social media die de patiënten raadplegen, zijn van andere origine dan de social media die tandartsen inzetten; patiënten zitten vooral op Twitter en Facebook, zorgprofessionals zitten vooral op LinkedIn en Twitter. Zorgprofessionals gebruiken social media vooral voor marketingdoeleinden, en voor communicatie met collega’s. Patiënten gebruiken social media vooral voor het vergaren van informatie en voor sociale steun.

Voordelen social media

Patiënten

  • Uitwisseling van informatie
  • Beter begrip van de ziekte/aandoening
  • Meer zelfvertrouwen
  • Betere communicatie patiënt – arts
  • In gesprek gaan met lotgenoten

Zorgprofessionals

  • Meer betrokkenheid van patiënt bij de behandelingen en zelfzorg
  • Meer aanmoediging patiënt
  • Betere communicatie patiënt – arts
  • Inspringen bij onduidelijkheden patiënt
  • Beter begrip van problemen en obstakels van patiënt

Nadelen social media

Patiënten

  • Privacy
  • Onbetrouwbare informatie
  • Geen behoefte aan

Zorgprofessionals

  • Inefficiënt
  • Gebrek aan vaardigheden
  • Legale redenen (geen vergoeding)
  • Inefficiënt (teveel informatie, kost teveel tijd)
  • Privacy
  • Geen behoefte aan

Sociale steun

Social media werken voor de patiënt goed op het gebied van sociale steun:

  • Emotionele steun: gevoel van warmte en betrokkenheid, verhoogt zelfbekwaamheid
  • Steun in zelfvertrouwen: verhoogt zelfbekwaamheid
  • Informatieve steun (adviezen): verbetert de gezondheid
  • Tastbare steun: verbetert de gezondheid

Hoe kan een zorgprofessional social media inzetten?

  • Focus op een specifieke doelgroep
  • Zorg voor een duidelijk doel, de patiënt moet succes willen gaan nastreven
  • Wees begripvol, betrek de patiënt erbij
  • Gebruik interactieve middelen, filmpje is educatiever en werkt beter dan een stuk tekst.

Elmira Boloori is in 2004 afgestudeerd voor de opleiding mondhygiëne; vervolgens heeft zij in 2013 succesvol de opleiding tandarts algemeen practicus afgerond. In 2017 is ze cum laude geslaagd voor specialisatie opleiding voor parodontologie aan Academisch centrum voor tandheelkunde Amsterdam (ACTA).

Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor Dental INFO van de lezing van Elmira Boloori, tandarts-parodontoloog, tijdens het congres Dentech, innovatie in de parodontologie van de NVVP.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis
Tandarts kan helpen coeliakie op te sporen

Tandarts kan helpen coeliakie op te sporen

Coeliakie is de meest onontdekte ziekte van Nederland: onderdiagnose is een groot probleem. De tandarts kan helpen om deze onontdekte coeliakie op te sporen.

In de onlangs verschenen nieuwe Europese coeliakie richtlijn staat een aantal aanbevelingen voor de tandarts. Als de tandarts terugkerende mondgezondheidsproblemen constateert – zoals tandglazuurdefecten en terugkerende aften – zonder dat daar een verklaring voor is, dan is het raadzaam dat de tandarts dit met de huisarts bespreekt.

Bekijk de Europese richtlijn coeliakie

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Congres over micro-algen

Congres Micro-organisme: Vriend en vijand, 7 oktober, Utrecht.

Het microbioom is de verzamelnaam voor alle bacteriën, schimmels en virussen op de huid en in de mond, darmen, longen en vagina. Dus overal waar het lichaam grenst aan de buitenwereld. De mens wordt steriel geboren maar direct daarna begint de ontwikkeling van het menselijk microbioom en raakt het lichaam bevolkt met miljarden bacteriën, schimmels en virussen.

Goede samenstelling microbioom

Een juiste ontwikkeling van het microbioom in het vroege leven blijkt van grote invloed op de gezondheid later. Bij ouderen wordt gezien dat de biodiversiteit van het darmmicrobioom  afneemt en dit kan negatieve gevolgen voor de gezondheid met zich mee kan brengen.
Het microbioom blijkt geen statisch geheel; medicamenten, beweging en voeding kunnen het microbioom (on)gunstig beïnvloeden.
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat een goede samenstelling van het microbioom een gunstig effect heeft op het immuunsysteem en de mondgezondheid. Een ongunstig microbioom daarentegen wordt in verband gebracht met huid- en darmaandoeningen, allergieën, obesitas en het metabool syndroom.

