Chirurgische kroonverlenging voor betere functie en esthetiek

Chirurgische kroonverlenging voor betere functie en esthetiek

Wat zijn de belangrijkste indicaties voor een chirurgische kroonverlenging? Met uitleg over de functionele en esthetische kroonverlenging. Verslag van de lezing van Giles de Quincey.

Indicaties voor een chirurgische kroonverlenging

  • Het verkrijgen van voldoende retentie en resistentie (ferrule) voor een kroon of brug
  • Het elimineren van pseudopockets
  • Esthetische verbetering van voortanden

Functionele kroonverlenging

Een klinische kroonverlenging kan bijdragen aan de levensduur van een restauratie. Voor een kroon of brug heb je voldoende ferrule nodig. Ferrule is erg belangrijk voor een duurzame restauratie. Vaak werd gezegd dat het niet wenselijk was dat de outline van de preparatie in de ‘’Biological width’’ ligt. Tegenwoordig wordt de benaming ‘’biological with’’ vervangen door de benaming ‘’supracrestale bindweefselaanhechting’’.

Uit de literatuur blijkt dat je minimaal 2 mm ferrule nodig hebt boven de supercrestale bindweefselaanhechting. Soms kun je niet dieper prepareren, bijvoorbeeld bij diepe cariës of wanneer een fractuur van het element tot het bot reikt. Om te voorkomen dat de outline van de preparatie niet in de supracrestale connective tissue ligt of voor herstel van adequate connective tissue attachment, kun je een klinische kroonverlenging uitvoeren.

Opbouw van de supracrestale bindweefselaanhechting

  • 07 mm bindweefselaanhechting
  • 97 epitheliale aanhechting
  • 69 mm sulcus

De supracrestale bindweefselaanhechting is gemiddeld 2-3 mm van preparatie outline tot bot. Deze supracrestale bindweefselaanhechting blijkt in de praktijk variabel te zijn.

Esthetische kroonverlenging

Een chirurgische kroonverlenging kan de esthetiek verbeteren.

Wanneer bepaal je of je wel of geen botcorrectie moet doen?

Door transgingivaal sonderen kun je voelen waar de botrand ligt. Hiermee kun je bepalen of je wel of geen botcorrectie moet doen. Indien de afstand van de marginale gingiva tot het bot minder dan 3 mm bedraagt, is een botcorrectie nodig voor een kroonverlenging. Bedraagt de afstand van marginale gingiva tot het bot meer dan 3 mm dan is een kroonverlenging mogelijk zonder botcorrectie. Let hierbij dan wel op de de afstand van de marginale gingiva tot de botrand na de kroonverlenging circa 3mm is.

Gingivahyperplasie

Wanneer treedt gingivahyperplasie op? Er zijn verschillende groepen van hyperplasie; plaque-gerelateerd versus anatomische bepaald. Vaak zijn het jongere mensen die hyperplasie van de gingiva hebben.

  • Passieve eruptie. Vaak bij jonge mensen waarbij de element eruptie nog niet is afgerond. Er wordt een onderscheid gemaakt van verschilde stadia bij passieve eruptie. Het kan zijn dat daar afwijkingen optreden, hierin wordt een onderscheid gemaakt in vier verschillende types gewijzigde passieve eruptie. Het is per type gewijzigde passieve eruptie welke behandeling uitgevoerd wordt.

Gingivahyperplasie

  • Reactie op ortho apperatuur kan ook zorgen voor gingivahyperplasie. Ook plaqueretentieve restauraties.

Een laserkroonverlenging wordt vaak gecombineerd met een frenectomie. Bij gepigmenteerde gingiva, is het belangrijk om rekening te houden met de soort therapie. Of flap of laser.

Een kroonverlenging blijkt vaak zinvol, ook bij behandeling van jonge patiënten. Er zijn verschillende manieren om een chirurgische kroonverlenging uit te voeren.

  • Kroonverlenging met scalpel (flap) versus laser (diode)
  • Met/zonder botcorrectie
  • Boor versus piezochirurgie

Multidisciplinaire samenwerking is hierbij belangrijk om het doel te kunnen bereiken.

Smile analyse

Een smile analyse gaat bij de Quincey vooraf aan elke behandeling in het zichtbare deel van de dentitie, de esthetische zone. Iets om rekening mee te houden volgens de Quincey is dat bij een spontane lach vaak veel hoger is dan als je vraagt te lachen. Daarnaast is het belangrijk om de esthetische hulpvraag serieus te nemen anders gaan ze ergens anders naartoe waar ze het verprutsen. Als het complexer wordt geef dan uitleg over wat de risico’s zijn. Werk bovendien met een mock-up. Dit een een zeer efficiënt middel om met de patiënt, de tandtechnicus en medebehandelaars te communiceren. Bovendien is dit heel handig voor de behandelaar zelf.

Voor de mock-up kan gekozen worden voor de direct of indirecte methode. Direct kan met wit of roze composiet in de praktijk. Bij de indirecte techniek kan dit aan de hand van een smile analyse en opwas door het laboratorium.

Uit het proefschrift van Meijering blijkt dat patiënten die cosmetische behandeling ondergaan daarna ook beter gaan poetsen.

Gummy smiles classsificatie

  • Vertraagde passieve eruptie= negatieve recessie
  • Verticale uitgroei in combinatie met slijtage
  • Verticale uitgroei ten gunste van maloccusie
  • Maxillair exces
  • Hypermobiele bovenlip
  • Combinaties

Bij de chirurgische behandeling ga je vanuit zenith ene kant op en andere kant op. Belangrijk is: je komt niet aan de papil.

Giles de Quincey is in 1987 afgestudeerd als tandarts aan de KU Nijmegen. Na een korte tijd als algemeen-practicus in Eindhoven gewerkt te hebben, is hij in 1988 een 2-jarige Post-graduate opleiding Parodontologie begonnen aan de University of Southern California in Los Angeles. Na succesvolle afronding hiervan is Giles in 1990 een verwijspraktijk voor Parodontologie en Implantologie in ‘s-Hertogenbosch gestart. Sinds 2009 is de praktijk ook uitgebreid met endodontie op verwijzing. In 1994 is Giles erkend als Diplomate of the American Academy of Periodontology, verder heeft hij ook zitting gehad in het Consilium Parodontologicum van de NVvP. Sinds 1992 is Giles verbonden als docent aan de destijds EFP-erkende Post-graduate opleiding voor Parodontologie in Nijmegen.  Na terminatie van het Post-graduate onderwijs is hij kort betrokken geweest bij het chirurgisch profiel in de master fase van tandheelkunde. Sinds begin 2017 is hij Assistant Clinical Professor in de EFP-erkende Post-graduate opleiding Parodontologie aan de Universiteit van Bern, Zwitserland. Giles is actief lid van de Dutch Academy of Esthetic Dentistry en heeft in binnen- en buitenland nascholing gegeven, waarbij zijn voorliefde uitgaat naar parodontale plastische regeneratieve chirurgie en multidisciplinaire casuïstiek.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Giles de Quincey tijdens het congres Chirurgie van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Thema A-Z
Mondgezondheid-bij-schooljeugd-in-Dominicaanse-Republiek

Mondgezondheid bij schooljeugd in Dominicaanse Republiek beter door Nederlands preventieprogramma

Nederlandse vrijwilligers helpen sinds 2008 met de stichting Bocas Sanas Hollanda Maimón de mondgezondheid te verbeteren van schooljeugd in de Dominicaanse Republiek. Uit onderzoek is gebleken dat de hoeveelheid cariës bij kinderen op de betrokken scholen beduidend lager is.

Bocas Sanas Holanda-Maimón

Cariës vormt een groot publiek gezondheidsprobleem in de meeste geïndustrialiseerde landen. 60-90% van de schoolkinderen heeft cariës. Cariës kan leiden tot een verminderde kwaliteit van leven. Het is daarom van groot belang om de prevalentie van cariës bij kinderen omlaag te krijgen.

De stichting Bocas Sanas Holanda-Maimón (BSHM) heeft in 2008 een preventieprogramma opgezet in de Dominicaanse Republiek met als doel de mondgezondheid van de jeugd te verbeteren. Dit gebeurt voornamelijk in het district Maimón (een arme plattelandsomgeving) in de provincie Puerto Plata. BSHM verleent preventieve en curatieve zorg met teams van Nederlandse vrijwilligers die samenwerken met Dominicaanse partners. Daarbij ligt de nadruk op preventie, door voorlichting en tandenpoetsen op school volgens het ‘Fit-for-School’-systeem.

Werkwijze

BSHM probeert de mondgezondheid van de kinderen op het Dominicaanse platteland te verbeteren door kinderen op school dagelijks hun tanden te laten poetsen. Dit gebeurt via het Fit-for-School-systeem, dat uit drie gezondheidscomponenten bestaat. In de eerste plaats gaat het om het dagelijks poetsen van de tanden met fluoridetandpasta in speciaal daarvoor gemaakte poetsinstallaties. Daarnaast is het de bedoeling dat de kinderen dagelijks de handen wassen met zeep én dat ze twee maal per jaar een albendazole-tablet innemen tegen worminfecties.

Om de doelen te bereiken werft de stichting fondsen en materialen, waarmee de preventieve en curatieve zorg uitgevoerd kan worden. Door bekendheid te geven aan de activiteiten van de stichting wordt geprobeerd verdere financiële, logistieke en overige steun te krijgen.

Samenwerking

BSHM streeft naar samenwerking met gelijkgestemde organisaties in Nederland, in de Dominicaanse Republiek en op internationaal niveau om kennis en ervaring op te doen en uit te wisselen. Daarnaast wordt samenwerking gezocht met Dominicaanse overheidsinstanties, bedrijven en lokale organisaties om zoveel mogelijk draagvlak te ontwikkelen

Evaluatie-onderzoek

Nadat zeven jaar met het BSHM-programma was gewerkt, is in 2015 een evaluatie uitgevoerd. De vraag hierbij was, welk effect het preventieprogramma van BSHM heeft. Hierbij werd gekeken naar de prevalentie van cariës bij 12-jarige Dominicaanse kinderen die mee hebben gedaan aan het preventieprogramma. Dit onderzoek is uitgevoerd door studenten van de opleiding Mondzorgkunde Hanzehogeschool Groningen, Yldou Anema en Berdien Buurlage, onder begeleiding van mondhygiënisten Nicolette Hooyschuur en Agatha Rijpma-Huitema. De onderzoeksgegevens zijn verzameld door medewerkers van Bocas Sanas in 2015.

De gegevens zijn verwerkt in een afstudeerscriptie door de twee mondzorgkunde studenten. De resultaten zijn recent door Yvonne A.B. Buunk-Werkhoven en Selma Y. Burrekers gepubliceerd in een wetenschappelijk artikel dat geplaatst is op de website van Juniper Publishers.

Opzet onderzoek

Om te onderzoeken of het preventieprogramma van BSHM effect heeft, is de mondgezondheid van 12-jarige kinderen op scholen die aan het preventieprogramma hebben deelgenomen vergeleken met kinderen van scholen uit de buurt die niet hebben deelgenomen.

Op deze scholen zijn verschillende gegevens verzameld op een zelfontwikkeld scoreformulier, namelijk DMFT-gegevens (Decayed, Missing, Filled Teeth), en PUFA-gegevens (Pus, Ulceraties, Fistels en Abces). Ook is onderzocht wat het effect van toeristen en het kopen van snoep is op de DMFT-score. Verder werd ook de cariësprevalentie vergeleken met die in 2008 en werd er een enquête gehouden onder docenten en betrokkenen.

Resultaten

Uit het onderzoek is gebleken dat er significant minder caviteiten, vullingen, pulpa-exponaties en fistels voorkwamen bij de kinderen die hadden deelgenomen aan het preventieprogramma.

Bij scholen waar wel toeristen komen bleken de kinderen aanzienlijk meer caviteiten en sealants te hebben. Of kinderen wel of geen snoep kochten op school was niet in de DMFT-score te zien.

De DMFT-score is in zeven jaar gezakt van 3.9 naar 3.6.

Uit de enquête bleek dat alle scholen het onderdeel poetsgedrag matig hebben begrepen, onthouden, toegepast en/of opgevolgd.

Als verbeterpunt voor BSHM wordt door de respondenten het zorgen voor voldoende tandpasta en/of water gegeven. Er kan geconcludeerd worden dat het geven van voorlichting, instructie en curatieve zorg op scholen in combinatie met het plaatsen van poetsbakken de cariësactiviteit bij 12-jarige kinderen in de Dominicaanse Republiek significant verminderd heeft.

Vrijwilligers gezocht

Ieder jaar bezoeken teams van vrijwilligers de Dominicaanse Republiek om gedurende twee weken op scholen tandheelkundige zorg te bieden.

De komende reis vertrekt op 9 februari 2020. Hiervoor is BSHM nog op zoek naar tandartsen en mondhygiënisten, die als vrijwilliger twee weken lang schoolkinderen preventieve en curatieve zorg willen bieden. De groep bestaat uit 8 tot 12 mensen. De eerste bijeenkomst voor de nieuwe groep is op 21 september.  Meer informatie hierover.

 

Bron:
Bocas-Sanas 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Natuurlijke tandheelkunde

Natuurlijke tandheelkunde: hoe veranderingen in de maatschappij en nieuwe technieken behandelmethoden beïnvloeden

De huidige consument krijgt een steeds breder besef over zijn gezondheid en stelt vaker kritische vragen. Die maatschappelijke verandering heeft ook invloed op de tandheelkunde. Daarnaast worden er steeds meer technieken ontwikkeld die de tandarts in staat stellen esthetisch te werken en daarbij gebruik te maken van de biologische wetten van het natuurlijke weefsel. Hoe kunnen we die bezien in het licht van dit onderwerp en hoe kan de tandarts inspelen op de veranderende wensen van de maatschappij?

Toen de Franse filosoof in 1644 in zijn werk ‘Principiae Philosophiae’ de stelling ‘cogito ergo sum’ (ik denk, dus ik besta) beschreef, werd daarmee niet alleen een van de hoekstenen van de moderne westerse filosofie gelegd, maar ook van de westerse geneeskunde. Het beschrijft de scheiding tussen lichaam en geest, een situatie die de tandarts ook dagelijks meemaakt wanneer patiënten een deel van hun lichaam laten controleren. Tot voor kort, stelde de patiënt daarbij weinig vragen over de gestelde diagnose, een voorstel tot behandeling werd doorgaans blind geaccepteerd en de kennis en kunde van de arts werd zelden in twijfel getrokken. Maar tijden veranderen.
De ongelimiteerde toegang tot informatie via het internet zorgt ervoor dat mensen zich beter inlezen over de door de arts gestelde diagnose, de voorgenomen behandelingen en over de mogelijke risico’s en bijwerkingen. Door die enorme hoeveelheid beschikbare informatie gaat men vragen stellen. Dat dit soms tot wrijving lijdt, is een situatie waarin iedere moderne arts zich zal herkennen. Informatie op het internet is immers niet altijd op feiten en wetenschap gebaseerd. Hoe moeten we hiermee omgaan?

Meer vragen gesteld over behandelen

Dat er op een breed vlak in diverse maatschappelijke sectoren kritische vragen gesteld worden is niet per definitie verkeerd. De huidige trend is namelijk ook dat er een breder besef komt over gezondheid in het algemeen. Men stelt kritische vragen bij voeding, doet meer aan beweging en probeert de werk-privé balans meer te bewaken. Dat er dus ook meer vragen gesteld worden over het handelen van artsen is onvermijdelijk. Daardoor komt de vertrouwensrelatie tussen patiënt en arts soms sneller onder druk te staan, omdat niet meer alles wat de arts zegt blindelings geaccepteerd wordt en er een beroep wordt gedaan op het zelfbeschikkingsrecht van de mens. Anderzijds verplicht het de arts om steeds meer vragen te stellen over zijn alledaagse handelen. De verandering in de maatschappij is van invloed op hoe we naar de tandheelkunde van de toekomst kijken. Ook binnen ons vak vinden overweldigende ontwikkelingen plaats. Hoe kunnen we die bezien in het licht van dit onderwerp? Welke behandelmethoden en visies zijn er die inspelen op en aansluiten bij de veranderende behoeften en
wensen van de maatschappij?

Het spanningsveld tussen biotechniek en bio-energetica

Allereerst dienen wij als artsen te beseffen dat er verschillende geneeskundige visies zijn (Bellavite, 2014). De meest gebruikelijke is de biotechnische manier van geneeskunde bedrijven. Kort samengevat houdt dit in dat de behandeling van een diagnose berust op westers wetenschappelijke methodiek. De diagnose wordt daarbij gesteld door een specialist met veel kennis over een specifiek gedeelte van het menselijk lichaam. De tweede manier van geneeskunde bedrijven is de bio-energetische manier. Hierin wordt doorgaans een holistische visie aangehouden en wordt diagnostiek bedreven op het totale lichaam in plaats van een specifiek gedeelte hiervan. Behandeling geschiedt doorgaans via homeopathie en/of natuurlijke methodes. Wanneer we de onderlinge verstandhouding van beide geneeskundige principes analyseren, kan gesteld worden dat er veel discussie heen en weer is over de juistheid van beide principes. De biotechniek verwijt de bio-energetica van kwakzalverij en quasi-wetenschap en de bio-energetica verwijt op zijn beurt weer dat biotechniek teveel naar een te specifiek deel kijkt voor diagnostiek en dat behandeling vooral berust op symptomen en niet op oorzaak.

Integrated medicine visie

Na een jarenlange patstelling verandert er nu iets. Een derde stroming van geneeskunde dient zich aan: de zogeheten ‘integrated medicine’ visie. Deze geneeskundige visie kenmerkt zich door holistische diagnostiek te combineren met evidence based handelen. Daarbij realiseert men zich dat de wetenschappelijke basis waarop wordt gehandeld verandert met de jaren en dat relativering en begrip van behandelingen en materialen dus cruciaal is voor de juiste toepassing ervan. Binnen de moderne tandheelkunde zullen de meeste behandelaars claimen dat zij biotechnisch en evidence based handelen. Veel tandartsen die preventie in de praktijk stimuleren en algehele anamneses afnemen, zullen echter al werken volgens integrated medicine visie, zonder dat zij dit eigenlijk beseffen.

Waarom kunnen we dit zeggen? Dit begint al met preventie bij de jonge patiënt. We leren de kinderen in de praktijk op de juiste manier te poetsen. We leggen uit hoe ze gaatjes krijgen en dat voeding en voedingsmomenten een belangrijke rol spelen in dit geheel. We letten erop dat ze neusademhaling hanteren en de juiste mondgewoontes aanleren voor een optimale kaakontwikkeling. Naarmate onze patiënten ouder worden, blijven we de mondhygiëne stimuleren en begeleiden waar nodig. Ook wanneer we een nieuwe patiënt voor het eerst in de stoel ontvangen, doen we een anamnese om goede diagnoses te kunnen stellen en voorspelbare toekomstplannen te maken. We stellen daarbij vragen als: Wat voor effect heeft het werk en privéleven op de patiënt, wat hebben grote levensgebeurtenissen voor effect gehad in het lichaam, wat zijn de mondgewoontes, hoe is het voedingspatroon, en wat is de tandheelkundige voorgeschiedenis? Allemaal factoren waar tandartsen zich nu al mee bezighouden en die passen binnen deze integrale visie.

De mond als belangrijk onderdeel van het lichaam

Het is duidelijk dat de mond een belangrijk onderdeel is van het menselijk lichaam. Tandheelkunde is tot op heden alleen nog wel een los onderdeel van de algehele gezondheidszorg, terwijl de mond en de goed doorbloede tongspier het begin vormen van het spijsverteringskanaal. Wanneer de spijsvertering niet goed verloopt, is dat bijvoorbeeld goed af te lezen aan de mond. Dat werkt ook andersom. Een onrustige mond veroorzaakt juist een slechte vertering. Vanuit de afdeling parodontologie op ACTA wordt nu al regelmatig probiotica geadviseerd voor goede bacteriebalans. Het is dus belangrijk om de mond niet als los onderdeel te zien maar als deel van het gehele lichaam. Ook de patiënten vragen steeds vaker van ons als behandelaars een holistische kijk te hanteren waarbij we nadenken over wat het effect is van ziekteprocessen en van behandelingen in de mond op het hele lichaam. Het is niet zonder reden dat op dit vlak de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan wordt, waarin wordt geconcludeerd dat de mond een spiegel is van de algehele gezondheid (Beukers et al, 2016; Loos et al, 2015).

De natuur als basis voor moderne technieken en esthetisch werken

Los van de veranderende geneeskundige filosofie, verandert ook onze kennis en visie op materialen. Als logisch gevolg hiervan is het belangrijk dat we er bewust van zijn wat voor materialen we in de mond stoppen. Er is tegenwoordig al veel keuze uit plastische en keramische materialen om metaalvrij te kunnen werken. Waarin voorheen in het kader van assemblage gehandeld werd (samenvoegen van verschillende elementen tot een eindresultaat), kiezen we tegenwoordig steeds vaker voor bio-engineering waarin we een matrix aanleveren, maar het lichaam zelf het eindresultaat laten bepalen. Een goed voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld guided bone regeneration, een behandeling die breed wordt toegepast in de orale implantologie.

Door te kijken naar de verschillende materiaaleigenschappen gaan we ook automatisch nadenken over de omgeving en weefsels waarin deze materialen moeten functioneren. Hierin ligt de oorsprong van de bio-mimetica, een ander facet van natuurlijk werken. Hierbij wordt geprobeerd de weefsels zo natuurgetrouw en esthetisch mogelijk te restaureren in vorm, kleur en eigenschap. De BioMimeticstudyclub is een mooi voorbeeld van een groep tandartsen die proberen een element zo te restaureren dat deze zo optimaal en duurzaam mogelijk kan functioneren in de mond, of zoals ze zelf via diverse kanalen communiceren ‘restorative dentistry done right’. Tandartsen als Pascal Magne, David Alleman en Marco Gresnigt zijn erg trouw aan dit concept en doen hier veel baanbrekend onderzoek naar (Alleman et al, 2017). En biomimetica is niet alleen vertegenwoordigd in de kringen van
tandartsen en tandarts-specialisten, maar ook in de tandtechniek onder de noemer bio-emulatie. Waar we twee decennia geleden nog genoegen namen met metalen randen onder kronen en relatief witte en onnatuurlijke kleuren, tegenwoordig moet de kleur van een indirecte restauratie 1 op 1 zijn. Dit is heel goed mogelijk wanneer we wederom kijken en luisteren naar de natuur en haar biologische spelregels en deze combineren met moderne technieken zoals bijvoorbeeld eLab en Matisse. Hierbij wordt digitaal de kleur, helderheid en chroma gemeten en middels Matisse een recept aangedragen om de verschijning van een kroon 1 op 1 na te bootsen.

Door:
Maartje Damen-Brands en Jasper Thoolen, tandartsen en initiatiefnemers van het Natuurlijk 2019 congres dat op 11 oktober 2019 wordt gehouden in de Efteling.

De vraag: ‘Hoe natuurlijk werk ik?’ wordt behandeld tijdens het Natuurlijk 2019 congres. De sprekers en moderator van het congres zijn bezig geweest om antwoorden te zoeken op de hoofdvraag hoe duurzaam, voorspelbaar en efficiënt wij als tandartsen nu eigenlijk werken. Het congres geeft een praktische handleiding hoe een goede, volledige anamnese af te nemen waaruit een zo lichaamsvriendelijk plan kan rollen en waarbij we zo dicht mogelijk bij de natuurlijke materialen, anatomie van de kaak en elementen kunnen blijven. Het congres laat zien hoe we de gezondheid van de patiënt nog meer kunnen benaderen vanuit een integrale visie. Hierbij worden behandelmethoden besproken die de verschillende facetten van natuurlijk werken belichten, zowel op het gebied van esthetiek als vanuit de verschillende visies die in dit artikel zijn toegelicht.
Sprekers: Maarten de Beer, Marat Awdaljan, Maartje Damen-Brands, Ronald Muts, Jasper Thoolen.
Voor meer informatie over het congres kunt u terecht op www.natuurlijkcongres.nl

Gebruikte bronnen:
* Alleman DS, et al. The protocols of Biomimetic Restorative Dentistry: 2002 to 2017. Increade the longevity of restorations with the biomimetic approach. Inside Dentistry 2017; 64-73.
* Bellavite P. Homeopathy and integrative medicine: keeping an open mind, 2014. J Med Pers; 2015, 13:1–6
* Beukers NGFM, et al. Periodontitis is an independent risk indicator for atherosclerotic cardiovascular diseases among 60 174 participants in a large dental school in the Netherlands. J Epidemiol Community Health 2017;71:37–42. doi:10.1136/jech-2015-206745
* Loos BG, et al. Parodontitis en systemische ziekten – van wetenschap naar praktijk. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2015; 122: 542-548 doi: 10.5177/ntvt.2015.10.15134

Lees meer over: Kennis, Markttrends, Scholing, Thema A-Z

Ontwikkeling pH sensor om cariës voortijdig te detecteren

Amerikaanse onderzoekers hebben een pH sensor ontwikkeld die door middel van verfstof en het opwekken van LED het risico op cariës kan voorspellen. Het prototype dat in deze studie werd ontwikkeld toont potentie om de problemen van huidige pH meettechnieken op te lossen, maar vergt wel verdere ontwikkeling voordat het in de praktijk gebruikt kan worden.

Meting van tandplak

Een klinische meting van tandplak is noodzakelijk voor tandartsen om het risico op tandbederf te kunnen voorspellen. Een van de manieren om dit te doen is door het vermogen tot zuurproductie van de plak te meten en evalueren. Op dit moment worden hier twee manieren voor gebruikt: elektrische sonde-apparaten en laser scanning microscopie. Aangezien beiden meerdere gebreken kennen besloten onderzoekers van de University of Washington in Seattle om een nieuwe techniek te ontwikkelen voor het meten van biofilm pH, om zo cariës vroegtijdig te kunnen detecteren.

Ontwikkeling nieuwe pH sensor

Om dit te doen werd een glasvezel pH sonde gemaakt, die pH van 4,5 tot 7 kan meten en een 420-nm LED gebruikt als excitatie bron. Vervolgens werd een in vitro onderzoek op twee verwijderde verstandskiezen gedaan, gevolgd door een pilot onderzoek op acht individuen. Twee van hen poetsten hun tanden vrijwillig niet op de dag van het onderzoek.

Voor het testen koos een tandarts telkens een tandoppervlak waar veel plak maar geen interproximale ruimten leken te zijn. Na een rustperiode werd de pH waarde gemeten met omgevingslicht, autofluorescentie en fluoresceïne. Vervolgens spoelden de deelnemers tweemaal hun mond. De onderzoekers meten de pH waardes na een minuut, en vervolgens driemaal vijf minuten later. Het oppervlakte van tand 8 werd gebruikt als referentiepunt aangezien er vanuit werd gegaan dat hier weinig plak zou is.

Na afloop ondergingen de deelnemers een tandreiniging en evaluatie volgens CAMBRA (Caries Management by Risk Assessment), waarbij een deelnemer werd beoordeeld als hoog risico, een als medium risico en zes als laag risico.

De gemiddelde pH test op de controletand was 6,91, met een gemiddelde pH daling van 0,4 na het reinigen. Bij zes van de patiënten was een daling van minstens 0,4 te zien.

Nog niet klaar voor markt

Hoofdonderzoeker Seibel: “We waren blij met de resultaten van de in vitro studies, aangezien deze te reproduceren zijn voor een eerste prototype. Het klinische werk was echter nog erg variabel.” Voordat het pH metingsapparaat op de markt gebruikt kan worden, zal het apparaat daarom verder moeten worden ontwikkeld en aangepast.

Bron:
J. of Biomedical Optics

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Associatie tussen chronische parodontitis en erectiestoornissen

Een nieuwe studie heeft een associatie aangetoond tussen chronische parodontitis en erectiestoornissen. De resultaten van het onderzoek suggereren het belang voor urologen om rekening te houden met de mondgezondheid bij het onderzoeken en behandelen van mannen met een erectiestoornis.

Endotheeldisfunctie door parodontitis

De laatste jaren bleek steeds vaker dat chronische parodontitis endotheeldisfunctie kan veroorzaken. Parodontale bacteriën zorgen voor ontstekingen die het endotheel kunnen ontregelen, waardoor plak kan ontstaan aan de binnenkant van kleine en middelgrote vaten. Deze ontregeling kan een invloed hebben op erecties en penis vascularisatie. Aangezien er slechts een Turks onderzoek is dat de link tussen parodontitis en erectiestoornissen onderzocht, besloten Amada Martin en zijn team van de University of Turin in Italië hier verder onderzoek naar te doen.

Het onderzoek

Het onderzoek werd uitgevoerd op 158 patiënten aan de urologie afdeling van het San Cecilio University Hospital in Granada, Spanje, in de periode van januari 2015 tot januari 2017. 80 van hen waren recentelijk gediagnosticeerd met een erectiestoornis, 78 patiënten hadden geen erectiestoornis en werden gebruikt als controlegroep. Alle patiënten waren tussen de 18 en 70 jaar oud en hadden minstens 11 natuurlijke tanden in hun mond.

Van alle patiënten werd sociodemografische data verzameld, zoals leeftijd en alcohol- en tabaksconsumptie. Ook ondergingen alle patiënten een parodontaal onderzoek, waarbij onder andere werd gekeken naar diepte van de pockets, klinisch hechtingsverlies, bloeden bij sonderen, aanwezigheid van plak en een modificatie van de Periodontal Inflammatory Severity Index (PISIM).

Parodontale patiënten meer kans op erectiestoornis

Uit het onderzoek bleek dat in de groep met patiënten met erectiestoornis 74% kampte met parodontitis, waar dit in de controlegroep het geval was voor 58%. Hieruit kan worden geconcludeerd dat parodontale patiënten een grotere kans hebben op een erectiestoornis dan patiënten zonder parodontitis. Om dit te bevestigen is verder, langdurig onderzoek met een objectieve techniek noodzakelijk.

Bron:
European Federation of Periodontology

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
MRI scans als hulp bij identificatie gebitsbreuken

MRI scans als hulp bij identificatie gebitsbreuken

Nieuw onderzoek heeft gekeken naar of MRI scans gebruikt kunnen worden voor het identificeren van wortelscheuren en breuken in de tanden. Dit werd gedaan door resultaten van MRI scans te vergelijken met CBCT scans.

MRI vs. CBCT scans

Nieuwe 3D beeldvormingsmodaliteiten, zoals CBCT beelden, kunnen helpen bij het detecteren van wortelscheuren en breuken. De resultaten van eerdere studies hiernaar wisselen echter. Daarnaast vergen de modaliteiten een lange scantijd en veel radiatie om een beeld te kunnen vormen. MRI zou een goed alternatief kunnen vormen om deze breuken te identificeren, zonder ioniserende radiatie. Om dit te onderzoeken wilden de onderzoekers van de University of Minnesota School of Dentistry in Minneapolis kijken of zij de gevoeligheid en specificiteit van MRI scans voor het detecteren van wortelscheuren en breuken in vergelijking met CBCT scans.

Het onderzoek

Om dit te doen koppelden de onderzoekers 29 volwassen tanden, getrokken na een klinische diagnose van een wortelscheur of breuk, aan hetzelfde aantal controle tanden. Deze werden vervolgens gescand met een 4-tesla 90 cm boor vol lichaamssysteem MRI en een ex vivo limited field-of-view CBCT apparaat. Een panel beoordeelde vervolgens de verschillende beelden.

Vergelijkbare resultaten

De resultaten toonden aan dat MRI vergelijkbaar is met CBCT scans wat betreft het meten van gevoeligheid en specificiteit rondom scheuren en breuken in tanden. Op basis hiervan kan MRI niet per definitie worden aangeraden als vervangende scan voor bijvoorbeeld CBCT beelden. Wel kan het raadzaam zijn om MRI scans te gebruiken om de beelden bij te staan en te controleren. Mocht de technologie rondom MRI scans verder vorderen dan zou dit echter zeker kunnen veranderen.

Bron:
Journal of Endodontics 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
De ballen hoog houden: heeft u dat gevoel weleens?

Video: De ballen hoog houden: heeft u dat gevoel weleens?

Heeft u ook weleens dat gevoel? U heeft het druk en moet veel ballen hoog houden. U runt een praktijk, heeft een gezin dat af en toe aandacht nodig heeft en ook sport u af en toe. Een gezonde geest zorgt nu eenmaal voor een gezond lichaam. Kortom stress. Op zich is stress niet erg, want veel mensen presteren beter onder gezonde druk. U moet echter oppassen dat deze druk niet naar de ongezonde kant neigt. Video over het stellen van prioriteiten.

Bekijk ook de eerdere video van Anna Berends van Loenen over het behalen van tijdswinst.

Beslisdiagram from Anna Berends van Loenen on Vimeo.

Video door Anna Berends van Loenen.

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
Toenemende aandacht commercialisering Duitse tandheelkundige markt

Toenemende aandacht commercialisering Duitse tandheelkundige markt

De aandacht voor de beleggers die in Duitsland de tandheelkundige markt betreden blijft toenemen. Tijdens de hoorzitting over de Term Service and Supply Act (TSVG) waarschuwde de KZBV, de Duitse tandartsenvereniging, opnieuw voor het scenario waarin partijen zonder achtergrond in de zorg de tandheelkundige markt betreden.

Beleggers en zorgketens

Wolfgang Esser, CEO van de KZBV: ‘Met de huidige ontwikkeling zou de verzekerde community-based care op de lange termijn gevaar kunnen lopen. Beleggers kopen praktijken om deze vervolgens te betrekken bij grote zorgcentra en -ketens, waardoor zorg in toenemende mate vooral toegankelijk voor mensen in stedelijke gebieden en met hoge inkomens zal worden.’

Tien grote investeerders in Duitse markt

Volgens een studie van de KZBV zijn er op dit moment al tien grote en financiële investeerders in de Duitse tandheelkundige markt. Volgens Esser is dit echter niet nodig, aangezien er in Duitsland genoeg gekwalificeerde jonge tandartsen zijn en omdat de financiering van de praktijken wordt gewaarborgd door banken. Esser: ‘Uiteraard beloven grote (buitenlandse) investeerders Duitsland om aantrekkelijke en risicovrije rendementen te behalen. Snelle winst en duurzame, mensgerichte, goede zorg passen echter nou eenmaal niet bij elkaar. Als de wetgevers nu niet snel handelen zullen er vele investeerders bijkomen op de Duitse markt en zal de kwaliteit van de zorg afnemen.’

Raad van Europese Tandartsen

De Raad van Europese Tandartsen sluit zich aan bij de KZBV en is tegen verdere commercialisering van de Europese tandheelkundige markt. Ook zij denken dat dit verschijnsel een enorm gevaar vormt vanwege het gebrek aan bescherming van de patiënt. In verschillende EU-landen zijn al zaken van fraude en faillissement gebleken.

Nu is het moment voor politici om te beslissen hoe tandheelkundige zorg in de toekomst moet worden gewaarborgd. Goede, betrouwbare zorg en tevreden patiënten zouden hierin centraal moeten staan.

Bron:
ZWP online

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Vroeg beginnen met mondzorg zorgt voor significant betere mondgezondheid

Vroeg beginnen met mondzorg zorgt voor significant betere mondgezondheid

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat goede mondzorg al belangrijk is vanaf een hele jonge leeftijd. 3 jaar oude kinderen die vanaf hun geboorte mondzorg kregen hadden een significant betere mondgezondheid dan kinderen die pas vanaf 2 jaar oud mondzorg kregen.

Vroege interventie komt niet vaak genoeg voor

In dit onderzoek werd gekeken naar de impact van vroege interventie bij meer dan 400 Australische kinderen. De twee belangrijkste bevindingen van de studie waren het voordeel van vroege interventie en het belang van periodieke controles. Casamassimo en Nowak, van het Ohio State University College of Dentistry en het University of Iowa College of Dentistry: “Beiden zijn concepten die nog steeds te weinig worden toegepast bij jonge kinderen, desondanks het feit dat steeds meer studies, waaronder deze, het grote belang hiervan onderstrepen.”

Preventie van groot belang

Slechte mondgezondheid bij kinderen wordt geassocieerd met pijn, problemen met eten en het missen van schooldagen. Het voorkomen van problemen en cariës bij kinderen is daarom van groot belang. In dit onderzoek keek Lisa Jamieson, PhD onderzoekster aan de University of Adelaide Dental School in Australië, of vroege interventies kinderen kunnen helpen bij het voorkomen van cariës. Dit werd gedaan door te kijken naar kinderen van drie jaar oud, waarvan de helft al mondzorg kreeg vanaf hun geboorte en de andere helft pas vanaf hun tweede levensjaar.

Vroege interventie loont

Hoewel de mondgezondheid van de kinderen met latere mondzorg nog steeds een stuk beter was dan die van kinderen zonder enige zorg, bleek de mondgezondheid van de kinderen met mondzorg van jongs af aan significant beter. Deze studie draagt daarom bij aan het bewijs dat vroege mondzorg positief bijdraagt aan het verbeteren van de mondgezondheid en het voorkomen van carieës bij kinderen.

Bron:
Jamanetwork.com

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Meer duidelijkheid over invulling nieuwe beroepsgroep “mondhygiënist” in België

Recessiebedekkende chirurgie

Terugtrekkend tandvlees wordt door zowel de patiënt als de tandarts als een probleem gezien. De vaak ontsierende blootliggende tandhalzen kunnen pijnklachten veroorzaken en poetsdefecten in de hand werken. Het is daarom van belang een goede inschatting te kunnen maken wat de etiologie en de prognose van deze recessie is. Met de juiste parodontale chirurgische technieken kan in veel gevallen het verloren/missende tandvlees worden hersteld.

Waarom lijken recessies toe te nemen?

Enkele oorzaken: evolutie, biotypes tandvlees, meer orthodontie, kaken worden steeds kleiner, spieren worden kleiner. We hoeven het minder te gebruiken daardoor atrofie.

De alveolaire ontwikkeling blijft achter, echter de elementen blijven even groot waardoor er meer crowding is in gebitten.

Er is aangetoond dat er bij een niet-goede neusademhaling malocclusie kan ontstaan. Dit blijkt uit een studie bij apen uit Noorwegen. De studie werd uitgevoerd door een orthodontist die bij aapjes de neus dichtmaakte.

Een recessie kan ook ontstaan door een draad van spalk geplaatst na een orthodontische behandeling. Bij orthodontisch behandelde patiënten wordt meer recessie gezien d an bij onbehandelde patiënten. Bij 2.7% van de patiënten met twisflexdraad krijgt verschuivingen van met name ondertanden.

Waarom recessietherapie?

  1. Esthetiek
  2. Dentine sensitiviteit
  3. Preventie cervicale abrasie/erosie
  4. Vereenvoudiging tandpreparatie
  5. Behoud element!

Miller classificatie

  1. Gingivarecessie die begrensd wordt door gekeratiniseerde gingiva
  2. Gingivarecessie voorbij mucogingivale grens (omslagplooi)
  3. Interdentale papil degenereert, er is sprake van een bepaald proces (bijvoorbeeld parodontitis)
  4. Interdentale papil is volledig afwezig

Miller classificatie 3 is nog wel goed te behandelen. Bij Miller classificatie 4 is het chirurgisch niet meer mogelijk een papil te creëren.

Er is nu in plaats van Miller een nieuwe classificatie.

Orthodontie kan goed samengaan met recessiebedekking. Door middel van strippen en torquen kun je interdentaal weefsel terugkrijgen. Staat het element buiten de ‘’biologic envelope’’? Met orthodontische verplaatsing verdwijnt recessie dan soms al.

Intake en diagnose

Intake

  • Hoe snel is het ontstaan?
  • Hoe lang al?
  • Gevoeligheid?
  • Medische en tandheelkundige anamnese
  • Lifestyle (roken, piercings)

 Lichtfotografie: buccaal en incisaal

Röntgenopname

Korte beoordeling smile dynamics

DPSI (parodontitis uitsluiten)

Beoordeling mondhygiëne

Voorlopig behandelplan

Etiologie

  • Traumatisch tandenpoetsen
  • Restauratieve tandheelkunde, gingivaretractie
  • Excessieve scaling en rootplaning
  • Chronische marginale parodontitis
  • Endodontisch aanhechtingsverlies

Risicofactoren

  • Biotype
  • Buccale botdehiscentie
  • Frenulumaanhechting
  • Piercings

Bij een recessie is het biotype vaak het probleem. Dun tandvlees is gevoeliger voor recessies dan een dikker biotype. Voorkomen van recessies is beter dan genezen. Het is daarom belangrijk om naar de preventie-assistente te gaan. Veel recessies ontstaan namelijk door een poetstrauma.  Daarnaast kan een recessie door een buccale botdehiscentie na orthodontie (eenvoudiger) ontstaan. Ook tractie van een frenulumaanhechting kan resulteren in een recessie. Piercings zijn ook een risicofactor omdat deze de gingiva kunnen beschadigen.

Chirurgische technieken

Er zijn verschillende chirurgische technieken die voor recessiebedekking worden toegepast.

De Quincey laat aan de hand van veel casussen de mogelijkheden zien, met ook met lange termijn resultaten. Door goede diagnostiek en behandeling is het resultaat erg stabiel. Ook door gebruik van microchirurgie, onder andere eigen ontwikkelde microblades, kan erg nauwkeurig gewerkt worden en zijn de succespercentages van de ingrepen hoger.

Bij een recessie linguaal wordt vaak ook tongriemcorrectie uitgevoerd. Te veel tractie van de tongriem kan namelijk ook een recessie in de hand werken.

Amelogenine kun je aanbrengen bij de behandeling. Dit zorgt voor een mooi resultaat en bevordering van de parodontale wondgenezing.

Je wilt niet alleen recessie bedekken, je wilt ook nieuw parodontium. Bij parodontale regeneratie zijn er drie eisen: nieuw cement, nieuw parodontaal ligament en nieuw kaakbot.

De nieuwe technieken met scannen zorgen ervoor dat je beter kunt meten hoe succesvol je behandeling is. Je kunt bijvoorbeeld een voor-scan met een eind-scan vergelijken.

Er zijn ook mogelijkheden voor andere materialen dan het het autologe bindweefseltransplantaat voor de recessiebedekking. Een indicatie hiervoor zou kunnen zijn als je veel tanden moet bedekken. Het trauma is dan erg groot voor het oogsten van autoloog materiaal. Naar deze nieuwe materialen wordt nog veel onderzoek gedaan.

Meestal is het goed om zes maanden te wachten voordat je prothetisch gaat behandelen na een recessiebedekking.

Giles de Quincey is in 1987 afgestudeerd als tandarts aan de KU Nijmegen. Na een korte tijd als algemeen-practicus in Eindhoven gewerkt te hebben, is hij in 1988 een 2-jarige Post-graduate opleiding Parodontologie begonnen aan de University of Southern California in Los Angeles. Na succesvolle afronding hiervan is Giles in 1990 een verwijspraktijk voor Parodontologie en Implantologie in ‘s-Hertogenbosch gestart. Sinds 2009 is de praktijk ook uitgebreid met endodontie op verwijzing. In 1994 is Giles erkend als Diplomate of the American Academy of Periodontology, verder heeft hij ook zitting gehad in het Consilium Parodontologicum van de NVvP. Sinds 1992 is Giles verbonden als docent aan de destijds EFP-erkende Post-graduate opleiding voor Parodontologie in Nijmegen.  Na terminatie van het Post-graduate onderwijs is hij kort betrokken geweest bij het chirurgisch profiel in de master fase van tandheelkunde. Sinds begin 2017 is hij Assistant Clinical Professor in de EFP-erkende Post-graduate opleiding Parodontologie aan de Universiteit van Bern, Zwitserland. Giles is actief lid van de Dutch Academy of Esthetic Dentistry en heeft in binnen- en buitenland nascholing gegeven, waarbij zijn voorliefde uitgaat naar parodontale plastische regeneratieve chirurgie en multidisciplinaire casuïstiek.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Giles de Quincey tijdens het congres Chirurgie van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Thema A-Z
app, telefoon

Poetsen met app helpt beter poetsen en vermindert tandplak

Een smartphone app om patiënten beter te laten poetsen. Een recente studie toont aan dat patiënten die deze app met poetsfeedback gebruikten binnen vier weken een vermindering van 70% in tandplak ondervonden.

Gezondheid gerelateerde apps

Dit onderzoek komt voort uit een aantal gerandomiseerde klinische proeven die de impact van gezondheid gerelateerde apps bestuderen. De resultaten suggereren dat vergelijkbare toepassingen ongekende voordelen kunnen hebben.

Verrassende resultaten

De auteurs schreven: “De bereikte tandplak-reducties waren meer dan het dubbele van de 30% dat systematische reviews en meta-analyses hebben aangetoond. Deze worden over het algemeen enkel bereikt in chirurgie-gebaseerde tandenborstel-proeven.”

Brushlink

In totaal werden 100 deelnemers uit twee Britse tandartspraktijken gerekruteerd. Zij kregen allen mondhygiëne-instructies. Aan de helft van hen werd Brushlink toegekend, een apparaat dat aan een tandenborstelhendel wordt bevestigd. Tijdens het poetsen geeft dit apparaat feedback via een app.

Positieve ervaringen

In een enquête benadrukte sommige deelnemers het gebruiksgemak van het hulpmiddel. Ook de hulp bij poetsen en de ingebouwde timer van twee minuten werden als positieve punten genoemd.

Gebrek vergelijkbare onderzoeken

De onderzoekers merkten op dat er een gebrek is aan vergelijkbare gerandomiseerde klinische onderzoeken naar dit onderwerp. Aangezien er steeds meer van deze apps op de markt komen, hopen de onderzoekers in de toekomst hun nut te kunnen testen en zo de algehele en orale gezondheid te verbeteren.

 

Bron:
British Dental Journal

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Wat onthult tandsteen over de rol van vrouwen in de Middeleeuwen?

Wat onthult tandsteen over de rol van vrouwen in de Middeleeuwen?

Onderzoekers vinden in de tanden van een vrouw uit de Middeleeuwen voor het eerst duidelijk bewijs dat vrouwen deelnamen aan de productie van geïllustreerde manuscripten in die tijd.

Direct bewijs

Een internationaal onderzoeksteam onder leiding van het Max Planck Instituut voor de Geschiedenis van de Mensheid in Jena en de Universiteit van York heeft direct bewijs gevonden dat vrouwen ook deelnamen aan de productie van geïllustreerde manuscripten in de Middeleeuwen. In het tandsteen van een vrouw die begraven lag op het kerkhof van een 12e-eeuws Duits klooster, ontdekten de wetenschappers lapis lazuli-pigmenten. Dit suggereert dat de vrouw met deze kostbare kleur religieuze teksten illustreerde.

Borstel

“We hebben vele scenario’s over hoe dit mineraal kan worden bereikt in de calculus van deze vrouw doordacht,” zeggen de onderzoekers. “Op basis van de verdeling van het pigment in haar mond, kwamen we tot de conclusie dat het zeer waarschijnlijk is dat zij schilderde met het pigment en tijdens het werk haar mond aanraakte met de borstel.”

Uitstekende capaciteiten

Ultramarijn pigmenten van lapis lazuli werden, evenals goud en zilver, alleen gebruikt om de meest waardevolle manuscripten te illustreren.“ Alleen degenen die uitstekende capaciteiten bezaten, kregen de opdracht voor het gebruik hiervan,” zegt Alison Beach van Ohio State University, die als historicus deelnam aan het project.

Vroomheid

Ondanks dat Duitsland tijdens de 12e eeuw bekend stond als een actief centrum voor boekproductie, was het bijzonder moeilijk om de bijdrage van vrouwen op dit gebied te identificeren. Als teken van vroomheid tekenden veel Middeleeuwse schrijvers en illustrators hun werken niet, een praktijk die vooral voor vrouwen was.

Vraagtekens

De resultaten van de studie brengen dus vraagtekens op over de wereldwijde overtuiging dat vrouwen in die tijd een ondergeschikte rol speelden.

Bron:
shh.mpg.de

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Bleekstrips kunnen dentine aantasten

Bleekstrips kunnen dentine aantasten

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat de actieve ingrediënt van vele strips voor het bleken van tanden, hydrogen peroxide, het eiwitrijke dentine kan beschadigen. Dit bleek uit een studie van onderzoekers van de Stockton University in New Jersey.

Invloed hydrogen peroxide op collageen

Kelly Keenan en haar team van onderzoekers vonden eerder al dat het collageen in de dentine laag verminderde op het moment dat de tanden werden gebleekt. Om die reden besloot Keenan om verder te bestuderen wat het hydrogen peroxide met het collageen doet, op de gehele tand.

Onderzoek

In de nieuwe studie demonstreerden de onderzoekers dat het belangrijkste eiwit in dentine wordt opgedeeld in kleinere stukjes op het moment dat deze wordt behandeld met hydrogen peroxide. In aanvullende experimenten werd het pure collageen behandeld met hydrogen peroxide en vervolgens geanalyseerd met behulp van een gen electrophoresis laboratorium techniek, waardoor het eiwit kon worden gevisualiseerd.

Schade door bleekstrips

“Onze resultaten tonen aan dat behandeling met hydrogen peroxide concentraties gelijk aan die in bleekstrips genoeg zijn om het originele collageen eiwit te laten verdwijnen. Dit kan waarschijnlijk worden verklaard door de formatie in vele kleinere stukjes.” – Keetan

Verder onderzoek

De onderzoekers benadrukken dat er hier niet werd gekeken naar of het collageen en andere eiwitten opnieuw geproduceerd zouden kunnen worden. Het is dus niet bekend of de schade permanent is. In een volgend onderzoek hopen de onderzoekers te kijken naar of hydrogen peroxide een soortgelijke invloed heeft op andere eiwitten in het gebit.

Bron:
New-medical.net

 

 

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
Uitgereikte awards binnen de tandheelkunde

Uitgereikte awards binnen de tandheelkunde

De afgelopen maand werden er meerdere awards uitgereikt voor bijzondere prestaties in de tandheelkunde. Zo werden bijvoorbeeld de IADR Neuroscience Senior Investigator Award en de IADR Young Investigator Award, de American Academy of Dental Sleep Medicine student research award, en de ESTSS EJPT award uitgereikt.

IADR Neuroscience Senior Investigator Award 2019

De IADR Neuroscience Senior Investigator Award 2019 werd uitgereikt door de International Association for Dental Research (IADR). Middels deze award willen zij onderzoekers prijzen die een grote dienst hebben geleverd op het gebied van tandheelkundige neurowetenschap. Op 19 juni mocht ACTA-hoogleraar Frank Lobbezoo deze prijs in ontvangst nemen.

IADR Young Investigator Award

Op 19 juni werd reikte de IADR ook de IADR Young Investigator Award uit. Deze mocht in ontvangst worden genomen door ACTA-wetenschapper Dagmar Else Slot, voor haar geweldige prestaties op wetenschapsgebied.

ESTSS EJPT Award 2018

De ESTSS EJPT Award is de prijs voor de beste paper van 2018. Dit jaar ging deze prijs naar bijzonder hoogleraar angst- en gedragsstoornissen Ad de Jongh. Op 16 juni mocht hij in Rotterdam de award in ontvangst nemen.

AADSM Student Research Award

De American Academy of Dental Sleep Medicine (AADSM) reikt elk jaar een speciale student research award uit. Dit jaar ging de prijs naar ACTA-promovendi Xiaoxin Shi en Boyuan Kuang.

 

Bron:
ACTA.nl

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Nieuwe botvervanging om natuurlijke botgroei te stimuleren

Nieuwe botvervanging om natuurlijke botgroei te stimuleren

Dentale implantaten die niet goed blijven zitten of splinterfracturen waarbij botmodellering niet volledig mogelijk zijn zouden binnenkort nog wel eens tot het verleden kunnen behoren. Prof. Dr. Med. Steffen Witzleben en zijn team van de hogeschool Bonn-Rhein-Sieg (Duitsland) zijn druk bezig met de ontwikkeling van hybride botvervangende materialen, die langzaam vrijkomen en de groei van natuurlijk bot stimuleren.

Gelijk aan natuurlijk weefsel

Witzleben geeft aan dat ze willen dat het nieuwe materiaal bestaat uit een samenstelling die soortgelijk is aan die van natuurlijk weefsel. Hierdoor zou het enerzijds kunnen dienen als vervanging voor bot, maar ook als draagmateriaal voor biofosfonaat, welke werkzame stof initieel chemisch aan de drager gebonden is. Hierdoor worden de osteoblasten, de cellen voor de vorming en groei van bot, gestimuleerd.

Stoffen komen langzaam vrij

Tegelijkertijd onderzoekt het team van Witzleven de inkapseling van de biofosfonaat-actieve ingrediënten in een depot van polymeren. Hierdoor komen de stoffen langzamer vrij, waardoor de stoffen bijvoorbeeld pas een aantal weken na de operatie in gang kunnen worden gezet. De biofosfonaten en hun derivaten zijn onafhankelijk van leeftijd.

Controle van de nieuwe materialen

Om te controleren of de nieuw ontwikkelde hybride botvervangende materialen voldoen aan de beloften van de onderzoekers, worden ook de huidige commerciële materialen behandeld met de actieve ingrediënten om de effecten op de celsystemen te onderzoeken. Het onderzoek naar de structuur en morfologie van de nieuwe materialen wordt uitgevoerd met behulp van kernmagnetische resonantiespectroscopie (NMR-spectroscopie) en röntgenverstrooiing.

€500.000 bijdrage van Duits ministerie

Het Duitse federale Ministerie van Onderwijs en Onderzoek heeft laten weten om dit project met een half miljoen euro te steunen voor in elk geval de komende vier jaar. Partners van het project zijn de universiteiten van Bonn en Jena, RWTH Aachen University en de Ruhr University Bochum.

Bron:
Hochschule Bonn-Rhein-Sieg 

Lees meer over: Implantologie, Restaureren, Thema A-Z
electrische tandenborstel - poetsen

High-tech tandenborstel om tieners beter te laten poetsen

In een recent onderzoek werd gekeken naar hoe jongvolwassenen gestimuleerd kunnen worden om langer en effectiever hun tanden te poetsen. Het bleek dat het gebruik van een interactieve tandenborstel die met een smartphone verbonden wordt, goed kan helpen met het verbeteren van de mondgezondheidsroutine en het verminderen van tandplak.

Vergelijking tandplak

Dr. Christina Erbe, een orthodontist aan het medisch centrum van de Johannes Gutenberg University in Mainz in Duitsland, merkte het probleem op dat veel tieners hun tanden niet goed poetsen. Een van de gevolgen hiervan is meer tandplak in de mond. Erbe besloot daarom om jongeren te onderzoeken die of werden gevraagd met een normale, of met een interactieve tandenborstel, te poetsen, om vervolgens de niveaus van tandplak in hun monden te vergelijken.

Interactieve vs. handmatige tandenborstel

De interactieve tandenborstel die voor het onderzoekt werd gebruikt was de Oral-B Professional Care 6000 van Procter & Gamble. De tandenborstel geeft onder andere feedback tijdens het poetsen over de gebruikte kracht en duur van de poetssessie. Daarnaast geeft de borstel tips over aan welke gebieden van het gebit meer aandacht moet worden besteed. Deze groep ontving ook een Samsung Galaxy S3 smartphone met de Oral-B app erop geïnstalleerd.

Het onderzoek

Zestig deelnemers tussen de 13 en 17 jaar oud werden verdeeld in twee groepen. De ene helft gebruikte de elektrische Oral-B Professional Care 6000 borstel, en de andere helft gebruikte een zachte handtandenborstel, de Oral-B Indicator 35, om hun tanden te poetsen. Voorafgaand aan de studie werden alle deelnemers gescreend op het tandplak in hun mond. Daarnaast werden ze gevraagd om tweemaal per dag voor twee minuten hun tanden te poetsen, op de manier zoals ze dit normaal gesproken ook zouden doen. Ook werd iedereen gevraagd om voor 10 extra seconden op een specifiek gebied in de mond te focussen, en hier dus extra te poetsen. Dit werd verteld aan de handmatige tandenborstel groep, en via de app aan de high-tech borstel groep.

Effectiever poetsen door interactieve tandenborstel

Het gebit van alle deelnemers werd twee weken later bestudeerd. Bij de groep die gedurende hun tanden poetsten met de handtandenborstel waren de niveaus van tandplak gemiddeld omlaag gegaan met 1,7%. Bij de groep die poetste met de interactieve tandenborstel was dit echter maar liefst 34%. Een zeer significant verschil. Het tandplak in de focus gebieden bleek significant verminderd te zijn voor beide groepen, met wel een duidelijk groter verschil voor de interactieve tandenborstel groep. Ook de gemiddelde poetstijd was sterk hoger geworden voor de interactieve groep (108,6 vs 143,5 seconden), terwijl dit voor de handtandenborstel groep ongeveer gelijk bleef (119,2 vs 118,4 seconden).

Een tekortkoming van dit onderzoek is dat de gemiddelde poetstijd voorafgaand aan het onderzoek al 113,9 seconden was, wat een stuk hoger is dan de normale gemiddelde duur van slechts een minuut of minder. Desondanks toont deze studie duidelijk aan dat het gebruik van een interactieve, high-tech tandenborstel jongeren sterk kan stimuleren om beter en efficiënter hun tanden te poetsen.

Bron:
BMC Oral Health 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Tijd - klok

Lange wachttijden bij Vlaamse tandartsen en orthodontisten door langzame instroom

Vlaanderen kampt met lange wachttijden voor afspraken bij de tandarts of orthodontist. In sommige plaatsen in Vlaanderen is er een wachttijd voor de orthodontist van 2 jaar, voor de tandarts is de wachttijd soms vele maanden.  De oorzaak hiervan? Elk jaar mag er slechts een bepaald aantal nieuwe tandartsen en orthodontisten afstuderen, waardoor de instroom erg wordt beperkt.

Planningscommissie Medisch Aanbod

In België bepaalt de Planningscommissie Medisch Aanbod het aantal tandartsen en orthodontisten dat jaarlijks af mag studeren. Momenteel zijn dit er onder tandartsen ongeveer 100, en bij orthodontisten slechts elf. De instroom van nieuwe tandartsen gaat daardoor erg traag. Daar komt bij dat er elk jaar een gelijk aantal tandartsen stopt. Gezien het feit dat een groot deel van de huidige tandartsen momenteel tussen de 55 en 60 jaar oud is bestaat de kans zelfs dat dit probleem binnenkort alleen maar zal groeien.

Situatie niet problematisch

De Belgische Beroepsvereniging van Nederlandstalige Orthodontisten (BBNO) ziet de situatie echter nog niet als problematisch. In Nederland is het een stuk normaler om twee of drie jaar te moeten wachten op een orthodontist dan in België. Daarnaast, komt er spoed kijken bij een bepaalde zaak dan kan er altijd voorrang worden gevraagd bij de tandarts, welke in de meeste gevallen ook zal worden gegeven.

Tandartsen zijn bezorgd

De Vlaamse tandartsen vrezen zelf wel over de lange wachttijden bij orthodontisten. Stefaan Hanson, van het Verbond der Vlaamse Tandartsen: ‘Als de lange wachttijd bij orthodontisten nog verder toeneemt, zullen we daar wel aandacht aan moeten besteden.’

Bron:
Demorgen.be

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Hoe maak je contact met een puber

Hoe maak je contact met een puber?

De informatie die de mondzorgverlener geeft doet de puber ‘niets’. Er is geen contact. Te zien is hoe de mondzorgverlener contact maakt met de puber. Als het contact er eenmaal is, kan de mondzorgverlener de puber wel bereiken en stimuleren meer zijn best te doen bij de verzorging van zijn gebit.

Het Ivoren Kruis maakte deze video voor het programma Gewoon Gaaf.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z, Video
Gezamenlijke doelen mondzorg opgesteld voor innovatie, preventie en transparantie patiënt

Gezamenlijke doelen mondzorg opgesteld voor innovatie, preventie en transparantie patiënt

In overleg hebben beroepsverenigingen in de mondzorg, cliënten- en patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit zijn er gezamenlijke doelen voor de mondzorg opgesteld. Deze doelen worden in de komende periode uitgewerkt tot concrete plannen voor optimalisatie van innovatie, preventie en transparantie voor de patiënt.

Doelen samenwerking mondzorg

De samenwerkende partijen stelden de volgende doelen op:

  • Meer inzetten op bewezen effectieve preventie;
  • Maatwerk in de bekostiging en organisatie van mondzorg voor jeugd tot 18 jaar;
  • Maatwerk in de bekostiging en organisatie van mondzorg voor kwetsbare ouderen;
  • Verbeteren informatie en transparantie voor de patiënt;
  • Meer ruimte voor innovatie;
  • Meer ruimte voor esthetische of cosmetische mondzorg;
  • Toegankelijkheid van de mondzorg op de lange termijn moet geborgd zijn.

Samenwerkende partijen

De partijen die samenwerken aan deze gezamenlijke doelen voor de mondzorg zijn de beroepsverenigingen KNMT, NVIJ, NVM-mondhygiënisten en ONT, de Consumentenbond en de Patiëntenfederatie Nederland, Zorgverzekeraars Nederland en de NZa. De ANT was ook betrokken bij dit bestuurlijke overleg maar stapte onlangs hieruit.  De beroepsvereniging vindt dat zij wel mag meepraten maar niet mag meebeslissen.

Meer dan een jaar geleden startten deze partijen een project over bekostiging van de mondzorg waarbij gekeken wordt waar verbetering mogelijk is. NZa-bestuursvoorzitter Marian Kaljouw vindt de ambities een goede start: “We zijn blij dat er vanuit de sector brede steun en inzet is om met deze ambities in de hand te werken aan kwalitatief goede en toegankelijke mondzorg voor iedereen in Nederland.”

Ook de Patiëntenfederatie Nederland kan zich hierin vinden. Dianda Veldman, directeur-bestuurder van Patiëntenfederatie Nederland: “Door deze ambities komt er ruimte om de mondzorg voor patiënten te verbeteren en voor iedereen mondzorg op maat te bieden. We kijken steeds naar het belang van de patiënt en van daaruit werken we graag mee aan het verder brengen van deze ambities.”

KNMT-voorzitter Wolter Brands zegt: “De komende jaren zal de vraag hoe we de zorg bereikbaar en betaalbaar houden hoog op de politieke agenda staan. Ook in onze sector moeten we deze discussie voeren, ook al wordt lang niet alle mondzorg uit de basisverzekering gefinancierd. Om tot goede oplossingen te komen, is breed draagvlak nodig. Daarom is het goed dat we nu met al deze partijen samenwerken aan een toekomstbestendige mondzorg. De NZa heeft ons daarbij de waarborg gegeven dat brede draagvlak essentieel te vinden: nieuwe plannen kunnen niet zonder de steun van de tandartsen gerealiseerd worden. De korte lijnen die we onderling op bestuurlijk niveau hebben versterken het vertrouwen in dit project nog verder.”

Ambities mondzorg 2019 - 2021

Klik hier voor een vergrote versie van de de Ambities mondzorg 2019 – 2021

Lees meer over: Mondhygiëne, Tarieven, Thema A-Z
Luxaties van tanden als gevolg van dentaal trauma

Luxaties van tanden als gevolg van dentaal trauma

Luxaties van tanden als gevolg van trauma komen vaak voor en kunnen variëren van een op het oog onschuldige subluxatie tot een hopeloos lijkende avulsie. Bij de behandeling ervan is afwachten vaak een goede keus. In andere gevallen is razend snel ingrijpen juist van doorslaggevend belang. Michiel de Cleen liet in deze lezing zien hoe u als tandarts snel en betrouwbaar de schade aan parodontium en pulpa in kaart kunt brengen en hoe u op grond van de beschikbare diagnostische informatie de juiste behandeling op het juiste moment kunt uitvoeren.

Tandletsel

Niet alle tandletsels komen even vaak voor. Kroonfracturen komen het vaakst voor (26-76%), gevolgd door subluxaties (21%), laterale luxaties (11%) en extrusie luxaties (7%).  Wortelfracturen (0,5-7%), avulsies (0,5-3%) en intrusie luxaties (0,3-1,9%) komen het minst vaak voor. Tijdens zijn lezing ging Michiel de Cleen vooral in op de luxaties.

Luxaties

Er bestaan verschillende soorten luxaties:

  1. Contusie

Er is sprake van kneuzing van het parodontaal ligament, zonder mobiliteit van het element.

  1. Subluxatie

Er is sprake van kneuzing van het parodontaal ligament, met mobiliteit van het element.

  1. Extrusie luxatie

Het element is verplaatst úit de tandkas.

  1. Laterale luxatie

Het element is zijwaarts verplaatst in de tandkas.

  1. Intrusie luxatie

Het element is ín de tandkas verplaatst.

  1. Avulsie

Het element is in zijn geheel uit de tandkas.

Welke weefsels raken beschadigd bij een (laterale) luxatie?

Bij een luxatie is het element vaak zelf onbeschadigd maar zijn de volgende omringende weefsels wel degelijk beschadigd:

  • Parodontale vezels. Deze vezels genezen binnen paar dagen tot 2-3 weken.
  • Wortelcement kan afstropen/afbreken. Dit heeft als consequenties dat het dentine bloot komt te liggen. Cement kan wel weer terugkomen, cementoblasten zijn echter wel trager dan fibroblasten.
  • Alveolair bot. Bot is goed in staat te herstellen.
  • Pulpa. De pulpa ligt veilig beschermd in het element en daarom is er bij een luxatie dus geen direct letsel aan de pulpa. Er is echter wel sprake van indirect letsel door het kneuzen van vaatzenuwstreng en mogelijk ook door barsten in kroon waardoor bacteriën de pulpa kunnen bereiken door blootliggende tubuli.

Overleving van de pulpa na luxatie

De overleving van de pulpa verschilt per soort luxatie (Andreasen et al. 1985):

  • Contusie: 95-100%
  • Subluxatie: 75-98%
  • Extrusie luxatie: 40-95%
  • Laterale luxatie: 20-95%
  • Intrusie luxatie: 0-40%

Laterale luxatie

Bij de laterale luxatie is de overlevingsrange erg breed. Dit komt omdat de overleving van de pulpa sterk afhankelijk is van de mate van wortel-afvorming. Hoe meer de wortels zijn afgevormd, hoe slechter de prognose. De overleving van de pulpa is dus afhankelijk van zowel het type luxatie als de mate van wortel-afvorming.

Daarnaast is er vaak sprake van een combinatie van letsels. Lauridsen et al. (2012) heeft dit onderzocht en concludeerde dat de mate van ernst van het letsel aan de kroon de kans op pulpanecrose vergroot. Waarbij er ook een grote verschil was tussen elementen met en zonder afgevormde wortels.

Bij een laterale luxatie is de kroon van het element naar palatinaal verplaatst, dit betekent automatisch dat de wortel naar vestibulair is verplaatst. Het element kan het beste worden gereponeerd met twee vingers: één bij de apex en één vinger bij de kroon. Het is goed om te beseffen dat het element vlak na het trauma meestal niet op de koude-test reageert (dit is niet verwonderlijk, het heeft immers een enorme klap gehad) maar dat de pulpa zich nog wel kan regenereren.

Mogelijkheden om de genezing na luxatie positief te beïnvloeden

Welke factoren hebben mogelijk een positieve invloed op de genezing na een luxatie?

  1. Vermijden uitstel van behandeling

Uit onderzoek van Andreasen et al. (2002) bleek dat, met uitzondering van avulsies(!), het verreweg bij de meeste trauma’s niet uitmaakt of u binnen of na 24 na het trauma het element behandelt. Voor de patiënt is het echter vaak wel prettiger om het op dezelfde dag te behandelen. Het vermijden van uitstel heeft dus alleen positieve invloed wanneer er sprake is van een avulsie.

  1. Goede repositie

Uit onderzoek van Andreasen et al. (2019) blijkt dat het goed repositioneren van een element niet van belang is voor de genezing. Een goede repositie is echter wel van belang voor het eindresultaat: wanneer het element niet goed gerepositioneerd is dan geneest het namelijk niet in de goede positie. In veel gevallen kan dit op een later moment orthodontisch hersteld worden.

  1. Antibiotica

Antibiotica dragen niet bij aan de genezing (Andreasen et al. 2006). Antibiotica hoeven alleen voorgeschreven te worden bij patiënten met bijvoorbeeld hartproblemen waarbij normaliter een endocarditis profylaxe geïndiceerd is.

  1. Spalken

Het spalken van elementen draagt niet bij aan een betere genezing. Het kan echter wel bijdragen aan een slechte genezing! Zorg er dus voor dat uw spalk goed zit, de patiënt moet er goed mee kunnen eten en de spalk moet goed reinigbaar zijn. Vraag uzelf dus altijd af of een spalk essentieel is voor de genezing. Daarnaast is het meestal voldoende om één element aan weerszijde van het getraumatiseerde element te spalken. Dit voorkomt (onnodig) etsen van de buurelementen en ook is er geen kans op schade bij het verwijderen van het composiet.

De bovenstaande vier factoren hebben dus vrijwel geen invloed op de genezing. Geconcludeerd kan worden dat de genezing hoofdzakelijk bepaald wordt door de aard van de luxatie en het stadium van wortel-afvorming.

Diagnostiek en follow-up

Koude-test en röntgenonderzoek – reproduceerbaarheid

Patiënten moeten meerdere malen terugkomen na een dentaal trauma. De koude-test moet dan herhaald worden en ook worden er opnieuw röntgenfoto’s gemaakt. Het is sterk aan te raden om daarom zo reproduceerbaar mogelijk te werken. Hiervoor is het verstandig om gebruik te maken van instelapparatuur bij het maken van röntgenfoto’s. Ook kan er het beste voor één merk koude-test gekozen worden omdat de gevoelstemperatuur per merk verschilt.

Fotografie

Fotografie is essentieel voor de diagnostiek en de follow-up. Foto’s geven veel informatie. Na een trauma kan een tand verkleuren, om deze verkleuring goed te monitoren is het aan te raden om gestandaardiseerde lichtfoto’s te maken.

Transiet apical breakdown (TAB)

Soms is er vlak na een trauma een zwarting zichtbaar aan de apex terwijl de sensibiliteitstest positief en/of twijfelachtig is. In dat geval kan er sprake zijn van ‘transiet apical breakdown (TAB)’. Het is dan goed om eerst niets te doen aangezien dit defect zich vanzelf kan herstellen. Bij twijfel is het aan te raden om te overleggen met een endodontoloog.

Mogelijke gevolgen na luxatie

  • Verkleuring element

Andreasen et al. (1988) heeft in haar onderzoek gekeken naar wat een verkleuring precies betekent voor het element: moet u wel of geen wortelkanaalbehandeling uitvoeren?

Wanneer een element is verkleurd dan is dit op zich geen reden voor het uitvoeren van een wortelkanaalbehandeling. Ook een verkleurd element dat niet reageert op een koude-test is geen reden voor een wortelkanaalbehandeling. Dit is anders wanneer het element na drie tot vier maanden na het trauma nog steeds niet reageert op een koude-test. Uit het onderzoek kwam namelijk naar voren dat in dat geval in 90% van de gevallen sprake is van een dode pulpa. Bij een verkleurd element met een apicale zwarting is er nooit sprake van twijfel en moet er altijd een wortelkanaalbehandeling gestart worden.

  •  Obliteratie

Een obliteratie kan worden ontdekt door nieuwe röntgenfoto’s met oude te vergelijken. Daarnaast kan de pulpaholte van het getraumatiseerde element ook met die van een buurelement worden vergeleken.

De kans op een obliteratie van de pulpa holte na luxatie is vooral groot bij subluxatie van elementen met een open apex (Andreasen et al. 1987). Bij minder dan 10% treedt er pulpanecrose op na een kanaalobliteratie (Robertson et al. 1996). Een CBCT kan behulpzaam zijn bij het opsporen van een kanaal wanneer er sprake is van een obliteratie. Ook bestaat tegenwoordig de mogelijkheid om een boormal te printen aan de hand van het beeld op de CBCT.

  • Oppervlakteresorptie

Het optreden van oppervlakteresorptie kan geen kwaad. Het beeld op de röntgenfoto ziet er vaak anders uit en daarom kan oppervlakte resorptie gezien worden als een ‘litteken’. Typerend voor oppervlakteresorptie is dat de parodontaal-spleet gewoon doorloopt.

  • Externe ontstekingresorptie

Externe ontstekingsresorptie is een snel voortschrijdend proces en is altijd het gevolg van zowel een geïnfecteerde pulpa als een beschadigd worteloppervlak. Wanneer er dus sprake is van een vitale pulpa, kan er geen sprake zijn van externe ontstekingsresorptie. Het is dus goed om bij elke controle na trauma de volgende twee vragen te stellen:

  • Hoe zit het met de vitaliteit van pulpa?
  • Wat was de schade aan het worteloppervlakte tijdens het trauma?

Bij een intrusie luxatie is er veel schade aan het worteloppervlak waardoor er een grotere kans bestaat op ontstekingsresorptie in vergelijking met andere luxaties. Ontstekingsresorptie treedt al in snel op na een trauma. Uit onderzoek van Andreasen et al. (2018) blijkt dat na 3 maanden 68% van de gevallen zichtbaar zijn en na 6 maanden al 79%. Het (kunnen) optreden van ontstekingsresorptie is dan ook hoofdzakelijk de reden dat u vooral in de beginperiode na een trauma de patiënt vaak terug moet zien. Als er na een jaar geen problemen zijn opgetreden dan kunt u er wat meer gerust op zijn dat er geen ontstekingsresorptie op zal treden. Daarnaast is het goed om te beseffen dat cementoblasten externe ontstekingsresorptie kunnen repareren wanneer het defect klein is.

Michiel de Cleen is tandarts-endodontoloog te Amsterdam. Naast zijn werkzaamheden in de praktijk geeft hij regelmatig lezingen en cursussen op het gebied van de endodontologie. Zijn bijzondere belangstelling gaat uit naar de diagnostiek en behandeling van tandletsels.


Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het NVvE-congres Trauma… Oh nee! Wat nu?

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z