Implementatie van ‘Gewoon Gaaf’ loont

Implementatie van ‘Gewoon Gaaf’ loont

Mondhygiënist Marit Verschuuren-Kuijer studeerde in 2015 af op het onderwerp ‘Implementatie van NOCTP’, ook wel bekend als het Nexø-model en onder de naam ‘Gewoon Gaaf’. Hierbij wordt uitgegaan van preventie in plaats van curatie Inmiddels heeft ze dit model ook geïmplementeerd in een mondzorgpraktijk. Op het NVM-congres vertelde ze hierover.

Verschillende namen

Toen Marit zich in Non Operative Caries Treatment and Prevention (NOCTP) verdiepte, kwam ze hierbij allerlei namen tegen, zoals Giga Gaaf, Johnny Joker, Gezonde Peutermonden, Glansje, Trammelant in de Tandenland, OralB-app en Philips-app.

Deze namen kun je onderverdelen in methodes en materialen. Nexø , NOCTP en Gewoon Gaaf zijn verschillende namen die dezelfde methode betekenen. Giga Gaaf en Gezonde Peutermonden zijn eigenlijk ook volgens het Gewoon Gaaf principe, maar dan op het consultatiebureau. De andere zijn materialen of tools die je kunt inzetten. Dit zullen je patiënten leuk vinden en het zal ze inspireren en motiveren. Het kan een leidraad zijn voor je behandelingen. Bij Johnny Joker kunnen er data worden verzameld voor onderzoek van het ACTA, waarbij de effectiviteit wordt gemeten.

Mondrapport

Marit werkt met een mondrapport dat ze bij een eerder NVM-congres (De Jeugd Niet Vergeten) heeft gezien en heeft aangepast. Dit wordt altijd meegegeven aan de kinderen. Hierop staat het plakpercentage. Er wordt gestreefd naar een plakpercentage van onder de 10%. In dat geval scoren de kinderen een 0 en bij meer een 1. Bij wisselen of andere zaken die goed poetsen belemmeren scoren zij een 1. Bij actieve cariës wordt er ook een 1 gescoord. Hieruit komt voort hoe vaak zij terug zouden moeten komen naar de praktijk. Deze risicocriteria zijn conform de NOCTP-methode vastgesteld.

Alle kinderen kunnen hiermee gemotiveerd?  worden, ook die uit de lage sociaaleconomische klasse. Ook de ouders kunnen worden bereikt.

Attitudes ouders

Uit onderzoek van Vermaire blijkt dat ouders vijf verschillende attitudes kunnen hebben. Zo zijn de volgende typen ouders te onderscheiden:

  • bewuste en verantwoordelijke ouders;
  • bagatelliserende ouders;
  • uiterlijk georiënteerde ouders;
  • bewuste, maar drukke ouders;
  • bewuste, maar bezorgde ouders.

80% van de ouders is bereid om te investeren in Gewoon Gaaf. 20% van de ouders gaat niet mee in de NOCTP-methode. Elk type ouder heeft zijn eigen benaderingswijze nodig. Met de positieve aanpak kwamen zelfs uiteindelijk alle vijf typen ouders aan boord.

Wat is de gezondheidswinst?

Bij het cariëspreventieprogramma in Nexø was er een lage Sociaal Economische Status (SES) en een hele hoge cariës-incidentie. In plaats van alle cariës te gaan behandelen, hebben ze daar gekozen voor preventie met een individuele aanpak. Hierbij werd ook het cariësrisico inzichtelijk gemaakt. Van de 18-jarigen met een lage SES was 55% cariësvrij tegen 24-39% over alle ES-groepen in Denemarken. In Rusland is er ook een studie geweest over 3 jaar met verschillende leeftijden. Daarbij bleek dat er over alle groepen significant minder cariës was. Na 18 jaar was er nog steeds minder cariës in de interventiegroepen.

Ook Vermaire vond in Den Bosch in de groep 6-9 jarigen een cariësreductie tot 70%. Het voorkomen van 1 caviteit kost slechts 108 euro, een behandeling met fluoride en sealants 977 euro. Krijg je een caviteit in de kinderjaren, dan kost dit in een leven 2000 euro.

Waar begin je?

Marit heeft de afgelopen drie jaar NOCTP geïmplementeerd in een grote praktijk met tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten en acht behandelstoelen.

Ze overtuigde eerst haar collega-mondhygiënisten en kreeg hen al snel mee. Daarna volgden de tandartsen… De tandartsen vonden het in eerste instantie erg spannend om de fluoride en de sealants los te laten. Bovendien ga je de financiële prikkel als praktijk hiervan missen. Ook van de receptie vraagt het een goede planning.

Om het zo goed mogelijk allemaal uit te kunnen rollen, kan je het stappenplan van het Ivoren Kruis erbij pakken. Om het team op de werkvloer echt alles goed te laten uitvoeren, maak je het behapbaar en simpel.

Om patiënten mee te krijgen is goed gekeken naar wat patiënten motiveert. Er is een bord opgehangen in de wachtkamer, waarop de namen staan van de patiënten die een 0-score hebben. Ze worden dus helemaal de hemel in geprezen.

Administratie

Er komt veel administratie bij kijken om alles goed te kunnen monitoren. Bij elke behandeling wordt er een sjabloon ingevuld. Daarbij wordt ook genoteerd welke hobby en andere interesses en voorkeuren de patiënten hebben. Er kan nog een grote slag gemaakt worden door de makers van software.

Naar de verzekeraars werd vooraf een brief gestuurd met de melding dat de declaraties anders zouden worden. Het is gelukkig nooit een probleem geweest. CZ heeft gekozen om Gewoon Gaaf-praktijken 10% meer vergoeding te geven.

Vier je successen

Afgelopen week bleek dat in 2013, voorafgaand aan Gewoon Gaaf, 26 caviteiten werden behandeld op de 100 kinderen. In 2017 waren dat er nog maar 22. Deze cijfers werden met het team gedeeld en dat motiveerde het team enorm.

Teamwork

Denk goed na wat verschillende mensen binnen het team kunnen doen. De mondhygiënist is de aangewezen persoon om motivational interviewing te doen. Kinderen met een hoog cariësrisico moeten in de praktijk waar Marit werkt hier echt naar toe. Maar als het allemaal minder ingewikkeld is, kan de preventieassistent dit prima doen. Daarbij beslis je wel wat zij precies moet doen en hoe. Zo kan iedereen gezien worden. Als mondhygiënist kan je dit niet allemaal op je schouders nemen. Je hebt de steun van de tandarts en de preventieassistent nodig, wil je Gewoon Gaaf echt tot een succes maken.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de lezing van Marit Verschuuren-Kuijer, tijdens het NVM-najaarscongres ‘Innovatief denken en doen’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

Belangen van Belgische mondhygiënisten behartigd door BBM

In juni 2019 zijn de eerste mondhygiënisten in België afgestudeerd. Tien studenten hadden al voor het afstuderen een beroepsvereniging opgericht: Belgische beroepsvereniging voor mondhygiënisten (BBM). dental INFO sprak met Isabelle Mertens, voorzichter van BBM.

Wanneer zijn jullie gestart?

“De Belgische beroepsvereniging voor mondhygiënisten ‘BBM’ is door tien mondhygiënisten opgericht, die als eerste lichting afstudeerden in juni 2019. Vijf studeerden aan de Artevelde Hogeschool te Gent en vijf aan de UCLL te Leuven. Op 14 juli 2018 kwamen we met tien, toen nog studenten, voor de eerste keer samen. Sindsdien wordt er maandelijks vergaderd. Op 3 mei 2019 werd officieel de VZW Belgische beroepsvereniging voor mondhygiënisten (BBM) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. We zijn apetrots om deze nieuwe beroepsgroep in België te kunnen vertegenwoordigen!”

Wat is het doel van de vereniging?

“BBM heeft een drieledige missie. In de eerste plaats behartigen we de belangen van de Belgische mondhygiënisten. Ten tweede willen we bijdragen aan een betaalbare, kwaliteitsvolle preventieve mondzorg gebaseerd op evidence based practice. En als laatste willen we op maatschappelijk gebied bijdragen aan de algemene gezondheid, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen binnen de Belgische samenleving. We hebben een zeer uitgebreide visie over de Belgische mondhygiënist en de vereniging uitgeschreven, die je op onze website www.bb-m.be kan terugvinden.”

Hoe ziet de organisatie eruit?