Inhoud en sprekers congres Micro-organisme: vriend en vijand

Tijdens het congres ‘Micro-organisme: vriend en vijand’ op 7 oktober vinden in de ochtend plenaire lezingen plaats terwijl in de middag subsessies gevolgd kunnen worden. De dagvoorzitter van het congres is wetenschapsjournalist Job de Vrieze, bekend van onder andere het BNN televisieprogramma Katja’s Bodyscan met Katja Schuurman.
Michiel Kleerebezem staat in de ochtend stil bij het microbioom in zijn algemeenheid. Wat houdt het exact in? In de middag kunt u onder andere de subsessie van Bart Keijser volgen die meer komt vertellen over de invloed van het microbioom op de mondgezondheid.

Datum en locatie

7 oktober, 09:00 – 16:30
Van der Valk, Breukelen

Organisator

Hogeschool Utrecht

 

Het KRM heeft dit congres geaccrediteerd met 5 punten.

Lees ook het interview met Liesbeth Haverkort over het Congres Micro-organismen 

 

 

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Scholing
Microsoft stopt met HealthVault en verlaat daarmee consumentenzorgmarkt

Microsoft stopt met HealthVault en verlaat daarmee consumentenzorgmarkt

Microsoft stopt definitief met HealthVault en verlaat daarmee de consumentenzorgmarkt.

HealthVault geen succes

HealthVault werd in 2009 gelanceerd als dienst waar zorgprofessionals gezondheids- en medische gegevens konden opslaan. Ondanks de lange productieperiode en investeringen die hieraan voorafgingen, is het product nooit een succes geworden.

Verouderd systeem

“Het was in kern een verouderd systeem,” zegt Hans Niendieker, CEO van de Nederlandse pgo Ivido. Gegevens konden opgeslagen en gedeeld worden met zorgverleners. Deze werden volgens Niendieker echter niet opgenomen in epd’s en andere informatiesystemen. “Dan is er natuurlijk geen reden om ermee door te gaan.”

Veiligheid onbekend

Ook de veiligheid van de gegevens was onbekend. Deze werden opgeslagen bij Microsoft, maar wat er daarna mee gebeurde bleef onduidelijk. “Ook dat roept natuurlijk vragen op,” zegt Niendieker.

Definitief verlaten

Microsoft kondigde eerder al aan te stoppen met het Health Dashboard, waar HealthVault verbonden aan was. Het lijkt er dus op dat Microsoft de consumentenzorgmarkt definitief verlaat en deze overlaat aan Apple, Google en Amazon.

Amazon, Apple en Google

Binnen de Verenigde Staten verwachten de meeste zorgbestuurders dat Amazon de grootste veranderingen binnen de zorg zal gaan bewerkstelligen. Toch maken ook Apple en Google grote ontwikkelingen door. Voorbeelden hiervan zijn de Apple Watch en nauwkeurige overlijdensrisico schattingen.

Bron:
zorgvisie.nl
ZDN.com

 

Lees ook: Grootste veranderingen in zorg naar verwachting door Amazon

Lees meer over: E-health, Kennis
Onderzoek: Er moet nodig wat veranderen aan de Nederlandse tand- en mondzorg

Publicaties Lancet: Er moet nodig wat veranderen in de mondzorg, ook in Nederland

Er moet nodig wat veranderen aan de Nederlandse tand- en mondzorg, vindt Stefan Listl, hoogleraar bij de afdeling tandheelkunde in het Radboudumc. Anders dan in veel andere landen in Europa zit de mondzorg niet in het basispakket.  Ook zijn sociale ongelijkheden in toegang tot mondzorg voor vijftigplussers in Nederland veel groter dan in veel andere Europese landen. Het productiviteitsverlies door tandziekten in Nederland wordt geschat op 3 miljard euro per jaar.

In een serie artikelen in the Lancet schrijven Listl en internationale collega’s waarom ons huidige mondiale systeem van mondzorg vastloopt en hoe we dit kunnen oplossen.