“We zijn met een tienkoppig bestuur, tien pittige dames, die elke dag gepassioneerd in de weer zijn voor de Belgische mondhygiënisten. Ieder heeft zijn eigen functie binnen de vereniging en we verwezenlijken op die manier zeer veel op korte termijn. Het is een vzw (vereniging zonder winstoogmerk), wat betekent dat er zeer veel gedreven engagement in de groep is. BBM wil alle mondhygiënisten in België vertegenwoordigen, maar momenteel zijn er enkel in Vlaanderen afgestudeerde mondhygiënisten. Binnen drie jaar studeren ook mondhygiënisten in Brussel en Luik af, die we ook zeer graag verwelkomen in de BBM-familie!”

Hoe gaat het met jullie naamsbekendheid? Hebben jullie al veel leden?

“We trachten het beroep van mondhygiënist in België goed kenbaar te maken onder de bevolking, en ook bij alle huidige professionals in het mondzorglandschap. BBM groeit elke dag en we geven met veel plezier ook adviezen aan mondhygiënisten en andere professionals die wensen samen te werken met een mondhygiënist. Op 15 oktober stond onze ledenteller exact op 100. We bedanken dan ook al deze mondhygiënisten en studenten mondzorg voor het vertrouwen in ons!”

Hoe verloopt de communicatie naar de leden?

“Alle leden krijgen maandelijks een nieuwsbrief waarin de activiteiten van BBM staan, de laatste ontwikkelingen op beleidsniveau, interessante weetjes, … Vanaf december zal er ook een online magazine van BBM verschijnen. Bij belangrijke meldingen krijgen onze leden ook telkens een persoonlijke e-mail. Via sociale media (Facebook, Instagram) en onze website houden we iedereen op de hoogte. We zijn zelf ook heel eenvoudig bereikbaar via e-mail of telefoon, we willen iedereen zeer graag te woord staan.”

Wat zijn jullie plannen?

“We zijn uiteraard niet in het wilde weg bezig. BBM heeft haar missie en visie vertaald in heel concrete doelstellingen. Deze hebben we op korte, middellange en lange termijn uitgestippeld. Wat we al gerealiseerd hebben is bijvoorbeeld de aansluiting bij de Europese federatie voor mondhygiënisten (EDHF). Ook hebben we contacten gelegd met verscheidene overheidsinstanties, cursussen voor onze leden georganiseerd en binnenkort houden we ook ons eerste eigen congres!
Op het programma staat onder andere nog het ontwikkelen van een deontologische code voor mondhygiënisten en het samenwerken met andere organisaties zoals bijvoorbeeld nationale en internationale beroepsverenigingen. Verder gaan we ons voorbereiden op het verwelkomen van Franstalige leden en willen we provinciale/regionale werkgroepen oprichten. Genoeg werk aan de winkel dus!”

Waar gaat het congres over dat jullie binnenkort organiseren?

“BBM-Kick off is ons eerste congres dat 16 november in Antwerpen zal plaatsvinden. Het belooft een zeer boeiende dag te worden met drie interessante lezingen. Mondhygiëniste Miranda Belder zal over de parodontale nazorgfase spreken, waarbij een gestructureerde werkwijze en de compliance van de patiënt een essentiële rol spelen. Dr. Dagmar Else Slot zal in een interactieve lezing je wegwijs maken in het bos van alle soorten tandenborstels en tandpasta’s op de huidige markt. Cynthia Ghysels sluit de dag af met een prikkelende sessie over work-lifebalance. We verwelkomen dan ook graag alle mondhygiënisten, studenten mondzorg, tandartsen en andere professionals!”
Lees meer over het congres.

Doen jullie nog meer aan nascholing?

“We boden leden al informatieve workshops aan. We zijn volop bezig om nog andere cursussen en workshops te organiseren, ook in samenwerking met onze partners. Met ons eerste congres in het vooruitzicht zijn we ook al bezig om het volgende uit te stippelen. Via de Europese federatie is er ook een online cursusprogramma ontwikkeld, dat BBM in de toekomst ook aan leden zal aanbieden.”

Interview door Yvette in ’t Velt met Isabelle Mertens, voorzitter Belgische Beroepsvereniging voor Mondhygiënisten.

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Robots om kinderen minder bang voor de tandarts te laten zijn

Robots om kinderen minder bang voor de tandarts te laten zijn

De tijden waarin kinderen bang zijn voor de tandarts lijken te zijn geweest. Met behulp van het robotje MEDi krijgen kinderen een maatje en worden ze gerustgesteld tijdens een tandartsbezoek.

Angst voor de tandarts

Normaalgesproken houden kinderen niet van een bezoekje aan de tandarts. Dat zitten in een grote stoel terwijl er een vreemde in je mond zit te kijken en pulken met eng gereedschap is geen fijne ervaring. Koppel dit aan negatieve gevoelens die ouders suggereren en het is geen hogere wiskunde dat een tandartsbezoekje hoog op het wil-ik-niet-lijstje van een kind staat.

Het robotje MEDi helpt de kinderen

Om dit gevoel te veranderen worden tegenwoordig allerlei hulpmiddelen ingezet in de kindertandheelkunde. Een van de laatste ontwikkelingen is het gebruik van een klein robotje genaamd MEDi om kinderen op hun gemak te krijgen.

MEDi is ontwikkeld door psycholoog dr. med. Tanya Beran van de Universiteit van Calgary in Canada. Het werd speciaal ontwikkeld voor kindergeneeskunde om een bezoek voor kinderen minder beangstigend te laten zijn. Tegenwoordig heeft de robot ook een programmering die speciaal gericht is op het gebruik in tandartspraktijken.

MEDi is de ster van de praktijk

Het robotje is slechts zo’n zestig centimeter groot en wordt al enkele jaren succesvol in ziekenhuizen gebruikt. MEDi kan staan, zitten, rennen en dansen om de kinderen te vermaken. Ook kan hij met kinderen praten in een taal die aangepast is aan de doelgroep.

Door op ooghoogte te communiceren, grapjes te maken, hun angsten serieus te nemen en ze aan te moedigen, kan MEDi kinderen geruststellen. Bovendien kan de robot zo worden geprogrammeerd dat hij kinderen bij hun naam noemt. Angst- en stressniveaus zijn hierdoor aantoonbaar verminderd bij deze jonge patiëntjes.

Daarnaast kan MEDi ook worden ingezet als een supergoede docent mondhygiëne. Zet hem voor de klas en de aandacht is gegarandeerd!

Wil je MEDi in actie zien? Bekijk dan deze video’s

 

Bron:
eu.mycentraljersey.com

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Wasmachine verspreidt ziekteverwekkers

Wasmachine verspreidt resistente ziekteverwekkers in kinderziekenhuis

Bacteriën kunnen worden verspreid via wasmachines, aldus hygiënisten van de Universiteit van Bonn. Dit is aangetoond in een kinderziekenhuis waar een type antibioticaresistente Klebsiella oxytoca meermaals is overgedragen op pasgeboren baby’s.

Resistente bacterie gevonden tijdens routineonderzoek

De ziekteverwekker werd tijdens een routineonderzoek gevonden in een commerciële wasmachine waarin kleding voor de pasgeborenen wordt gewassen. Klebsiella oxytoca kan leiden tot infecties in het maagdarmkanaal en de luchtwegen en in het ergste geval tot (dodelijke) bloedvergiftiging. De specifiek gevonden soort is deels of helemaal resistent voor antibiotica. Gelukkig zijn er geen gevaarlijke infecties bij de baby’s geweest.
Het type bacterie dat werd ontdekt was zo uniek dat het makkelijk was om de verspreidingsroutes te ontdekken. Meerdere omgevingsmonsters werden hiertoe vergeleken met monsters van de baby’s. Het bleek dat ouders of verpleegkundigen de ziekteverwekker niet hadden overgedragen, dus moesten ze verder naar de bron zoeken.

Een wasmachine als bron

In de gootsteun en op het deurrubber van een wasmachine die speciale babysokken en -mutsjes wast werd de Klebsiella oxytoca wel aangetroffen, zegt Prof. Dr. med. Dr. Martin Exner. Hij is de directeur van het Instituut voor Hygiëne en Volksgezondheid van de universitaire klinieken in Bonn. Nadat de wasmachine was verwijderd werd er geen verdere kolonisatie gedetecteerd: de overdrachtsveroorzaker was dus gevonden.
Desbetreffende wasmachine is niet een speciale wasmachine met ontsmettingsmiddelen zoals ziekenhuizen normaal gebruiken, maar een wat oudere, commerciële wasmachine. Dit betekent dat ook in huiselijke omgevingen en bijvoorbeeld tandartspraktijken problemen met ziekteverwekkers kunnen ontstaan.
Eerder was al aangetoond dat bacteriën zich in wasmachines kunnen nestelen. Dit is echter de eerste keer dat er bewijs is dat antibioticaresistente bacteriën in een wasmachine ook kunnen worden overgebracht op mensen.

Hoe te voorkomen

Om problemen te voorkomen zou het wasgoed bij hogere temperaturen gewassen moeten worden. De onderzoekers realiseren zich dat dit tegen de trend ingaat om juist kouder te wassen zodat het milieu enigszins gespaard wordt. Toch raden ze aan om zeker bij 60 graden te wassen als er duidelijke infectiebronnen in het huishouden aanwezig zijn. Voorbeelden hiervan zijn ouderen met blaaskatheters of jongere mensen met infecties.

Nieuw onderzoek

Aangezien het aantal mensen dat zorg nodig heeft gestaag toeneemt, wordt het steeds lastiger om de overdracht van gevaarlijke bacteriën te voorkomen. Het Instituut voor Hygiëne en Volksgezondheid wil daarom met behulp van vrijwilligers de overdracht van antibioticaresistente bacteriën via wasmachines verder onderzoeken.

Bron: Applied and Environmental Microbiology 

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z
Geestelijke gezondheidshulp

NHS Engeland biedt geestelijke gezondheidshulp aan de erg gestreste (tand-)artsen

Bijna de helft van de tandartsen in de VK ervaart meer stress door hun werk dan ze aankunnen, aldus een nieuwe studie. De British Dental Association is daarom blij dat de National Health Service (NHS) in Engeland geestelijke gezondheidszorg voor artsen en tandartsen lanceert.

24/7 ondersteuning voor tandartsen

Er is nu vertrouwelijke ondersteuning beschikbaar voor ruim 180.000 artsen en tandartsen als ze worstelen met hun geestelijke gezondheid. Een speciaal telefoonnummer en een crisis sms-services biedt 27/4 ondersteuning aan.
De 200 experts die de telefoonlijnen bemannen hebben speciale training om specifieke aspecten van het klinische leven te begrijpen. Na het bellen kunnen de (tand-)artsen een afspraak maken bij een clinicus naar keuze.

Psychologische stress in de tandheelkunde

Dat de aangeboden hulp nodig is blijkt wel uit onderzoek van de BDA. Er was al bewijs dat werken in de tandheelkunde stressvol is, maar er was nog weinig bekend over de psychologische stress van het werk. Een enquête onder ruim 2.000 Engelse tandartsen heeft daar nu verandering in gebracht. Er werden vragen gesteld over bijvoorbeeld werkmethodes, geestelijke gezondheid en zelfmoordgedachtes.

Meer dan helft tandartsen ervaart stress

Van alle respondenten gaf 54.9% aan dat ze veel werkgerelateerde stress ervaren. 43.8% van de tandartsen zei zelfs dat ze het stressniveau niet aankunnen. Van alle praktijkgebieden rapporteerden algemeen practici de meeste stress. De belangrijkste oorzaken zijn dreiging van klachten, ontevreden patiënten en werkdruk.
De gevolgen van de stress kwamen duidelijk naar volgen aan de hand van vragen over zelfmoordgedachtes. Bijna 10% van de deelnemende tandartsen had de afgelopen 12 maanden gedacht aan zelfmoord plegen, veel hoger dan de 5.4% die wordt gemeld voor 16-74-jarigen in Engeland.

Hoge stressniveaus zijn ernstige zorg

Volgens de onderzoekers zijn de hoge zelfgerapporteerde stressniveaus een ernstige zorg voor het beroep. Ze zeggen dat de regeldruk verminderen al veel kan doen om stress weg te nemen. Daarnaast raden ze aan de beschikbare ondersteuning te vergroten, zoals nu dus is gebeurd.

Pilot van NHS verloopt goed

De NHS zegt dat de feedback van een pilot positief is. Zo zei 88% dat de service een positief effect had op hun welzijn, en 85% dat het een positief effect had op hun vermogen om te werken of trainen. Nu elke tandarts in Engeland toegang heeft tot gratis, vertrouwelijke NHS geestelijke gezondheidszorg hoopt de NHS het stigma en de barrières om hulp te zoeken te verwijderen.

Bron:
British Dental Journal
dentistry.co.uk

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier

Amerikaan krijgt 1,5 miljoen dollar voor niet opgemerkte kaaktumor door tandarts

De Amerikaanse man, Anthony Leone, kwam al jaren bij dezelfde tandarts, Lawrence Bauman. Tijdens een reguliere controle in mei 2014 viel Bauman niets ernstigs op. Onterecht, want zijn patiënt had een tumor in zijn kaak. Door de nalatigheid van de tandarts moest Leone operaties, chemotherapie en straling ondergaan, waardoor hij een misvormd gezicht kreeg. Om het nog maar niet te hebben over de hoge kosten. Genoeg reden voor Leone om zijn tandarts aan te klagen.

Tijdens het drie weken durende proces riep Leone zijn hoofd- en nekchirurg, die zijn tumor had verwijderd, op te getuigen. Daarnaast verschenen er een tandarts en oraal patholoog voor de jury. Zij legden uit dat de tumor in mei 2014 al detecteerbaar was en dat Leone veel kosten en medische ingrepen konden worden bespaard als Bauman op tijd had ingegrepen.

Verminking

Als onderdeel van de vele medische ingrepen moest de helft van Leone’s gezicht verwijderd worden om de tumor bloot te leggen. Vervolgens moest de chirurg bot en zacht weefsel van Leone’s onderbeen gebruiken om zijn gezicht te reconstrueren. Als gevolg van deze verminking heeft de 56-jarige patiënt moeite met eten, drinken en slikken.

Uitspraak

Leone’s advocaat noemt de gevolgen voor zijn patiënt “substantieel en levensbedreigend” en spreekt van de grootste uitspraak in een medische zaak in de Amerikaanse geschiedenis. Bauman werd schuldig bevonden wat Leone een schadevergoeding van 2,1 miljoen dollar opleverde. Dit werd echter teruggebracht tot 1,5 miljoen dollar aangezien Leone eerder al last had van kanker.

Bron:
the New Jersey Law Journal

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Hydroxiapatiet en fluoride tandpasta beide beschermend tegen cariës

Fluoriden bevattende tandpasta heeft zich gevestigd in de mondzorg door herhaaldelijk bewezen cariësbescherming. Een recente Duitse studie levert nu echter bewijs dat tandpasta die hydroxiapatiet bevat deze bescherming ook levert.

Hydroxiapatiet

Jarenlang werd het gebruik van hydroxiapatiet als kunstmatig glazuur bestudeerd en besproken. Het moet erosie voorkomen en zou zelfs kunnen leiden tot de regerenatie van glazuur. Wetenschappelijk bewijs is echter schaars.

Vergelijkbare resultaten

Een Duits team van onderzoekers kon aantonen dat de stof als tandverzorgingsproduct ten minste geen slechtere resultaten oplevert dan fluoride.

Fluoride vs. Hydroxiapatiet

Voor dit onderzoek werden 133 adolescenten van 13 jaar oud met orthodontische brackets vergeleken. Deze patiëntengroep, die een relatief hoog cariësrisico heeft, werd onderverdeeld in twee gerandomiseerde groepen. Gedurende een proefperiode gebruikte een groep fluoridetandpasta, de andere een tandpasta met 10% hydroxiapatiet.

Onderzoeksperiode

De onderzoeken werden uitgevoerd voordat de brackets werden geplaatst en om de vier weken herhaald gedurende een half jaar. Het International Caries Detection and Assessment System werd gebruikt om het vestibulaire oppervlak van het glazuur te beoordelen. Bovendien gebruikten ze de plaque en gingiva-index.

Resultaten

Zoals de wetenschappers hadden verwacht, was er een duidelijke toename van glazuurcariës tijdens de observatieperiode. Echter, noch fluoride, noch hydroxiapatiet vertoont significant betere waarden. In de hydroxiapatiet-groep had 54,7 procent na zes maanden een laesie; in de fluoridegroep was dit 60,9 procent.

Conclusie

In conclusie kan tandpasta met hydroxiapatiet worden beschouwd als een alternatief voor fluoride tandpasta.

Bron:
Journal of Investigative and Clinical Dentistry

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Nieuwe klinische praktijkrichtlijn Mondzorg voor Jeugdigen – module Diagnostiek uitgebracht

Het KIMO heeft een nieuwe klinische praktijkrichtlijn (KPR) uitgebracht voor professionals in de mondzorg: de KPR Mondzorg voor Jeugdigen – module Diagnostiek. Deze KPR is tot stand gekomen onder voorzitterschap van prof. dr. C. van Loveren, bijzonder hoogleraar preventieve tandheelkunde. dental INFO stelde hem enkele vragen over deze nieuwe richtlijn.

Waarom was deze nieuwe richtlijn nodig?

“Alle richtlijnen dienen periodiek gecontroleerd te worden en indien nodig geüpdatet. De huidige (lees vorige) richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen stamde uit 2012. Bovendien was de vorige richtlijn niet ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van het KIMO en niet uitgevoerd volgens de nu vereiste EBRO-methode. De RAC (Richtlijn Advies Commissie) signaleerde bovendien dat er in de mondzorgpraktijk nog veel variatie en onduidelijkheid is ten aanzien van het moment van de eerste bitewing röntgenopname, ten aanzien van de periode tot een vervolgopname en ten aanzien van het gebruik van de PAN (panoramische röntgenopname).”

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

“Deze richtlijn is onder verantwoordelijkheid van het KIMO ontwikkeld door een Richtlijn Ontwikkel Commissie (ROC), waarvan ik voorzitter was. De klinische praktijkrichtlijn (KPR) voldoet aan de eisen van evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO). Dit betekent dat het onderzoek is uitgevoerd volgens de hoogst mogelijke wetenschappelijke standaarden. In de ROC waren alle relevante beroepsverenigingen en wetenschappelijk verenigingen vertegenwoordigd. De conceptrichtlijn is ter commentaar voorgelegd aan deze verenigingen en aan verenigingen en organisaties die geacht worden een oordeel vanuit patiëntperspectief te geven.”

Kunt u iets vertellen over de inhoud van de richtlijn?

“Voor deze richtlijn zijn drie uitgangsvragen opgesteld. Samengevat luiden deze vragen en de daaruit volgende aanbevelingen:

  1. Wat is na visuele inspectie de meerwaarde van het gebruik van specialistische detectieapparatuur voor diagnostiek bij kinderen van 4-6 jaar?

Aanbevelingen:

  • Visuele inspectie bij een periodiek mondonderzoek (PMO) is de eerste stap in de cariësdiagnostiek. De bevindingen bepalen mede de noodzaak van eventuele aanvullende diagnostische methoden.
  • Bitewings zijn zinvol bij het vermoeden van een verhoogd risico op cariëslaesies en als de approximale vlakken niet toegankelijk zijn voor visuele inspectie.
  • Er is te weinig bewijs voor de toegevoegde waarde van specialistische detectieapparatuur zoals FOTI, DIFOTI en (laser)fluorescentie. Bovendien is er geen tarief vastgesteld en beschikken weinig praktijken over deze apparatuur. Toepassing hiervan wordt niet geadviseerd.
  • Als tijdens het PMO adequate cariësdiagnostiek niet mogelijk blijkt, dient een volgende controleafspraak op korte termijn te worden gemaakt.
  1. Wat is per combinatie van leeftijd en cariësrisicogroep de optimale frequentie van bitewings voor cariësdiagnostiek?

Aanbevelingen:

  • De optimale termijn tot een vervolgopname hangt af van de gebitssituatie, de prognose van de laesies en het geschatte cariësrisico.
  • Als deze bevindingen een ongunstig beeld geven, kan een interval van een jaar gerechtvaardigd zijn. Bij een gunstig beeld is een termijn van drie jaar of langer gerechtvaardigd.
  • Bij elk PMO wordt opnieuw bekeken of een andere termijn tot de volgende controleafspraak gewenst is. Als de gekozen termijn wordt aangepast, dan dient de reden in het patiëntendossier te worden vastgelegd.

3a.   Draagt een panoramische röntgenfoto (PAN) bij aan een effectieve behandeling van door visuele inspectie vastgestelde afwijkingen in de doorbraak van blijvende elementen?

Aanbevelingen:

  • In het algemeen geldt dat terughoudendheid op zijn plaats is bij het maken van een PAN, onder meer vanwege de stralingsbelasting. Bestudeer eerst afwijkingen in de doorbraak van de blijvende elementen op de beschikbare bitewings en solo-opnamen in het patiëntendossier. Als dit onvoldoende informatie geeft, overweeg dan eerst één of meer intra-orale opnames. Als er meer dan drie opnames nodig zijn, overweeg dan een kleinveld-PAN.
  • Als extractietherapie van de eerste blijvende molaar nodig is, in meer dan één kwadrant, dan kan een kleinveld-PAN bijdragen aan een effectieve behandeling.
  • De PAN wordt gemaakt door de mondzorgverlener die ook de behandeling uitvoert.

3b.   Bij welke risicogroepen is het vervaardigen van een PAN relatief het meest gerechtvaardigd?

Aanbevelingen:

Een PAN is gerechtvaardigd:

  • bij sommige orthodontische en kaakchirurgische behandelingen die niet in deze KPR zijn opgenomen en waarvoor andere richtlijnen gelden;
  • bij patiënten met een lichamelijke, verstandelijke of gedragsmatige beperking, een extreme angst of een ernstige kokhalsreflex;
  • bij een dento-faciaal trauma;
  • als reguliere post-canien 3 röntgenfoto’s ontoereikend zijn door de grootte van het te diagnosticeren gebied;
  • als er sprake is van multiple agenesieën, schisis of syndromen waarbij craniofaciale/orale afwijkingen te verwachten zijn.”

Wat is er anders ten opzichte van de oude richtlijn?

“Sinds de vorige richtlijn is er niet veel wetenschappelijke literatuur verschenen dat de inzichten heeft veranderd. Duidelijker is geworden dat er nog onvoldoende bewijs is om de röntgenopname te vervangen door andere detectietechnieken.

Deze richtlijn is modulair opgebouwd, waardoor aandachtsgebieden als ‘diagnostiek door middel van röntgenfoto’s en panoramische opnamen’ in de mondzorg voor de jeugd in compacte vorm aan de orde komen. De richtlijnen waarin preventie en behandeling aan bod komen, worden nu door een andere ROC van het KIMO ontwikkeld.”

Waar moeten tandartsen en mondhygiënisten vooral op letten?

“Voor een goede beslissing om de eerste röntgenfoto of een vervolgfoto te maken is het van belang het cariësrisico van de patiënt te schatten. Hiervoor is geen eenduidige algoritme te geven. De klinische schatting en integriteit van de behandelaar is hiervoor belangrijk. De risicoschatting dient gemaakt te worden op basis van: de bestaande gebitssituatie en cariëshistorie, de aanwezigheid van tandplaque op de risicovlakken, het voedingspatroon, de morfologie van het glazuur, de bloedingsneiging van het tandvlees, het gebruik van fluoride, de ondersteuning van ouders/begeleiders en de sociale omgeving en de cariëshistorie van broertjes en zusjes.”

Wanneer volgen de andere modules van Mondzorg voor jeugdigen en waar gaan die over?

“De volgende modules gaan over door de RAC geconstateerde onduidelijkheden in behandeling en preventie. De richtlijn zal waarschijnlijk in het derde kwartaal van volgend jaar gepubliceerd worden.”

 

 Interview door Yvette in ’t Velt voor dental INFO met prof. dr. C. van Loveren, bijzonder hoogleraar preventieve tandheelkunde en voorzitter van de ROC voor de KPR Mondzorg voor Jeugdigen – module Diagnostiek.

Bekijk de nieuwe richtlijn ‘Mondzorg voor Jeugdigen – module Diagnostiek’ 

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Richtlijnen, Thema A-Z

Ongecontracteerd werken in de zorg: vijf belangrijke zaken om rekening mee te houden

De minister bereidt een wetsvoorstel voor waarmee de overheid zelf de hoogte van de vergoeding van ongecontracteerde zorg kan bepalen, om op die manier grip te krijgen op de hoeveelheid zorg door zorgaanbieders zonder overeenkomst met de zorgverzekeraar.

Dit wetsvoorstel kan zowel voor gecontracteerde als ongecontracteerde zorgaanbieders grote consequenties hebben. Men vreest zelfs dat de vrije artsenkeuze hiermee zal worden afgeschaft of op zijn minst zal worden verminderd. Alle aanleiding om weer eens stil te staan bij vijf belangrijke zaken om rekening mee te houden als u werkt als niet-gecontracteerde zorgverlener in de basismondzorg.

1) Vergoeding van ongecontracteerde basiszorg

Als u als ongecontracteerde mondzorgaanbieder werkt dan kunt u in beginsel zelf uw tarieven bepalen, uiteraard met inachtneming van de maximale NZa-tarieven. De maximaal in rekening te brengen tarieven voor 2020 kunt u vinden in de Prestatie- Tariefbeschikking tandheelkundige zorg. Elk jaar publiceert de NZa een nieuwe beschikking op haar website. Het hangt af van de polisvoorwaarden van uw patiënt in hoeverre de declaratie uiteindelijk door de verzekeraar wordt vergoed. Patiënten met een restitutiepolis hebben op basis van hun polis recht op een vergoeding van de zorg tot het door de NZa maximaal vastgestelde tarief. Een patiënt met een naturapolis heeft slechts recht op 65% tot 80% vergoeding van het gemiddelde door de zorgverzekeraar gecontracteerde tarief.

Bijvoorbeeld: In 2020 geldt voor de J51 (klikgebit onder) een NZa-maximumtarief van € 333,29 voor het honorarium. Indien zorgverzekeraar A een gecontracteerd tarief van € 300,- hanteert voor de J51 en de polis een vergoedingspercentage van 75% kent, dan krijgt de patiënt van een ongecontracteerde zorgaanbieder € 225,- (75% van € 300,-) vergoedt en dus niet 75% van het NZa-maximumtarief. Als u het maximale NZa-tarief hanteert, zal de patiënt zelf het verschil moeten bijbetalen.  (Voor de eenvoud van het voorbeeld is de ‘wettelijke eigen bijdrage’, die de patiënt immers zowel bij gecontracteerde als bij ongecontracteerde zorgaanbieders moet betalen, in het rekenvoorbeeld buiten beschouwing gelaten). Bij de overweging om al dan niet gecontracteerd of ongecontracteerd te werken kan het daarom waardevol zijn om te bekijken van welke zorgverzekeraar u veel verzekerden hebt als patiënt en welke polisvoorwaarden deze zorgverzekeraar hanteert.

2) Informatieplicht

Van belang is dat – mocht u kiezen om ongecontracteerd zorg te verlenen – u hier uw patiënten over dient te informeren. U bent verplicht om uw patiënten erop te wijzen dat u ongecontracteerd werkt en dat dit gevolgen kan hebben voor de vergoeding van de behandeling die patiënten krijgen. Ook dient u transparant te zijn over de tarieven die u hanteert. Natuurlijk heeft de zorgverzekeraar en uw patiënt zelf ook een verantwoordelijkheid om de kosten en de vergoeding van de behandeling na te gaan. Maar zorgaanbieders moeten, zo heeft de NZa bepaald, duidelijk zijn over het feit dat zij niet-gecontracteerd werken en welke gevolgen dat heeft voor de vergoeding van de declaraties.

3) Hinderpaalcriterium

Een zorgverzekeraar vergoedt bij een verzekerde met een naturapolis meestal tussen de 65% en 80% van het gemiddeld gecontracteerde tarief. Dat betekent dat een restitutiekorting van tussen de 20% en 35% wordt geheven. De vraag is of patiënten hierdoor worden gehinderd in het maken van een vrije keuze voor een zorgaanbieder en dus of er dus sprake is van een zogenoemde ‘hinderpaal’. De hoogste rechterlijke instantie heeft vastgesteld dat ’een restitutiekorting in beginsel niet in strijd is met de Zorgverzekeringswet. Een zorgverzekeraar mag echter niet een dermate lage vergoeding uitkeren bij een ongecontracteerde zorgaanbieder dat patiënten min of meer gedwongen worden om zich te wenden tot een gecontracteerde zorgaanbieder. Of patiënten daadwerkelijk worden gehinderd door een restitutiekorting om naar een ongecontracteerde zorgaanbieder te gaan, hangt af van de totale zorgkosten en de zorgvraag. Door de rechter is voor mondzorg nog niet getoetst of een restitutiekorting van 35% een hinderpaal vormt. Wel is een vergoeding van 65% een lagere vergoeding dan de meeste zorgverzekeraars hanteren en kan het voor patiënten zinvol zijn om de verzekeraar, indien zij zich gehinderd voelen door te lage vergoeding, te verzoeken een hoger vergoedingspercentage toe te kennen.

4) Van gecontracteerd werken naar ongecontracteerd werken: welke gevolgen heeft dit voor de declaraties van patiënten die al in behandeling zijn?

Indien u besluit om na een aantal jaren gecontracteerd te hebben gewerkt geen contract meer te sluiten met een zorgverzekeraar dan kan dit gevolgen hebben voor patiënten met een naturapolis die al reeds bij u in behandeling zijn. Zij krijgen immers in principe een lagere vergoeding vanaf het moment dat u niet langer een overeenkomst hebt met de verzekeraar. Om deze gevolgen te beperken bepaalt artikel 13 lid 5 van de Zorgverzekeringswet dat een verzekerde die reeds in behandeling is bij een zorgaanbieder geen last mag ondervinden van het tussentijds beëindigen van een contractuele relatie tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieder. Als u in 2019 wel als gecontracteerde mondzorgaanbieder werkt maar in 2020 niet, dan hebben uw patiënten die op het moment van beëindigen van de overeenkomst zorg ontvingen, in 2020 in beginsel recht op een vergoeding van dezelfde hoogte als in 2019. Op welke wijze deze bepaling in de mondzorg precies moet worden uitgelegd, is in de jurisprudentie nog niet uitgemaakt, maar het is goed voorstelbaar dat bijvoorbeeld patiënten die tandprothetische en implantologische zorg ontvangen, een beroep kunnen doen op artikel 13 lid 5 van de Zorgverzekeringswet.

5) Aankomend wetsvoorstel: verdwijnt de keuzevrijheid?

Het hierboven besproken hinderpaalcriterium zorgt ervoor dat patiënten die naar een niet-gecontracteerde zorgverlener gaan, ongeveer 75% vergoeding krijgen van het tarief dat gecontracteerde zorgaanbieders van de verzekeraar ontvangen. Het gevolg van het aankomende wetsvoorstel is dat deze vergoeding (veel) lager kan worden, indien de minister dat wil. De vergoeding zou bijvoorbeeld 60% kunnen zijn, of 40%, of nog lager. Voor zorgaanbieders in de mondzorg die basiszorg, zoals tandprothetische zorg en delen van de implantologische zorg en jeugdtandheelkunde leveren, kan dat gevolgen hebben. Een hele lage vergoeding voor ongecontracteerde zorg kan betekenen dat sommige patiënten niet meer kunnen of willen kiezen voor ongecontracteerde zorgaanbieders. Dat kan weer betekenen dat zorgaanbieders in feite geen keus meer hebben om ongecontracteerd te werken, omdat zij anders geen patiënten meer over houden. Hoe het wetsvoorstel er precies uit komt te zien is afwachten, maar het verdient wel aanbeveling de ontwikkelingen scherp in de gaten te houden.

Door:
Daniël Post en Carolien van den Ham – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans | Geerts

 

 

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Nieuwe tandarts

Wat vinden patiënten belangrijk bij het kiezen voor een nieuwe tandarts?

Vertrouwen dat de behandeling bij de tandarts steriel en hygiënisch is en de garantie dat de tandarts zorgt voor de gezondheid van tanden en tandvlees zijn de belangrijkste factoren bij het kiezen van een nieuwe tandarts. Dat blijkt uit onderzoek van zorgverzekeraar Simplyhealth onder meer dan 5000 Britten.

90% van de ondervraagden Britten geeft aan dat ze het bij een nieuwe tandarts belangrijk vinden dat deze hygiënisch behandel. Op een gedeelde eerste plaats (met ook 90%) staat de verwachting dat de tandarts de gezondheid van tanden en tandvlees kan garanderen. Ook vertrouwen in de tandarts (89%), een duidelijke uitleg van de behandelingen en procedures (88%), een goede klantenservice (87%) en snel worden geholpen bij een spoedsituatie (87%) zijn van groot belang.

De top 10 van meest genoemde factoren bij keuze van een tandarts

90% – vertrouwen dat de behandeling steriel en hygiënisch is
90% – verwachting dat de tandarts gezondheid van tanden en tandvlees garandeert
89% – vertrouwen in de tandarts
88% – duidelijke uitleg over behandelingen en procedures
87% – goede klantenservice
87% – snel terecht kunnen bij spoedgevallen
84% – terecht kunnen op gewenste afspraaktijden
84% – afspraak op afgesproken tijd hebben
82% – locatie
82% – duidelijke informatie over gezond houden van mond tussen de afspraken in

“Deze inzichten kunnen tandartsen helpen hun diensten en communicatie zo aan te passen, dat ze in de behoeften van hun klanten kunnen voorzien.”, zegt Dr. Catherine Rutland, woordvoerder voor Simplyhealth.

Cosmetische behandelingen steeds belangrijker

Een ander interessant resultaat van het Britse onderzoek is de toenemende vraag naar cosmetische behandelingen. Van de ondervraagden gaf 38% aan het belangrijk te vinden dat hun tandarts ook cosmetische behandelingen uitvoert. Volgens Rutland neemt deze vraag al jaar op jaar met 80% toe. 34% van de respondenten zocht zelfs een tandarts die cosmetische behandelingen buiten het gebit kon uitvoeren.

Simplyhealth

Het onderzoek werd uitgevoerd door Simplyhealth, een van de grootste zorgverzekeraars van Engeland. Het bedrijf werd opgericht in 1872 en heeft geen aandeelhouders, wat ze een onafhankelijke partij binnen de gezondheidszorg maakt. Anno 2019 zijn er 6500 tandartsen aangesloten bij Simplyhealth die in totaal 1,7 miljoen patiënten behandelen. Aangezien het hier een onderzoek van een Engels bedrijf onder Engelse respondenten betreft, zijn de resultaten niet representatief voor de Benelux.

Bron:
Simplyhealth

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Wat zijn de gedachten over wat wij van kinderen kunnen verwachten

Hoe zien mondhygiënisten de mondgezondheidsvaardigheden van kinderen van acht en twaalf jaar?

In kwalitatief onderzoek was de centrale vraag: ‘Welke mondgezondheidsvaardigheden moeten kinderen van acht en twaalf jaar volgens mondhygiënisten bezitten om de basisadviezen met betrekking tot mondhygiënische zelfzorg te kunnen uitvoeren?’ Onderzoek door studenten Mondgezondheid van de Hogeschool Utrecht.

Conclusie

Er zijn drie focusgroepinterviews gevoerd met in totaal zestien mondhygiënisten. Zij vonden dat kinderen van acht de mondgezondheidsinformatie nog aangereikt moeten krijgen van hun ouders of school, maar kinderen van twaalf kunnen dit zelfstandig opzoeken in diverse informatiebronnen zoals het internet of in tijdschriften.

Wat zijn de gedachten over wat wij van kinderen kunnen verwachten
Klik hier voor vergrote versie: Wat zijn de gedachten over wat wij van kinderen kunnen verwachten

Achtjarigen kunnen een oorzaak-gevolgrelatie in een simpel verband begrijpen, twaalfjarige kunnen dit goed begrijpen wanneer de gevolgen gevisualiseerd worden. Verder kunnen kinderen van acht en twaalf jaar de beschikbare informatie nog niet beoordelen op waarheid. Kinderen van acht en twaalf jaar moeten kunnen poetsen volgens de 3 B’s. Kinderen van acht dienen nog nagepoetst te worden, kinderen van 12 zijn motorisch voldoende ontwikkeld om zelfstandig te poetsen. Kinderen van acht moeten kunnen communiceren over hoe en wanneer ze hebben gepoetst en welke voedingsmiddelen zij hebben genuttigd. Twaalfjarigen moeten kunnen communiceren met mondzorgprofessionals over de mondhygiënische zelfzorg en mondaandoeningen.

Concluderend, achtjarigen hebben meer begeleiding nodig dan twaalfjarigen bij het uitvoeren van de basisadviezen met betrekking tot de mondhygiënische zelfzorg.

Poster ontwikkeld door:
Bo Dekker en Willemijn Buter

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Fluoride in leidingwater kan misschien leiden tot lever- en nierproblemen

Fluoride is het meest gebruikte stofje in cariëspreventie en wordt daarom in onder andere de VS toegevoegd aan drinkwater. Een recent gepubliceerd onderzoek heeft echter ontdekt dat fluoride tot een verminderde lever- en nierfunctie kan leiden.

Fluoride in leidingwater tegen cariës

Dat fluoride tot lever- en nierproblemen kan leiden was al aangetoond bij dieren. Er is nu onderzocht of dit ook bij mensen het geval is. Wetenschappers van de Mount Sinai Medical School in New York bekeken de bloedwaardes van bijna 2000 jongeren en de fluorideconcentraties in het kraanwater van zo’n 1700 huishoudens. In de Verenigde Staten wordt regelmatig fluoride toegevoegd aan kraanwater ter preventie van cariës.

Het onderzoek toonde aan dat een hogere concentratie van fluoride in het bloed geassocieerd werden met veranderingen in het functioneren van de nieren en lever. Leidingwater vormt de primaire bron van fluoride waaraan Amerikanen worden blootgesteld.

Nieuwe richtlijnen opstellen

De studie suggereert daarom dat er bij het opstellen van richtlijnen over fluoride en geschikte concentraties bij volksgezondheidsinterventies rekening moet worden gehouden met het functioneren van de nieren en lever. Er is echter wel verder onderzoek nodig om de exacte causale verbanden te begrijpen.
Bovenstaande discussie wordt momenteel in de Amerikaanse media gevoerd. In Nederland wordt echter geen fluoride aan kraanwater toegevoegd en is er dus geen gevaar.

Bron:
Environmental International 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Medailles

Iris Boon wint NVvK- Elmex © scriptieprijs: kennis ouders over link tussen voeding en cariës en erosie

Op dit najaarscongres is de NVvK- Elmex® scriptieprijs voor de beste scriptie op het gebied van de kindertandheelkunde uitgereikt aan Iris Boon. Zij won de prijs voor haar scriptie over de kennis van ouders over voeding in relatie tot cariës en erosie.

De tweede en derde prijs gingen naar respectievelijk Zoe Ariens (Radboud Universiteit, Nijmegen) en Fawn van der Weijden (ACTA, Amsterdam). Deze prijs wordt jaarlijks alternerend uitgereikt aan de beste Masterscriptie van de opleidingen tandheelkunde en de beste Bachelorscriptie van de opleidingen mondzorgkunde. Dit jaar was tandheelkunde weer aan de beurt. De prijs bestaat uit een bedrag van 1000 euro (beschikbaar gesteld door Elmex/Colgate) en een jaar gratis lidmaatschap van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde. Er waren veel inzendingen, volgens de jury allen van hoge kwaliteit.

Masterscriptie: Kennis van ouders over voeding in relatie tot cariës en erosie

Aansluitend op de prijsuitreiking heeft Iris Boon een korte presentatie over haar scriptie verzorgd. De scriptie heeft zich gericht op het ontwikkelen van een vragenlijst waarmee kennis over cariës en erosie toegespitst op voeding kan worden getoetst. Met deze vragenlijst is vervolgens onderzocht wat ouders/verzorgers van kinderen weten over cariës en erosie in relatie met voeding. Ook is getoetst of persoonlijke verificatie van kennis en begrip door herhaling in eigen woorden invloed heeft op het kennisniveau op dit gebied.

Probleem- en doelstelling 

De aantasting van de mondgezondheid door voeding leidt tot een ernstig gezondheidsprobleem voor kinderen in Nederland. De omvang en ernst van cariës en erosie bij kinderen in Nederland roept de vraag op of ouders voldoende kennis hebben over cariës/erosie en de invloed van voeding. En daarnaast of de kennisoverdracht effectief is. Het doel van dit onderzoek is om een kennistoets op te stellen waarmee vervolgens de kennis van ouders betreffende dit onderwerp wordt vastgesteld. Tevens wordt onderzocht of persoonlijke verificatie van kennis/begrip door het terugvertelprincipe invloed heeft op dit kennisniveau.

Hypothese 

De kennis van ouders in Nederland over cariës en erosie toegespitst op voeding is onvoldoende. Persoonlijke verificatie en zo nodig bijsturing van kennis en begrip, door herhaling in eigen woorden van ouders, heeft een positief effect op de effectiviteit van kennisoverdracht.

Onderzoeksopzet 

Bij 83 ouders die een kindertandheelkunde praktijk in Nederland bezoeken is het kennisniveau betreffende het onderwerp vastgesteld aan de hand van een kennisvragentoets. Deze kennisvragentoets is gebaseerd op gevalideerde vragen uit eerdere onderzoeken en adviezen van het Ivoren kruis. Na de toetsafname ontvingen ouders schriftelijk advies waarna bij de helft van de ouders persoonlijke verificatie van kennis/begrip plaatsvond aan de hand van het terugvertelprincipe. Na drie maanden is het effect hiervan in kaart gebracht met behulp van dezelfde kennisvragen.

Resultaten 

Gemiddeld beantwoordden ouders 45,8% van de kennisvragen goed. Hierbij toonden zij significant meer kennis over cariës en de rol van voeding hierbij, dan over erosie en/of preventieve tandheelkundige voedingsgewoonten (p<0,001). Na drie maanden scoorde de ouders gemiddeld 71,7% van de vragen correct (drop-out 31,3%). De interventiegroep toonde een significant hogere kennistoename dan de controlegroep (6,1 vs. 3,85; p=0,003; 95% ci 0,785 tot 3,716).

Conclusie 

Ouders die de kindertandheelkunde praktijk bezoeken hebben weinig kennis over cariës en erosie en de invloed van voeding hierop. Persoonlijke verificatie van kennis en begrip na informatieoverdracht levert een significant grotere kennistoename op.

Volgend jaar meedingen naar de NVvK-Elmex® scriptie prijs?

De NVvK-Elmex® scriptie prijs wordt jaarlijks alternerend uitgereikt aan de beste scriptie op het gebied van de kindertandheelkunde voor de opleiding tandheelkunde (Masterscriptie) en de beste scriptie op het gebied van de kindertandheelkunde voor de opleiding mondzorgkunde (Bachelorscriptie). Met deze prijs willen de NVvK en Elmex® onderzoek op het gebied van de kindertandheelkunde stimuleren en het belang ervan benadrukken.

Dit studiejaar (2019/2020) kunnen scripties van studenten mondzorgkunde (afgerond na 9 juli 2018 en voor 10 juli 2020) meedingen naar de prijs!
Meedoen? Stuur je scriptie naar secretariaat@nvvk.org.

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z

Slechte mondgezondheid heeft negatieve impact op sportprestaties

Een goede mondgezondheid zou een hoge prioriteit moeten zijn voor elke (top)sporter. Dit wordt bevestigd in een rapport van de FDI World Dental Federation (FDI), waarin tandheelkundige informatie wordt gegeven specifiek voor amateur en elite sporters.

Dehydratatie en energy drink

Blessures aan de mond of trauma’s zijn niet de enige gebitsproblemen die door middel van sporten kunnen ontstaan. Stress rondom sport kan bijvoorbeeld ook leiden tot dehydratatie, een droge mond en het knarsen van tanden. Daarnaast kunnen energy drankjes en bepaald voedsel dat vaak voor, tijdens of na het sporten wordt gegeten vaak veel suikers en slechte ingrediënten bevatten, die het risico op gaatjes, tandvleesaandoeningen en gebitserosie kunnen vergroten.

Gebitsproblemen slecht voor sportprestaties

Anderzijds kunnen problemen of operaties aan het gebit, zoals tandontstekingen of het verwijderen van verstandskiezen, voorafgaand aan bijvoorbeeld een sportwedstrijd een negatief hebben op de prestaties van de sporter of er zelfs voor zorgen dat deze helemaal niet kan deelnemen aan de competitie.

Het negeren van gebitsproblemen kan sporters negatief beïnvloeden op verschillende manieren. Zo leidt dit vaak tot een mindere kwaliteit van leven en gezondheid, wat twee belangrijke elementen zijn voor elke sporter. Daarnaast kunnen tandvleesaandoeningen of tandbederf zorgen voor ontstekingen en infecties in het hele lichaam.

Adviezen voor goede gebitsverzorging

Bij sommige sporten is de kans op gebitstrauma’s en blessures extra groot. Denk hierbij bijvoorbeeld aan contact- en vechtsporten. De FDI raadt deze sporters daarom sterk aan om altijd goede, op maat gemaakte gebitsbescherming te dragen. Ook raadt de FDI alle sporters in zijn algemeenheid aan om tweemaal per dag goed te poetsen met een fluoride tandpasta, om minstens een keer per jaar naar de tandarts te gaan en om de mond goed te spoelen met water na het consumeren van suikerrijke drankjes en voedselwaren.

Bron: FDI

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Gamma-delta-T cellen beschermen tegen parodontitis

Gamma-delta-T cellen beschermen tegen parodontitis

Uit nieuw onderzoek naar de interactie tussen bacteriën en immuun cellen in het tandvlees van muizen is gebleken dat bepaalde immuun cellen (gamma-delta-T cellen) de bacteriën in het tandvlees op afstand van elkaar houden. Op deze manier beschermen deze cellen tegen onder andere parodontale ziektes.

Veranderende samenstelling bacteriesoort en ontstekingsniveaus

De teams van Prof. Dr. Immo Prinz van het Instituut voor Immunologie van de Hannover Medical School en Prof. Dr. Med. Avi-Hai Hovav van de Universiteit van Jeruzalem in Israël zagen dat er zeer weinig gamma-delta-T cellen aanwezig waren in het tandvlees van muizen zonder bacteriën in de mond. Bij muizen met normale kolonisatie van de mondholte door bacteriën veranderde de samenstelling van de bacteriesoort en namen de ontstekingsniveaus toe als de gamma-delta-T cellen doelbewust werden uitgeschakeld.

De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het interdisciplinaire tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences in the United States of America. Het onderzoeksproject wordt in elk geval tot 2020 gefinancierd door de Duits-Israëlische Stichting voor Wetenschappelijk Onderzoek en Ontwikkeling.

Gamma-delta-T cellen als behandeling menselijke parodontitis

Anneke Wilharm uit Hannover en Yaara Tabib uit Jeruzalem willen nu de functie van gamma-delta-T cellen in menselijk parodontale aandoeningen bestuderen. Zij onderstrepen dat er tot op heden zeer weinig bekend is over het bestaan van deze ziekte in het menselijk tandvlees. Mochten de resultaten positief zijn dan zouden de gamma-delta-T cellen in de toekomst mogelijk kunnen worden gebruikt voor de behandeling van menselijke parodontitis.

Bron:
PNAS

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
pensioen

Mondhygiënist en pensioen

Als je als mondhygiënist bij een praktijk in loondienst werkt en je werkgever hanteert de arbeidsvoorwaarden van de KNMT, dan wordt er geen pensioen opgebouwd. Wat zijn nu de mogelijkheden om toch een oudedagsvoorziening te regelen?

Stap 1: in gesprek met de werkgever

De eerste en meest logische stap is om in gesprek te gaan met je werkgever. In dit gesprek kun je een poging wagen om je werkgever te overtuigen om toch mee te werken aan een collectieve pensioenregeling voor mondhygiënisten.

De arbeidsvoorwaarden van de KNMT voorzien niet in een collectieve pensioenregeling, maar dat wil niet zeggen dat er geen regeling getroffen kan worden. Wanneer de werkgever hiertoe bereid is, dan is de vorm van pensioen en de hoogte van de opbouw binnen de wettelijke kaders vrij.

Vervolgens moet ook de verdeling van de premie tussen werkgever en werknemer (eigen bijdrage) besproken worden. Op de pensioendatum zal er een levenslang pensioen worden uitgekeerd met een eventuele overgang bij overlijden op de partner.

Het voordeel van een pensioen via de werkgever is dat de eigen bijdrage wordt ingehouden op het bruto loon en er geen spaardiscipline van de werknemer vereist is. Daarnaast is er een partnerpensioen verzekerd voor de pensioendatum, wat inhoudt dat bij overlijden voor de pensioendatum de partner een uitkering ontvangt.

Stap 2: privé sparen voor je oude dag

Een tweede mogelijkheid is om in privé te gaan sparen voor je oude dag. Dan heet het geen pensioen meer maar lijfrente. Banken, (bank)verzekeraars en vermogensbeheerders bieden deze lijfrenteproducten aan. Daarvoor berekenen zij kosten. Met een dergelijk product bouw je kapitaal op om op de AOW-leeftijd een lijfrente uitkering aan te kopen.

De lijfrente uitkering wordt in ten minste 20 jaar opgenomen of onder bepaalde voorwaarden in minimaal 5 jaar. Bij overlijden na ingang van de uitkeringen is er geen dekking voor de partner, de afgesproken uitkering gaat over naar de erfgenamen.

Voor een dekking voor de partner voor pensioendatum moet een afzonderlijke verzekering  afgesloten worden.

De premie die je betaalt, is fiscaal aftrekbaar en moet worden aangegeven op je aangifte inkomstenbelasting. De hoogte van de premie die je per jaar fiscaal mag sparen is gemaximeerd ( dat heet jaarruimte). Deze zal ieder jaar opnieuw berekend moeten worden om te voorkomen dat je teveel premie spaart.

Als je overweegt een lijfrenteproduct af te sluiten is het goed om jezelf een aantal vragen te stellen:

  • Wat voor rendement wil ik behalen?
  • Hoeveel risico wil ik lopen?
  • Heb ik een goed beeld van de kosten bij de diverse aanbieders?
  • Op welke leeftijd wil ik de uitkering ontvangen?
  • Heb ik ergens anders al pensioen opgebouwd, en zo ja hoeveel dan?

Om tot een wel overwogen beslissing te komen is een goed advies zeker op z’n plaats.

Door: Raadgevers Pensioen, gespecialiseerd in pensioenadvies voor werkgevers, werknemers en de directeur grootaandeelhouder. Wij werken op urendeclaratie en vaste tarieven voor standaardwerkzaamheden. Vragen? Mail naar info@raadgeverspensioen.nl

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Mobiele apps in de mondzorg

Mobiele apps in de mondzorg: ervaringen van de mondhygiënist

Weinig mondhygiënisten adviseren mHealth. Wel zijn zij optimistisch over de implementatie en het gebruik hiervan in de mondzorg. Dit is de conclusie van kwantitatief onderzoek naar het gebruik en de implementatie van mHealth onder mondhygiënisten in Nederland, door studenten Mondzorgkunde van Hogeschool Utrecht.

Onderzoek

Er is een kwantitatief, cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van mHealth applicaties door mondhygiënisten. De survey bevatte onder andere vragen die inzicht gaven over in hoeverre en welke mobiele apps gebruikt worden door de onderzochten mondhygiënisten en wat hun attitude is tegenover de implementatie en gebruik hiervan.

Mobiele apps in de mondzorg ervaringen van de mondhygiënist
Klik hier voor vergrote versie: mobiele apps in de mondzorg

Conclusie

73 respondenten hebben de online enquête ingevuld. 17 respondenten adviseerden mHealth bij hun patiëntengroep en zij gaven aan dat de Oral-B/Philips poetsapp het meest geadviseerd wordt. De doelgroep die de meeste mHealth adviezen krijgt van de mondhygiënisten zijn (ouders van) kinderen tot 12 jaar en jongeren/jong volwassenen tot 25 jaar. De meeste respondenten vonden dat de implementatie van het gebruik van mHealth bemoeilijkt wordt door het gebrek aan technologische vaardigheden en door de privacywetgeving. De resultaten toonden geen samenhang aan tussen leeftijd, geslacht, opleidingsinstelling, -duur en de provincie waar de respondent werkzaam is.

Het merendeel van de respondenten vond dat het gebruik en adviseren van mHealth kan bijdragen aan het verbreden van de patiëntbetrokkenheid en de kennis van de patiënt. Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat weinig van de onderzochte mondhygiënisten mHealth adviseren. Wel zijn zij optimistisch over de implementatie en het gebruik hiervan in de mondzorg.

Poster ontwikkeld door:
Ouijdan Bouchaten en Cécile van Wingerden

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde
Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Tentoonstelling Birmingham

Tentoonstelling in Birmingham over tandheelkunde en juwelen

In Birmingham is op 4 oktober een tentoonstelling geopend over de geschiedenis van de tandheelkunde en de verbanden met het juwelenkwartier in de stad. Ook de geschiedenis en toekomst van tanden en tandheelkundige materialen wordt er getoond.

De expositie is tot 17 januari 2020 te bewonderen in de BDH Open Wide Gallery van de University of Birmingham School of Dentistry en het plaatselijke tandheelkundige ziekenhuis. De internationaal gerenommeerde kunstenares Anna Dumitriu heeft het opgezet in samenwerking met Dr. Melissa Grant, senior docent biologische wetenschappen aan de universiteit.

Juweelarbeiders essentieel voor ontwikkeling tandheelkunde

Onder andere vreemde dingen uit de geschiedenis van de tandheelkunde en de toekomst zijn te zien, van tandwormen en neptanden tot zilveren, 3D-geprinte dingen en gesteriliseerde bacteriën. Daarnaast wordt de link gelegd met het juwelenkwartier, waar arbeiders hun expertise gebruikten om tandheelkundige materialen te ontwikkelen.

Historische artefacten als inspiratie voor kunst

De bestaande collectie historische artefacten van Birmingham Dental Hospital vormde de inspiratiebron voor Dumitriu om de culturele en psychologische impact van tandheelkunde te verkennen.
Ze hoopt de verhalen achter de kunst en de verbazing die ze tijdens haar ontdekkingsreis door de geschiedenis van de tandheelkunde over te kunnen brengen op het publiek. Zo kwam ze erachter hoe bizar die geschiedenis soms is, en hoe belangrijk de tak van wetenschap is voor de ontwikkeling van de medische wetenschappen en chirurgie.

Geschiedenis tot leven gebracht

Voor Grant, de curator van de collectie, is Dumitriu al geslaagd en heeft ze de geschiedenis tot leven gebracht. De kunstenares heeft in de laboratoria gewerkt, de historische collectie onderzocht en heeft toegang gehad tot de clinici en onderzoekers. Mede hierdoor heeft ze kunstwerken kunnen maken die diep ingebed zijn in de geschiedenis van en hedendaagse tandheelkunde.

De reden waarom waaiers werden gebruikt

Tot slot lichten ze nog even een tipje van de sluier: een van de kunstwerken verwijst naar de échte reden waarom men vroeger waaiers gebruikte. Niet om koel te blijven, maar om lelijke tanden te verbergen en slechte adem te maskeren!

 

Bron: University of Birmingham

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Veel tandartsen dragen hun loepbrillen verkeerd

Veel tandartsen dragen hun loepbrillen verkeerd

Beter inzicht, hogere precisie, een meer ergonomische houding en verlichting van de ogen: dit zijn de argumenten voor het werken met loepen. Uit een recent onderzoek blijkt echter dat ze niet werken als ze niet juist zijn aangepast.

Onmisbaar

Of het nu gaat om endodontie, implantologie of kaakchirurgie: vanwege hun visuele en fysieke voordelen zijn loepbrillen een onmisbaar onderdeel van het dagelijkse werk van veel tandartspraktijken. Voor een optimale werking en nauwkeurige resultaten zijn drie criteria cruciaal: werkafstand, kantelhoek en coaxiale uitlijning.

Onvoldoende tijd

Canadese onderzoekers van de Universiteit van British Columbia hebben nu ontdekt dat veel gebruikers onvoldoende tijd lijken te hebben om ze aan te passen en, met name, de coaxiale uitlijning negeren. In de studie onder 97 tandartsen ontdekten ze dat 82 procent van de deelnemers met verkeerd uitgelijnde loepen werkte. Het type loepen deed er niet toe: zowel TTL (Through-The-Lens) als FLM (Front-Lens-Mounted) -glazen werden in de studie overwogen.

Veiligheid patiënt in gevaar

De onderzoekers zeiden dat door de visuele discrepantie de veiligheid van de patiënt niet langer kon worden gegarandeerd. Dit werd bevestigd door verklaringen van sommige tandartsen. Ze verklaarden onder andere dat ze af en toe hun patiënten sloegen met de bril op hun kin.

Gevolgen voor arts

Bovendien is er door de verkeerde hellingshoek een verhoogd risico op on-ergonomische houding van de arts, wat kan leiden tot overbelasting, pijn, blijvende houdingsschade, et cetera.

De studie is gepubliceerd in The Journal of the American Dental Association.

 

Bron: researchgate.net 

 

Lees ook het artikel Loepbril: alleen bij juiste aanmeting positief voor werkhouding

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z
Stigma rondom roken en drinken tijdens zwangerschap kan stoppen belemmeren

Stigma rondom roken en drinken tijdens zwangerschap kan stoppen belemmeren

De demonisering van vrouwen die roken of drinken tijdens de zwangerschap kan ertoe leiden dat zij dit in het geheim gaan doen, in plaats van op zoek te gaan naar de ondersteuning die nodig is om te stoppen. Dit blijkt uit een nieuwe Britse studie van Cardiff University.

Negatieve reacties

De deelnemers van het onderzoek gaven aan dat negatieve reacties rondom het nuttigen van kleine hoeveelheden alcohol en sigaretten hen tot het geheimhouden dwong. Ook hielden ze dit vaak verborgen van hun vroedvrouwen en partners. Hier komt bij dat in sommige gevallen partners hun vrouwen of vriendinnen juist aanmoedigden om thuis alcohol te drinken.

Geen ondersteuning

Deelnemers die dronken of rookten, meldden ook dat de veroordelende toon van verloskundigen en andere gezondheidswerkers maakten dat zij minder geneigd waren om hen advies en ondersteuning te vragen.

Privé als acceptabel

Veel van de deelnemers zagen roken in privé als een acceptabele zaak voor een zwangere vrouw om te doen. Dit stond in schril contrast met hun opvattingen over roken in het openbaar. Sommige deelnemers die tijdens de zwangerschap hadden gerookt, gaven aan dat ze een andere zwangere vrouw die in het openbaar rookt nog steeds zouden veroordelen.

Alles voor de baby

Volgens de onderzoekers worden zwangere vrouwen niet langer als hun eigen persoon gezien. Andere mensen vinden vaak dat zij al hun energie en prioriteiten moeten kunnen richten op de baby, in plaats van hun eigen behoeften.

Empathie en erkenning

In plaats van de heersende stigmatisering zouden deze vrouwen eigenlijk empathie en erkenning voor de uitdagingen die zwangerschap kan bieden nodig hebben. Er moet rekening gehouden worden met de subjectieve ervaringen en uitdagingen waarmee zwangere, met name werkende, vrouwen worden geconfronteerd.

Bron:
Cardiff University

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z