The Lancet publiceert een serie artikelen (Lancet Oral Health Series) waarin de enorme, wereldwijde uitdagingen voor een betere mondgezondheid worden beschreven. Een van de onderzoekers-auteurs is Stefan Listl, hoogleraar bij de afdeling tandheelkunde in het Radboudumc. Mondziekten treffen vooral de armere en gemarginaliseerde groepen in de samenleving. Mondziekten hebben een grote invloed op zowel individuen als de maatschappij. Denk aan pijn, sepsis, verminderde kwaliteit van leven, verloren schooldagen, verminderde arbeidsproductiviteit en de kosten van tandheelkundige behandelingen.

Productiviteitsverliezen van 3 miljard per jaar

Listl: “Ook in Nederland kan nog het nodige verbeterd worden. Uit recent onderzoek blijkt dat sociale ongelijkheden in de mondgezondheid van 50-plussers in Nederland zelfs groter zijn dan in veel andere Europese landen. De productiviteitsverliezen door tandziektes in Nederland worden geschat op meer dan drie miljard euro per jaar.“ Mondziekten hangen ook samen met zaken als suikerconsumptie, tabaksgebruik en schadelijk alcoholgebruik. De suikerconsumptie vergroot de kans op zowel cariës als overgewicht, obesitas en aanverwante aandoeningen zoals diabetes. Het wordt steeds duidelijker dat de invloed, macht en impact van de mondiale suikerindustrie een bedreiging vormt voor de volksgezondheid, zodat strengere regelgeving en wetgeving door overheden vereist is.

Mondzorg beter integreren in bredere gezondheidssysteem

De tandheelkundige zorg kenmerkt zich vooral door hoogtechnologische en gespecialiseerde zorg. De auteurs in de Lancet Oral Health Series schrijven dat die aanpak er niet in geslaagd is de wereldwijde last van mondziekten aan te pakken. Daarom is een uitgebreide hervorming van tandheelkundige zorgsystemen nu dringend nodig. Universal Health Coverage moet de mondzorg beter integreren in het bredere gezondheidszorgsysteem, waardoor ze toegankelijker wordt en beter kan inspelen op de mondgezondheidsbehoeften van de bevolking.

Betaling meer richten op preventie

Betalingssystemen voor mondzorgverleners zouden meer de nadruk moeten leggen op het stimuleren van preventie in plaats van het belonen van herstellende zorg. Een preventieve benadering voor de gehele bevolking is volgens de auteurs nodig om aanhoudende verbeteringen in de mondgezondheid te bereiken en ongelijkheden aan te pakken. Geïntegreerd volksgezondheidsbeleid is nodig om de gezamenlijke risico’s (vrije suikers, tabaks- en alcoholgebruik en sociale en commerciële determinanten) van mondziekten en andere niet-overdraagbare ziekten aan te pakken.

Andere aanpak mondzorg

„Ook in Nederland is behoefte aan een andere aanpak voor de mondzorg“, zegt Listl. „Dat de mondzorg voor volwassenen helemaal niet in het basispakket zit lijkt me maatschappelijk gezien geen geschikte oplossing. Maar de kwaliteit en doelmatigheid van de mondzorg kan ook nog duidelijk omhoog als je kijkt naar op preventie gerichte beloningssystemen, meer integrale samenwerking van verschillende zorgprofessionals, meer public health preventie en een meer op de mondgezondheid-behoeftes van de bevolking gerichte capaciteitsplanning.“

Belangen van de suikerindustrie

De wereldwijde suikerindustrie gebruikt volgens de auteurs strategieën om de omzet en winst te verhogen en de inspanningen van de volksgezondheid te ondermijnen om de consumptie van vrije suikers te verminderen. In de Lancet Oral Health Series schrijven ze dat er een dringende behoefte is aan het ontwikkelen van duidelijker en transparanter beleid en procedures voor belangenconflicten om de invloed van de suikerindustrie op tandheelkundig onderzoek en mondgezondheidsbeleid te beperken en te verduidelijken.

Meest voorkomende ziekte wereldwijd
Mondgezondheid is een integraal onderdeel van de algemene gezondheid en het welzijn. Mondziekten hebben effect op de tanden en de mond, waaronder tandbederf (cariës), ziekte van het tandvlees en tumoren in de mond kunnen ontstaan. Hoewel grotendeels te voorkomen, zijn mondziekten veel voorkomende aandoeningen die wereldwijd meer dan 3,5 miljard mensen treffen. Tandbederf is de meest voorkomende ziekte wereldwijd. Het aantal mensen dat daar last van heeft neemt in veel lage- en middeninkomenslanden nog altijd toe.

Bron:
The Lancet
Radboud UMC

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit