Coronavirus gemonitord bij Nivels griepsurveillance

Naar aanleiding van de uitbraak van het coronavirus is het Nivel begonnen met het monitoren van het virus bij de griepsurveillance. Met behulp van de 40 Nivel-Peilstations worden patiënten met griepachtige verschijnselen nu ook getest op de aanwezigheid van het coronavirus.

Beginnen met monitoren voor uitbraak

Het coronavirus veroorzaakt bij de meeste patiënten koorts en luchtwegklachten. Hoewel het virus nog niet in Nederland is ontdekt, is de kans op verspreiding altijd aanwezig. Het is daarom belangrijk om te beginnen met monitoren voordat het daadwerkelijk hier wordt aangetroffen.

Gegevens over gezondheidsgegevens sinds 1970

Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn verzamelt al sinds 1970 wekelijks gegevens over gezondheidsproblemen voor de nationale griepsurveillance. De elektronische medische dossiers van 40 huisartsenpraktijken geven een actueel beeld van het voorkomen en de verspreiding van aandoeningen.

RIVM test op aanwezigheid virussen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) test op de aanwezigheid van een aantal griep- en verkoudheidsvirussen bij een aantal patiënten bij wie de Peilstations griepachtige klachten hebben geregistreerd. Omdat het coronavirus griepverschijnselen veroorzaakt zal vanaf heden ook de aanwezigheid van dit virus worden onderzocht.

Snel maatregelen indien coronavirus wordt aangetroffen

Aangezien er nog geen sprake is van een uitbraak is het onwaarschijnlijk dat het coronavirus bij een patiënt wordt aangetroffen. In het geval er bij een patiënt toch het coronavirus wordt vastgesteld, zal de eigen huisarts dit melden bij de GGD. Samen met het RIVM zullen ze dan snel maatregelen nemen om verspreiding tegen te gaan.

Wekelijks resultaten online

Wekelijks worden de resultaten van de griepsurveillance van het Nivel en RIVM online beschikbaar gemaakt op de website van het Nivel. Zolang het coronavirus nog niet is aangetroffen in Nederland, wordt het echter niet zinvol geacht om negatieve testresultaten te publiceren.

Bron:
Nivel

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
grafiek

Europese Federatie van Parodontologie en Wereldgezondheidsorganisatie publiceren rapport over links tussen parodontale en hart- en vaatziekten

Er is al veel onderzocht en gepubliceerd over de link tussen parodontitis en hartziekten. Nu is het bewijsmateriaal vanuit beide professies bekeken wat heeft geleid tot een consensusartikel met aanbevelingen voor preventie en behandeling.

Resultaat van Perio-Cardio Workshop

Het artikel is het product van de Perio-Cardio Workshop die werd gegeven in Madrid in februari 2019. Tijdens deze workshop werden meer dan 20 experts van de Europese Federatie van Parodontologie en de Wereldgezondheidsorganisatie samengebracht. Deze mensen bekeken het meest recente bewijsmateriaal over de associaties tussen parodontitis en hart- en vaatziekten.

Veelvoorkomende en ernstige ziekten

Hart- en vaatziekten en parodontitis zijn beide chronische, niet-overdraagbare ziekten die vaak voorkomen. Bijna de helft van de wereldbevolking heeft last van parodontitis, waarvan een vijfde van de ernstige vorm. Hart- en vaatziekten zijn jaarlijks verantwoordelijk voor een derde van alle sterfgevallen wereldwijd; hiermee zijn ze doodsoorzaak nummer één.

Patiënten moeten worden gewezen op link

Er is sterk epidemiologisch bewijs dat parodontitis een verhoogd risico op toekomstige atherosclerotische cardiovasculaire aandoeningen veroorzaakt. Het artikel adviseert daarom dat patiënten met parodontitis hierover moeten worden ingelicht.

Actief omgaan met risicofactoren

Deze patiënten hebben onder andere een hoger risico op een hartinfarct en beroerte en moeten erop worden gewezen dat ze actief om moeten gaan met risicofactoren. Om de kans zo klein mogelijk te houden zouden ze niet moeten roken, genoeg moeten bewegen en gezond moeten eten. Ook overgewicht, bloeddruk en een dieet hoog in verzadigde vetten en geraffineerde suikers zijn namelijk risicofactoren.

Informeren over risico cardiovasculaire complicaties

Bovendien lopen patiënten met zowel parodontitis als hart- en vaatziekten mogelijk een hoger risico op latere cardiovasculaire complicaties. Ook hierover zouden ze moeten worden geïnformeerd. Het advies luidt verder dat ze hun gebit goed moeten onderhouden en laten behandelen. Preventie is immers beter dan met de gevolgen leven.

Voorlichtingscampagne gaat in april van start

De EFP zal de bevindingen van de Perio-Cardo Workshop gebruiken om een campagne op te zetten. Tandartsen, artsen en patiënten die medische of tandheelkundige praktijken bezoeken zullen specifiek materiaal krijgen over parodontale en cardiovasculaire gezondheid. De campagne zal in april 2020 worden gelanceerd.

Bron:
Journal of Clinical Periodontology

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
Ergonomie-onderzoek-Amber-Denekamp

Onderzoek ergonomie door Amber Denekamp: doet u mee?

Voor haar onderzoek over ergonomie aan de universiteit van Derby, zoekt ergonoom Amber Denekamp tandartsen die hun mening en visie over ergonomie en het effect van fysiek welzijn op hun werk willen delen. Met dit onderzoek wil ze de beweegredenen en motivaties van tandartsen onderzoeken. Met deze kennis kunnen in de toekomst onder andere interventies worden verbeterd. Omdat het onderzoek gedaan wordt via een Engelse universiteit, worden de interviews in het Engels afgenomen. Uw inbreng is voor mij zeer waardevol. Bent u geïnteresseerd, lees dan onderstaand bericht.

Message to all dentists, have your say!

You are invited to take part in a study that takes place as part of the Independent Scholarship in Ergonomics at the University of Derby, by Amber Denekamp.

Why?

You can give your personal opinion and vision upon ergonomics and the effect of work on your physical wellbeing within your work as a dentist in an informal interview setting. These interviews will be used in a wider study on how junior (0-5 years in the profession) vs senior dentists (6+ years in the profession) perceive their sustainable employability and what they think they need to influence this positively. You can make a difference by shedding your light on this issue and increasing our knowledge about it.

Study Title

How and why do the knowledge, attitudes, and practice towards ergonomics differ between junior and senior dentists and how is this perceived to influence sustainable employability?

How?

This will last no longer than 1 hour and will be planned to your convenience at your practise, or via Skype, preverably in March 2020. This can be during work hours, or in the evening.
Please note that to take part in the study, you need to meet the following criteria:
1. Work as a qualified dentist in the Netherlands
2. Be able to speak English to a working degree and willing to speak English in the interview (as this is a study conducted under the auspices of the university of Derby, England)
3. Work in fulltime or part-time employment
4. Work mainly in general dentistry. For this research it is required that at least 50% of your employment contains general dentistry.
5. Dentists that work in specialised domains (such as geriatric or childrens dentistry, endodotology, implantology, etc.) for more than 50% of their working time, are excluded.
6. Not suffer from any health-related problems that might affect you while taking part in the research

Your participation to the research will be treated with the highest of confidentiality and under the guidelines of the British Psychology Society. If you should wish to withdraw from the study up to 14 days after the interview took place, please do not hesitate to contact me at a.elingsdenekamp1@unimail.derby.ac.uk

I want to thank you in advance, your time and opinion would be highly appreciated.
Amber Denekamp

Lees ook eerdere artikelen door Amber Denekamp

Tips voor het voorkomen van pijn door een ongunstige houding

Tips voor gezond werken met de microscoop

Four handed dentistry: tijdsbeparing en minder fysieke klachten

Werkdruk bij tandartsen: Bevlogen of afgebrand?

Voorkom langdurig zitten: werk dynamisch

Hoe voorkomt u overbelastingsklachten van handen en vingers?

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z

Netflix-ster met cleidocraniale dysplasie succesvol geopereerd

‘Stranger Things’-acteur Gaten Matarazzo heeft eind januari een uiterst complexe operatie ondergaan om veertien tanden te verwijderen. Tot opluchting van de miljoenen fans is de vier uur durende procedure met succes verlopen.

Acteur met cleidocraniale dysplasie

De 17-jarige Gaten speelt in de serie niet alleen iemand met cleidocraniale dysplasie (CCD), hij lijdt er in het echt ook aan. De erfelijke ziekte zorgt onder meer voor hyperdontie, tandafwijkingen, onderontwikkelde of ontbrekende sleutelbeenderen, en afwijkingen in het bekken en de schedel. Er is geen specifieke behandeling, maar CCD kan worden gemanaged met tandheelkundig werk en operaties om botafwijkingen te corrigeren.

Geen sleutelbeenderen en meer tanden

Hij heeft geen sleutelbeenderen en meer tanden dan de gemiddelde persoon, hoewel deze niet goed groeien. De overtollige melktanden verstoorden het doorkomen van de tanden die bij andere mensen van zijn leeftijd al zichtbaar zouden moeten zijn. In de operatie werden daarom veertien tanden verwijderd en nog eens zes permanente tanden blootgesteld.

Tanden succesvol verwijderd en blootgesteld

In een Instagrampost zeg de acteur dat de grote operatie zonder complicaties was verlopen en hopelijk de laatste was:
“Hoewel mijn uitdrukking op deze foto dit misschien niet laat zien, was de operatie een volledig succes. […] Ik heb verschillende operaties gehad om deze tanden uit mijn tandvlees te halen en de tanden bloot te leggen die gezien mijn leeftijd al hadden moeten groeien. […] Dit was zo’n grote [operatie], het is misschien de laatste die ik nodig heb. Hopelijk tenminste.”

Bron:
NBC
Instagram 

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Help DHIN aan extractietangen (en meer) en kom langs op Dental Expo

Dental Health International Nederland (DHIN) is op zoek naar extractietangen en ander materialen. Heeft u spullen die u kunt missen? Stuur dit dan naar DHIN. Kom ook langs voor een kennismaking met DHIN op Dental Expo.

DHIN ondersteunt projecten door onder meer tandheelkundige apparatuur, instrumenten en materialen in te zamelen voor ontwikkelingslanden. Als u deze stichting nog niet kent dan is het zeker de moeite waard om bij langs te komen. Het spreekt voor zich dat oude bekenden ook van harte welkom zijn. De stichting heeft een schat aan ‘know-how’ op het gebied van preventieve en curatieve mondzorg in lage lonen landen. Die kennis en ervaring willen zij dolgraag delen met geïnteresseerden die zelf een project hebben opgezet of dat willen gaan doen.

Voor haar projecten zoekt DHIN:

• Extractietangen: jaarlijks heeft DHIN er zo’n 250 nodig
• Ash 49
• Composieten. Ook composieten tegen de uiterste houdbaarheidsdatum kan DHIN verwerken
• Autoclaven. Alles wat nog werkt is welkom!
• Olievrije compressors, bij voorkeur 220 volt
• Ontwikkelapparatuur voor röntgenfoto’s
• Röntgenfoto’s. Als ze iets over de datum zijn is dat geen probleem
• Fotoscanners voor fosforplaatjes voor het verwerken van digitale foto’s
• Fosforplaatjes

Zo doneert u aan DHIN

Gebruikt u spullen niet meer en wilt u deze aan DHIN geven?

Stuur dit dan naar:
DHIN
Peppelkade 11B
3992 AL Houten

Lees meer over DHIN  of mail naar info@dhin.nl.
In overleg kunnen spullen ook worden opgehaald. Bel hiervoor met DHIN-bestuurslid Frans Bernink: 06-50434851.

 

 

Lees meer over: Kennis, Opmerkelijk
Kaak, skelet, schedel, bot

Welke afwijkingen van het kaakbot zijn er?

Bij vermoeden van een kaakbotafwijking, is het van belang te onderzoeken of de afwijking “binnen het normale” valt, of er sprake is van een mogelijk artefact, of daadwerkelijk een afwijking.

Een overzicht van de afwijkingen van het kaakbot uit de lezing van dr. Erik van der Meij, van de cursus Mond- en Kaakziekten.

Om een DD te kunnen vormen, is het noodzakelijk dat de gehele pathologie op de röntgenfoto staat afgebeeld. Indien een solo-foto niet alles omvat, is het soms noodzakelijke een OPT te vervaardigen.

Röntgendiagnostiek van kaakbotafwijkingen is een kwestie van theoretische kennis, ervaring, nauwkeurige beoordeling van de röntgenfoto en logisch (klinisch) redeneren. Het is van belang dat er een laagdrempelige verwijzing naar de MKA-chirurg bestaat en dat er geen afwachtend beleid wordt gevolgd zonder werkdiagnose of DD.

Peri-apicale radiolucentie

Wanneer er röntgenologisch peri-apicaal een afwijking  waarneembaar is, kan de DD bestaan uit:

  • Peri-apicaal granuloom
    (fistel à fisteltracing)
  • Peri-apicaal abces
  • Radiculaire cyste
    Rond/ovaal, radix hoeft niet centraal te zitten, want kan ook tpv lateraal kanaal zitten, necrotische pulpa. Een cyste is een pathologische holte die bekleed is met epitheel. De cyste-inhoud bestaat meestal uit vloeistof of debris. Een cyste kan expanderen.
  • Peri-apicaal litteken
    Kan grote zwarting zijn op x-ray
  • Overprojectie over de peri-apex
  • Cemento-osseuze dysplasie
    Dit wordt in beginstadium vaak verward met parodontitis apicalis, of een radiculaire cyste. Deze afwijking komt voornamelijk voor in de anterieure mandibula, en heeft multipele foci. De gebitselementen zijn vitaal. De man : vrouw = 1 : 10 en 70% betreft het negroïde ras. De afwijking verandert over tijd van radiolucent naar radiopaque, en behoeft géén behandeling.
  • Solitaire (simpele) botcyste
    Deze scherpbegrensde goedaardige radiolucentie komt bijna altijd in de onderkaak voor, bij jonge patiënten (pubertijd). Het betreft een lege holte, welke zich weer langzaam vult met bot. Hoewel er spontane genezing optreedt, is het raadzaam de patiënt in te sturen naar MKA voor exploratie, ter uitsluiting van een ameloblastoom of keratocyste.
  • Latente botcyste
    “Cyste van Stafne” bevindt zich in de mandibula, vóór de kaakhoek en onder de canalis mandibularis. Het is in feite geen cyste, maar een sterke impressie van het corticale bot. Rontgenologisch lijkt er een “hapje” of “deukje” in de kaak te zitten. De afwijking komt vaker bij mannen voor, en geeft geen klachten. Bij twijfel kan er een CBCT worden vervaardigd, behandeling is niet geïndiceerd.
  • Residuale cyste
    Dit neemt langzaam in omvang toe, komt vaak voor na extractie van een gebitselement als de radiculaire cyste achter blijft en gaat groeien. Als de cyste niet al te groot is, kan enucleatie plaatsvinden. Bij grotere cysten vindt er eerst marsupalisatie plaats van het cystedak. Na ongeveer een jaar kan dan de restcyste geënucleerd worden.
  • Folliculaire cyste
    Cyste welke ontstaat rondom de kroon van een geïmpacteerd gebitselement, vaak de M3 of een cuspidaat in de maxilla. De cyste dient geënucleerd te worden en het gebitselement vaak geëxtraheerd.
  • Keratocyste
    Potentieel agressief groeiende cyste, welke tussen 2 radices in kan zitten, waardoor deze langzaam kunnen oplossen of verplaatsen door druk. De afwijking heeft een hoge recidiefkans, wat behandeling lastig maakt.

Peri-apicale radiopaciteit

  • Focale chronische scleroserende osteomyelitis
    Condenserende ostitis (verdichting van het bot), rondom de peri-apex. Oorzaak is prikkeling van het bot, door pulpitis, necrotisch pulpaweefsel, caries profunda of diepe restauraties. De afwijking wordt vooral bij jonge patiënten gezien, in de (pre)molaarstreek van de mandibula. De afwijking heeft géén radiolucente rand. Wanneer het aangedane gebitselement avitaal is, is endodontische behandeling geïndiceerd. In 85% van de gevallen treedt hierna regressie van de afwijking op, soms blijft er een “bone scar” aanwezig. Bij vitale elementen is er geen behandeling geïndiceerd.
  • Idiopatische osteosclerose
    Duidelijk begrensde opaciteit, welke zich meestal peri-apicaal of interradiculair bevindt van de (pre)molaren en als toevalsbevinding op een x-ray wordt gezien. De parodontaalspleet blijft goed volgbaar. De afwijking komt in 90%  in de mandibula voor, meestal in de eerste molaarregio. In 20% van de gevallen is er geen relatie met een gebitselement. Er is geen behandeling geïndiceerd.

Weke delen opaciteiten

  • Heterotopische calcificaties
    Opake structuren die zich in de weke delen bevinden. Voorbeelden zijn verkalkte lymfeklieren, speekselsteentjes, tonsillolieten, arterosclerose.
  • Heterotopische ossificaties
    Osteoma cutis, ossificatie ligamentum stylohyoideum.
  • Corpora aliena

dr. Erik H. van der Meij, MKA chirurg – oncoloog

Erik van der Meij werd opgeleid tot MKA-chirurg aan het VU Medisch Centrum te Amsterdam en promoveerde in 2002 op het mogelijk premaligne karakter van lichen planus van het mondslijmvlies. Hij was van 2004 tot 2008 als staflid verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. Aldaar volgde hij een fellowship Hoofd-Hals Chirurgie/-Oncologie. Sinds 2008 is hij als MKA chirurg-oncoloog werkzaam in het Medisch Centrum Leeuwarden. Zijn aandachtsgebieden betreffen de hoofd-hals oncologie, speekselklierpathologie en de pathologie van de mondholte.

 

Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor dental INFO van de lezing van dr. Erik H. van der Meij tijdens de cursus Mond- en Kaakziekten.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z

Artificial Intelligence in de maatschappij

Waar in onze maatschappij wordt A.I. al toegepast? Hoe werkt A.I. en welke invloed heeft A.I. op de toekomst van onze maatschappij? Welke manieren zijn er om een kunstmatige intelligentie te trainen? Hoe start je een project waarbij je A.I. gaat toepassen en waar moet je rekening mee houden? Verslag van de lezing van drs. Koen Klein Willink, innovation manager NN Group Finance, datascience expert, tijdens het wintersymposium van de NVDMFR.

The future is now

Artificial intelligence is overal te zien. Van SIRI op je smartphone tot zelfrijdende auto’s. Netflix weet welke filmgenres je leuk vindt op basis van je kijkgedrag en geeft suggesties voor nieuwe films of series die jij waarschijnlijk ook leuk vindt. Facebook past dit principe ook toe in vorm van reclame en mensen die je misschien kent. Er zijn robots gemaakt die d.m.v. A.I. met elkaar voetballen. Gezichtsherkenning wordt wereldwijd toegepast. In China zijn ze al zo ver hiermee dat bij elk gezicht direct de gegevens over die persoon worden weergegeven. Emoties worden afgelezen van de gezichten van vliegtuigpassagiers om mensen die zich verdacht gedragen uit de menigte te pikken voor controle op het smokkelen van verboden middelen. In Chinese basisscholen kunnen ze de hersenactiviteit meten bij de schoolkinderen tijdens de lessen en aan de hand daarvan kan A.I. detecteren of iemand wel of niet oplet. De snelle ontwikkeling van A.I. boezemt bij veel mensen angst in. Het biedt echter een toekomstperspectief waaruit veel te halen valt. Er zijn veel voorbeelden waarin de mens samen met de machine tot betere resultaten kan komen dan alleen de mens. De toekomst van A.I. is nu en het zal niet lang meer duren voordat het zijn intrede maakt in de tandheelkunde.

Data Science, machine learning en deep learning

Data is overal om ons heen. Wat is data science? Het is een vakgebied waar wiskunde en statistiek, computerwetenschappen en IT, en domein- en zakenkennis bij elkaar komen.

Er zijn vier niveaus voor het analyseren van data:
1. Beschrijvende analyse: wat is er gebeurd?
2. Diagnostische analyse: waarom is het gebeurd?
3. Voorspellende analyse: wat zal er gebeuren?
4. Voorschrijvende analyse: wat moet je doen zodat het gebeurd?
Deze analyses zijn in volgorde van toenemende moeilijkheid gerangschikt.

Voor de voorspellende en voorschrijvende analyse gebruiken data scientists artificial intelligence modellen. Artificial intelligence nam zijn intrede in de samenleving in de jaren 50. A.I. is een techniek die computers gebruikt menselijke intelligentie na te bootsen, gebruik makend van als-dan regels, beslisbomen en machine learning. Machine learning is een subgroep van A.I. Binnen deze categorie valt ook deep learning. Deep learning bestaat uit algoritmen die toestaan dat software zichzelf traint in het uitvoeren van taken, zoals spraak en beeldherkenning. Er wordt kort uitleg geven van de belangrijkste begrippen: machine learning vs deeplearning, supervised learning vs unsupervised learning and reinforcement learning.

Hoe start je een data science project?

Data science projecten zijn op te delen in een aantal deelvragen. Bij aanvang van een data science project is het raadzaam om een globaal beeld te vormen van de volgende vragen:
– Welk probleem wil je oplossen?
– Hoe wil je eventuele resultaten gebruiken/toepassen?
– Welke data heb je precies nodig om het probleem op te lossen?
– Hoe kun je de data verzamelen die je nodig hebt
– Wat zijn de modellen die je toe kan passen
– Hoe definieer je succes waarop kun je de resultaten evalueren

In data science is veel mogelijk. Dit kan zorgen voor juridisch en moreel ethische dilemma’s. Drie simpele vragen helpen om, voorafgaand aan een data science, hier grip op te krijgen. 1) Kan het vanuit de techniek 2) past het binnen het juridisch kader en 3) de belangrijkste vraag wil ik hier aan bijdragen?

Belang van de gouden standaard

Bij alle statische modellen en ook bij machine learning en deep learning is er een belangrijke regel: “garbage in = garbage out”

Een voorbeeld uit de medische praktijk: bij een onderzoek naar huidkanker hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van deep learning om huidkanker te herkennen. Tijdens het testen van de tool bleek dat er geen enkel geval van huidkanker was geconstateerd. Wat bleek? De vlekken die huidkanker waren werden gefotografeerd met een optische geprojecteerd meetlat ernaast zodat te zien was hoe groot deze was. Bij alle vlekken die geen kanker waren was dit niet gedaan. De machine had dus geleerd dat een meetlat bij een vlekje betekent dat het huidkanker was. Om tot bruikbare en betrouwbare uitkomsten te komen moet er gebruik worden gemaakt van een correcte gouden standaard.

Is goed, goed genoeg?

Tot slot geeft de spreker aan dat succes van machine learning modellen nog lastig te bepalen is: wanneer is goed goed genoeg? Wanneer kunnen modellen in praktijk worden gebruikt? Moeten modellen hiervoor net zo goed kunnen voorspellen als (medische) professionals of moet dit veel beter zijn?

De worsteling met het vinden van de gouden standaard en de vraagstelling wanneer diagnostische voorspelmodellen “goed genoeg” zullen zijn, zal in de tandheelkunde zeker aan de orde komen. Voor nu geeft drs. Klein Willink mee aan de zaal om zelf te experimenteren met data science projecten om hier een beter beeld bij te kunnen vormen. De modellen zijn vrij beschikbaar, data is er te over dus: “go out and play!”

drs. Koen Klein Willink, innovation manager NN Group Finance, datascience expert.

Verslag voor dental INFO door Joey de Boer, Thierry Roseboom en Hanneke den Uil, derdejaars masterstudenten tandheelkunde aan ACTA, van de lezing van drs. Koen Klein Willink, tijdens het Wintersymposium van de Nederlandse Vereniging voor DentoMaxilloFaciale Radiologie (NVDMFR)

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Hoofdafbeelding Hoe kun je het beste advies over preventie aan de patiënt geven

Hoe kun je het beste advies over preventie aan de patiënt geven?

De wijze van communiceren en het betrekken van de patiënt bij de behandeling vormen de basis voor het slagen van gedragsverandering. Dit blijkt uit kleinschalig kwalitatief onderzoek door studenten Mondzorgkunde.

Onderzoek

In dit kleinschalige kwalitatieve onderzoek is gebruik gemaakt van drie focusgroepen met 19 deelnemende participanten. De participanten zijn geworven middels een selecte gelegenheidssteekproef in de leeftijdscategorie van 21 tot 65 jaar. Alle participanten zijn voorafgaand aan het onderzoek mondeling ingelicht over het doel van het onderzoek en hebben een informed consent getekend. Er is gebruik gemaakt van semigestructureerde groepsinterviews waarbij de gesprekken letterlijk zijn getranscribeerd. De interviews zijn open, axiaal en selectief gecodeerd. Na het coderen van de data zijn vijf hoofdthema’s gevonden namelijk; kennis, mening, ervaring, attitude en gedragsverandering.

Hoe kun je het beste advies over preventie aan de patiënt geven
Klik hier voor vergrote versie 

Uitkomsten

De meningen van de participanten over het ontvangen van preventief advies zijn erg wisselend. De voorkeur gaat uit naar het ontvangen van mondeling, persoonlijk advies wat wetenschappelijk onderbouwd is, gegeven door een specialist.
De verwachtingen van een afspraak bij de mondzorgprofessional komen niet altijd overeen met wat er daadwerkelijk gedaan wordt. Daarnaast spelen het financiële aspect en ervaringen met de mondzorgprofessional mee in de motivatie voor het opvolgen van preventief advies. Tenslotte vinden de meeste participanten het geven van leefstijladvies door een mondzorgverlener buiten het vakgebied vallen. Alleen wanneer het advies direct gerelateerd kan worden aan mondproblemen mag het gegeven worden, maar daar dient de mondzorgprofessional erg terughoudend in te zijn.

De meningen van de participanten over preventief advies zijn verdeeld. Er kan geconcludeerd worden dat de wijze van communiceren en het betrekken van de patiënt bij de behandeling de basis vormen voor het slagen van gedragsverandering. Tot slot is het belangrijk om als mondzorgprofessional het ‘standaard praatje’ te voorkomen.

Poster ontwikkeld door:
Dewi van Eekhout en Anne Schouws, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Designtandarts

De designtandarts als nieuw statussymbool

Een vriendelijke inrichting, lang de tijd voor de patiënten, de nieuwste technologieën… De Amerikaanse tandartsketen Tend doet er alles aan om patiënten te laten uitkijken. Reden voor NRC om de designtandarts tot opkomend statussymbool te benoemen.

Tien nieuwe statussymbolen

Statussymbolen komen en gaan en het nieuwe decennium vond het NRC een goed moment om tien opkomende statussymbolen te beschrijven. Van elektrisch vliegen tot alcoholvrijheid, ze voorspellen een heel spectrum aan symbolen waarmee je in de komende jaren twintig kunt scoren.

Designtandarts met hotelinterieur

Zo ook de designtandarts, met medisch interieur dat aandoet als de lobby van een chic hotel. Weg met de witte muren en felle lampen, in plaats daarvan zijn er zachte tinten, sfeervolle verlichting, en Netflix in de behandelstoel. Tend wil zich profileren op basis van comfort en klantvriendelijkheid.

Geen oordelen

Ze vertellen de klanten dat ze beter zullen zijn dan die andere tandartsen die je veroordelen en ongemakkelijk laten voelen. Tend belooft de klant “een behandeling die u vertrouwt met een team dat nooit zal oordelen, een omgeving die kalmeert en producten die u bevallen”.

Techniek, training en persoonlijke touch

Een hoog salaris voor de tandartsen met een bonus die hen beloont voor gasttevredenheid in plaats van een commissie over procedures. Een persoonlijk praatje voor de behandeling om ervoor te zorgen dat de patiënt ontspannen is en erachter te komen of ze bijvoorbeeld verdoving willen. Een röntgenapparaat dat niet in het gehemelte prikt en digitale afdrukken.
Tend doet zijn best om de klant te laten voelen dat ze om hem/haar geven. Het is goed voor te stellen dat dit aanslaat bij patiënten van deze tijd. Het is zelfs te hopen dat dit geen statussymbool maar alledaagse werkelijkheid wordt.

Bron:
NRC
Tend

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Kindertandpasta

Niet elke kindertandpasta is goed, aldus Duitse test

Vanaf het moment dat kinderen tanden krijgen is het belangrijk om ze goed te verzorgen. Speciale soorten tandpasta’s kunnen hierbij helpen. Het Duitse consumententijdschrift Öko-Test heeft kindertandpasta voor melktanden en juniortandpasta voor de jaren na de eerste tandwisseling getest.

Test op fluoride, informatie en verontreiniging

Is elke tandpasta even goed voor de kindertanden? Volgens de onderzoekers van het tijdschrift niet. Ze legden tijdens hun test de nadruk op het fluoridegehalte omdat dit als de belangrijkste remedie voor tandbederf wordt beschouwd. Er mocht ook weer niet te veel fluoride in kindertandpasta zitten om fluorose te voorkomen.
Daarnaast werd veel waarde gehecht aan de informatie die op de verpakking stond. Zo moest er correcte informatie over dosering en toepassing op te vinden zijn. Daarnaast is het natuurlijk belangrijk dat er geen verontreinigende stoffen als zware metalen en slijmvliesirriterende schuimmiddelen in het product zitten.
In totaal zijn 65 producten getest. Hiervan werden er 38 beoordeeld met “goed” of “zeer goed”. Een op de vijf tandpasta’s kwam echter “onvoldoende” of “slecht” uit de test. Hiervan zijn er 11 voor melktanden en 2 voor kinderen.

De informatievoorziening op de verpakking moet beter

De grootste oorzaak voor onvoldoendes is de informatievoorziening op de verpakking van melktandenproducten. Volgens Öko-Test moeten fabrikanten consumenten erop wijzen dat kinderen op een andere manier fluoride moeten gebruiken wanneer het niet in de tandpasta zit. Fluoridetandpasta’s moeten juist waarschuwen dat kinderen geen extra fluoride binnenkrijgen.

Niet alle merken zijn in Nederland verkrijgbaar

Niet alle geteste tandpasta’s zijn verkrijgbaar in Nederland. Van degene die wel hier te koop zijn, kwam het merk Dentalux als zijnde “zeer goed” uit de test. Ditzelfde geldt voor Dontodent, Elmex Junior, tandpasta’s van de Aldi, Gum Junior en Odol-Med. Theramed junior presteert niet altijd even goed.
Sensodyne scoort maar “bevredigend”, net als Weleda kindertandpasta. Zendium Kids 1-6 krijgt zelfs “ontoereikend” toebedeeld omdat er foute ingrediënten inzitten als zink en PEG-derivaten. Daarnaast is de dosering onvoldoende en is er geen fluoridedosesindicatie. De meeste slechte scores kunnen echter sterk verbeterd worden als de producenten gewoon iets meer informatie op de verpakking zetten.

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

0,1 procent Nederlanders mijdt dringende mondzorg wegens kosten

Tandheelkunde valt niet onder het basispakket van de zorgverzekeringen. In plaats daarvan dienen mensen zichzelf bij te verzekeren (of het volledige bedrag te betalen) voor tandheelkundige zorg. Dit zorgt ervoor dat sommige mensen de tandarts links laten liggen om de kosten te mijden. 0,1 procent van de Nederlanders (ruim 17.000 personen) ziet vanwege deze kosten zelfs af van dringende tandheelkundige zorg. Dat is veel, maar er is wel wel een dalende trend zien. Dit wordt duidelijk in onderstaande grafiek afkomstig van De Staat van Volksgezondheid en Zorg.

Bovendien laat Nederland hierin een bijzonder laag cijfer zien in vergelijking met andere Europese landen. Uit onderstaande grafiek blijkt dat in Nederland het laagste percentage van de bevolking afziet van dringende tandheelkundige zorg vanwege de kosten. In Letland en Portugal mijdt zelfs meer dan 10 procent van de bevolking de tandarts om deze reden.

Bron:
De Staat van Volksgezondheid en Zorg

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
devil-lips

De nieuwste lipfillertrend heeft een duivels randje

Lipfillers die punten toevoegen aan de rand van de mond, is de nieuwste must-have schoonheidsbehandeling in Rusland. Deze zogenaamde ‘Devil lips’ kregen veel likes en shares en hebben ook veel kritiek en scepsis gekregen.

 De bizarre beauty-rage, die ook wel octopus-lippen wordt genoemd, werd populair toen de vermeende maker van de techniek, de Russische plastisch chirurg Emelian Braude, op 22 november een preview op zijn Instagram-account uploadde. Sinds de post werd gedeeld heeft het ongeveer 3.000 likes gekregen en heeft het veel wind doen opwaaien op sociale media.

Braude beweerde dat hij vulstoffen injecteert op de buitenrand van de lippen van een persoon, waardoor een golf of hoornachtig uiterlijk ontstaat. Er zijn echter veel sceptici die beweren dat het effect is bereikt met behulp van make-up of photoshop.

Gevaarlijk

Sommige cosmetische tandartsen hebben de foto’s onder ogen gezien en hebben opgemerkt dat de rand van de lippen van een persoon kan worden verbeterd en gevormd, maar dat ze niet kunnen worden bewerkt tot de vorm die overal op internet te zien is.

devillips
Sommigen, zoals schoonheidsexpert en -influencer Nilam Holmes, zijn zelfs zo ver gegaan om te zeggen dat het injecteren van lippen om te proberen deze look te bereiken gevaarlijk kan zijn. Een filler op de verkeerde plaats schieten kan leiden tot langdurige schade of zelfs de dood als deze per ongeluk in een bloedvat wordt geïnjecteerd.

Devil lips in Nederland

Gelukkig heeft deze gevaarlijke trend nog niet de oversteek naar Nederland gemaakt. Uit een rondgang op sociale media blijkt dat de devil lips voornamelijk populair zijn in Rusland en Oost-Europese landen. Het blijft echter lastig om vast te stellen hoe serieus deze berichten zijn, aangezien het ook om bewerkte beelden of slim make-up werk kan gaan. Laten we hopen dat het bij een kortstondige rage blijft.

 

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Nieuw bevestiging voor verband tussen dementie en tandverlies

Nieuwe bevestiging voor verband tussen dementie en tandverlies

Verschillende eerdere studies lieten al zien dat chronische ontstekingen als parodontitis een risicofactor voor dementie zijn. Een recente studie uit India heeft opnieuw aangetoond dat parodontitis geassocieerd wordt met cognitieve stoornissen.

Parodontitis de grootste oorzaak van tandverlies bij ouderen

Des te ouder een mens is, des te vaker tandverlies wordt veroorzaakt door parodontitis. Dit in tegenstelling tot bij jongeren waar cariës de grootste oorzaak van tandverlies is. Hier maakte een Indisch onderzoeksteam gebruik van om een verband tussen tandverlies en dementie aan te tonen.

Cross-sectionele studie

Het onderzoek bestond uit een cross-sectionele studie bestaande uit 300 patiënten met dementie met een leeftijd tussen de 50 en 80 jaar. Patiënten met onder andere parodontale therapie in de afgelopen zes maanden of een voorgeschiedenis van herseninfarcten werden uitgesloten van de studie.

MMSE en tanden tellen

Er werd voornamelijk naar twee aspecten gekeken: mate van dementie en tanden. Bovendien werden sociaaleconomische factoren als opleiding of burgerlijke staat in het onderzoek meegenomen.

De cognitieve status van de deelnemers werd beoordeeld met behulp van de dementietest Mini Mental State Examination (MMSE). Hierbij werd een vragenlijst afgenomen die onder andere korte geheugentaken, motorische vaardigheden en oriëntatie omvatte. Door geregistreerde parodontologen werd het gebit van de patiënten onderzocht en hun tanden geteld. Verstandskiezen werden niet meegeteld.

De resultaten sluiten aan bij oudere onderzoeken

De resultaten van het onderzoek laten een duidelijke correlatie zien tussen het aantal tanden dat nog aanwezig is in de mond van de patiënt en de MMSE-waarde. Hoe minder tanden aanwezig waren, hoe lager de waarde was. Een lage waarde op de test betekent een grote mate van verslechtering van cognitieve prestaties. Dit komt overeen met de bevindingen uit oudere studies, die ook al een verband tussen parodontitis en dementie hadden ontdekt.

Daarnaast hebben de onderzoekers aangetoond dat verschillende sociaaleconomische factoren ook een belangrijke rol spelen. Zo hadden deelnemers die beter sociaal geïntegreerd waren minder last van dementie. Ook de mate waarin de patiënten onderwijs hadden genoten gaf een goede indicatie: mensen met een laag opleidingsniveau bleken een grotere mate van tandenloosheid te hebben. Het is mogelijk dat dit komt door minder voorlichting over het belang van een goede mondgezondheid.

 

Bron:
Indian Society of Periodontology

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Welke-afwijkingen-van-het-mondslijmvlies-zijn-er

Welke afwijkingen van het mondslijmvlies zijn er?

Regelmatig wordt u in de tandheelkundige praktijk geconfronteerd met aandoeningen in de mond, het periorale gebied en de kaak. Soms is de diagnose duidelijk maar soms ook niet. Verslag van de lezing van Prof. dr. Jan G.A.M. de Visscher, MKA chirurg – oncoloog over mogelijke afwijkingen van het mondslijmvlies.

Afwijkingen die betrekking hebben op het mondslijmvlies, zijn onder te verdelen in rode plekken, witte plekken, bruin/zwarte plekken en zweertjes.

Laesie op de tong

Bij een laesie op de tong is het nuttig om te kijken of er op gebeten kan zijn. Daarnaast dient de behandelaar altijd contralateraal te kijken, of de laesie zich daar ook bevindt. De laesie wordt gepalpeerd, wanneer deze hard (geïndureerd) en stevig aanvoelt kan er sprake zijn van een plaveiselcelcarcinoom. Indien er een bloedvat aan het oppervlakte ligt, is deze te herkennen door een blauwe doorschemering.

Een witte lijn bilateraal wordt een linea alba genoemd en is onschuldig. Deze wordt veroorzaakt door de parafunctie tongzuigen/tongbijten.

Lingua geographica

Verder komt relatief vaak (bij 1-2% van de bevolking) de onschuldige afwijking lingua geographica voor, oftewel een landkaarttong. Er is sprake van een voortdurend veranderend migrerend slijmvliesoppervlak, welke zich binnen 2 weken verplaatst. De afwijking komt tweemaal zo vaak voor bij mannen en is niet leeftijdsgebonden, er zijn casussen bekend van zeer jonge patiënten waarbij de elementen nog niet in doorbraak waren. Een lingua geographica kan een irriterende sensatie geven, met name bij gebruik van citrusvruchten en sterk gekruid voedsel. De etiologie is onbekend, en er zijn geen behandelingsmogelijkheden, behalve voorlichting en geruststelling.

Mediane rhomboide glossitis

Mediane rhomboide glossitis is een rode afwijking met afwezigheid van papillen op het midden van de tong, welke vermoedelijk wordt veroorzaakt door C. albicans en vaak gezien wordt bij rokers. Deze afwijking wordt vaak klinisch gediagnosticeerd, het behoeft geen behandeling tenzij er klachten optreden.

Foliate papillitis

Bij foliate papillitis zijn de papillae foliatae ontstoken, vaak rood en gezwollen. Deze papillae bevinden zich achterin in de mondholte op beide zijkanten van de tongrand, en zijn onderdeel van het lymphoïde weefsel. Er is geen behandeling geïndiceerd, en de patiënt dient te worden gerust gesteld. Enkel bij twijfel kan er een biopsie plaats vinden.

Orale lichen planus

Lichen planus is een rood-witte afwijking op de slijmvliezen, welke niet-afstrijkbaar is. Het kenmerkt zich door witte lijnen (reticulaire striae) en rode ulceraties, vaak redelijk symmetrisch bilateraal. Het is een auto-immuunziekte, waardoor de patiënt de afwijking vaak langdurig of zelfs levenslang met zich mee draagt. Het komt bij 0,5-1 % van de bevolking voor en geeft vaak geen klachten. Indien de patiënt wel klachten ervaart, kan er aanpassing van mogelijk gerelateerde medicatie plaats vinden, vervanging van amalgaamrestauraties (m.n. buccale restauraties in de molaarstreek kunnen een trigger zijn), en kan er medicatie voorgeschreven worden (corticosteroïden, cyclosporine).
Behalve oraal kan lichen planus ook voorkomen op de rug, polsen en enkels. De afwijking kan premaligne zijn, waardoor jaarlijkse controle met lichtfoto’s is geïndiceerd.

Leukoplakie

“Het is een overwegend witte laesie, waarvan we niet weten wat het is.” Leukoplakie kenmerkt zich vaak als een platte witte laesie, welke niet-afstrijkbaar is. De laesie kan voor komen op de wang, tong, aangehechte gingiva en/of palatum.
Leukoplakie komt tweemaal zo vaak voor bij mannen, vaak boven de 55 jaar en heeft een prevalentie van <1%. De afwijking is premaligne, en 80% van de patiënten met leukoplakie rookt. Daarnaast kan C. albicans een rol spelen. Hetzelfde geldt voor het HPV-virus, maar bij een deel van de patiënten is de oorzaak onbekend (idiopatisch).

Leukoplakie kan zich klinisch presenteren als homogeen of niet-homogeen. De niet-homogene variant is onder te verdelen in erytro-leukoplakie (=erytroplakie), verrukeuze leukoplakie, ‘speckled’ leukoplakie en nodulaire leukoplakie.

Wanneer heeft een leukoplakie een statistisch verhoogde kans om maligne te ontaarden?

  • Niet-homogene variant
  • Vrouwen
  • Afwezigheid rookgewoonten
  • Epitheeldysplasie
  • Lokalisatie (mondbodem/tongrand)
  • Langdurige aanwezigheid
  • Grootte > 200 mm2

Bij vermoeden van een leukoplakie, met name de gevaarlijke rode variant (erytroplakie), dient de patiënt altijd direct te worden ingestuurd naar de kaakchirurg voor biopsie, vanwege het pre-maligne karakter.

Overige witte afwijkingen

  • Morsicatio
    Morsicatio
    geeft een wit en matrood schilferig aspect van de mucosa, welke veroorzaakt wordt door het bijten en zuigen op de wang/tong/lip uit nervositeit. Het komt voornamelijk voor bij jonge (vrouwelijke) patiënten. Soms gaat het samen met bruxisme. De behandeling bestaat uit voorlichting en bewustwording.
  • Hyperkeratose
    Hyperkeratose is vorming van extra eelt door frictie, bijvoorbeeld door (te) stevig poetsen. Behandeling bestaat uit voorlichting (o.a. advies zachtere tandenborstel), na wegnemen van de oorzakelijke prikkel kan het 4-5 maanden duren voor de hyperkeratose volledig verdwenen is.

Pigmentaties

  • Raciale fysiologische pigmentatie van de mucosa, deze bevindt zich voornamelijk gingivaal en soms op de lip of tong.
  • Amalgaam pigmentatie, oftewel “amalgaam-tatoo”, is een stukje amalgaam dat tijdens een tandheelkundige ingreep los komt en in de mucosa of alveole achterblijft. Dit manifesteert zich als een blauw-zwarte verkleuring van de gingiva. Bij twijfel kan de tandarts een x-ray maken ter bevestiging van de diagnose.
  • Rokersmelanose zijn (donker)bruine afwijkingen, veroorzaakt door verhoogde activiteit van melanocyten, welke vaak op de buccale gingiva, onderlip, tong of palatum voorkomen. De afwijking komt bij 5-10 % van de rokers voor, en is niet Vaak is de aandoening reversibel wanneer de patiënt het roken staakt.
  • (multi)-Focale melanose (= melanotische macula) is een pigmentatie welke meestal voorkomt bij patiënten op middelbare leeftijd. De afwijking kan overal in de mond voorkomen, maar wordt voornamelijk gezien op de onderlip, palatum, gingiva of wang en kan solitair of multipel zijn. De afwijking kan klinisch niet worden onderscheiden van een voorstadium van een maligne melanoom, en dient om die reden binnen enkele dagen gezien te worden door een kaakchirurg voor excisie en p.a. Het is aan te raden dat de tandarts zelf belt naar kaakchirurgie voor het inplannen van een spoed-afspraak, omdat de 1-jaarsoverleving van orale melanomen ongeveer 5% is.
    Uitzonderingen hierop zijn pigmentaties welke samenhangen met systemische ziektes waarmee patiënt bekend is (o.a. ziekte van Allisson), roken of medicatie-gerelateerde pigmentaties (anti-malariamiddel hydroxychloroquine, welke ook voorgeschreven wordt bij reumatoïde artritis).  In deze gevallen zal er zeer waarschijnlijk worden afgezien van excisie.
  • Melasma is een (licht)bruine pigmentatie, vaak bóven de bovenlip (“snor”) bij vaak donkerharige vrouwen die orale anticonceptie gebruiken. De aandoening is goedaardig, maar kan door patiënten als esthetisch zeer storend worden ervaren.

Ulceraties

Jaarlijks krijgen gemiddeld 110.000 mensen kanker, ongeveer 1% is mondkanker (1000 nieuwe gevallen per jaar). 90% van deze orale tumoren is een plaveiselcelcarcinoom van het mondslijmvlies.

Wanneer een tandarts een ulcus op het mondslijmvlies vermoedt, zijn de volgende zaken van belang:

  • Anamnese à bestaansduur/last, eerder gehad of elders in de mond, mogelijke oorzaak, andere afwijkingen op huid of slijmvliezen, medicatie.
  • Inspectie à solitair of multipele laesies, locatie (bilateraal??), aspect, palpatie.
  • Voorlopige diagnose à lokale of systemische aandoening, medicatie.
  • Beleid
  • Ulcus na 2 weken niet verdwenen à verwijzen MKA, maligne?

Veel voorkomende ulceraties

  • Aften
    Aften (recurrent aphthous stomatitis = RAS), zijn zeer pijnlijke maar onschuldige ulceraties op de wang, lip of tong. Meestal zijn de ulceraties vrij klein (0,5 cm), maar er bestaat ook een majeure versie (>1 cm). De ulceratie kenmerkt zich als een ronde tot ovale gelige afwijking, met een erymateuze “halo” eromheen. Een afte wordt, in tegenstelling tot een herpeslaesie, niet vooraf gegaan door een stadium met blaasjes, en bevindt zich op de niet-gekeratiniseerde gingiva (wangen, lip). De patiënt voelt zich vaak ziek en slap, en het kan, afhankelijk van de grootte van de afte, 6 weken duren voordat de afte verdwijnt. De majeure versie geneest altijd met een litteken. Behandeling bestaat uit pijnbestrijding met het lokaal appliceren van analgetica, en eventueel het voorschrijven van corticosteroïden (lokaal of systemisch) bij veelvuldig recidief.
  • Herpes simplex-virus 1
    Herpes simplex-virus 1 (HSV-1) is een veel voorkomende infectie bij kinderen (< 10 jaar), welke vaak subklinisch verloopt. Het virus wordt overgebracht door speeksel. Een eerste (primaire) infectie uit zich in de mond als gingivostomatitis herpetica, voornamelijk op de gekeratiniseerde gingiva. Het lichaam beschikt dan nog niet over anti-lichamen. Deze aandoening behoeft, naast geruststelling, geen behandeling.
    Bij een secundaire (recidiverende) infectie bevindt de ulceratie zich soms op het palatum durum of gingiva, maar meestal op de mucocutane overgang van de lip, de welbekende herpes labialis of “koortslip”. De infectie is zeer besmettelijk en wordt vooraf gegaan aan een kort stadium van tintelingen en een branderig gevoel, en daarna blaasjesvorming. Medicatie (Zovirax) is alleen zinvol om te gebruiken vóórdat er blaasjesvorming heeft opgetreden. Diagnose berust meestal op klinische aspecten en het voorschrijven van anti-virale middelen is vooral zinvol bij immuun-gecompromitteerde patiënten.

 Take-home-message bij (vermoeden van) een afwijking van het mondslijmvlies

  1. Inspecteer de andere zijde, zit de afwijking bilateraal?
  2. Is het afstrijkbaar?
  3. Hoe voelt het, geïndureerd?

 

Prof. dr. Jan G.A.M. de Visscher, MKA chirurg – oncoloog

​Jan de Visscher is sinds 1982 als MKA-chirurg/hoofdhals-oncoloog werkzaam in het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) en sinds 2014 in VUmc. In het MCL is hij tevens perifeer opleider voor de opleiding tot  MKA-chirurg in het UMC Groningen. Het tandartsexamen werd in 1977 behaald, het artsexamen in 1991. Hij werd opgeleid tot MKA-chirurg in het Radboud universitair medisch centrum te Nijmegen. In 1999 promoveerde De Visscher op diverse aspecten van de diagnostiek en de behandeling van het plaveiselcelcarcinoom van de lip. Jan de Visscher is een veel gevraagde spreker zowel in binnen- als buitenland.

Daarnaast organiseert en verzorgt hij regelmatig postacademisch onderwijs op het gebied van de mondpathologie en de hoofdhals-oncologie. Verder heeft hij zowel nationaal als internationaal meerdere bestuurlijke functies  bekleed. 

Van 2006 tot 2008 was hij voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA).

 

Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Jan G.A.M. de Visscher tijdens de cursus Mond- en Kaakziekten.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z
Chirurgische paro-behandeling: de puntjes op de i?

Chirurgische paro-behandeling: de puntjes op de i?

In de voorbije decennia is de rol van de chirurgie veranderd van flapoperaties bij elke parodontale behandeling tot een meer beperkte rol voor deze ingrepen in een tweede fase na de niet-chirurgische behandeling. Chirurgie heeft daarmee een specifieke plaats in de parodontale behandeling. De afweging tot inzet ervan hoort dan ook onlosmakelijk bij het bepalen van de beste behandelstrategie.

Parodontale behandeling – spelregels, uitgangspunten en risicofactoren

Bij het uitvoeren van een parodontale behandeling gelden de volgende spelregels, uitgangspunten en risicofactoren.

Spelregels

  • Behandelen van parodontitis: vroege diagnostiek en secundaire preventie.
  • In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
  • Blijvende monitoring op regelmatige basis blijft noodzakelijk.
  • Actie ondernemen als de metingen veranderingen aangeven.

Uitgangspunten

  • Beheersing van risicofactoren.
  • Onderhouds-/nazorgbehandeling zijn basis voor parodontale stabiliteit.
  • Her-initieel biedt geen garantie voor herstel.
  • Het is lastig om de toekomst voor een parodontitispatiënt te voorspellen.
  • Soms (verantwoord) risico nemen om tot een goed resultaat te komen.
  • Compliance met betrekking tot (interdentale) mondhygiëne is essentieel.
  • Grondige supra- en subgingivale gebitsreiniging is het belangrijkste wapen.
  • Doordacht extraheren is een sterke ondersteuning bij het verkrijgen van een stabiel resultaat.
  • Flapchirurgie heeft belangrijke, maar niet doorslaggevende rol.
  • Soms kan deskundige(!), aanvullende inzet van antibiotica zeer effectief en minder ingrijpend zijn dan parodontale chirurgie.

Risicofactoren

  • Plaque.
  • Bloeden na sonderen.
  • Restpockets ≥5 mm.
  • Aantal verloren gebitselementen/ botverlies in relatie tot leeftijd.
  • Omgevingsfactoren: roken/stress.
  • Genetische factoren/systemische factoren (diabetes).
  • Dieet.
  • Overbelasting van gebitselementen.

Parodontale behandeling – de tools

Om parodontitis te behandelen kunnen de volgende ‘tools’ ingezet worden:

  •  Consequente interdentale reiniging.
  • Professionele gebitsreiniging.
  • Extracties.
  • Parodontale chirurgie.
  • Ondersteuning met systemische antibiotica.
  • Onderhoud met (regelmatige) nazorg.
  • Combinaties van het bovenstaande.

Parodontale (in-)stabiliteit

Bij het uitvoeren van parodontale behandeling wordt er gestreefd naar:

  • Geen pockets >4mm
  • Bloeding <10%
  • Plaque < 15%

Dit heeft als voordeel dat er een overzichtelijke hoeveelheid werk uitgevoerd moet worden tijdens de recall én dat er een nauwkeurigere monitoring kan plaatsvinden van de pocketdiepte aangezien deze ondiep zijn.
Soms lukt het echter niet om de pockets te reduceren tot 4 mm of minder. Uit onderzoek blijkt dat het opnieuw initieel behandelen van patiënten niet helpt om pockets te reduceren (Badersten et al. 1984) . In die gevallen is het dus goed om parodontale chirurgie te overwegen (Graziane et al. 2018). Onderzoek heeft laten zien dat het chirurgisch elimineren van restpockets gunstig is voor het uiteindelijke behandelresultaat (Serino et al. 2001; Heitz-mayfield et al. 2002).

Parodontale chirurgie

Parodontale chirurgie biedt de beste kansen op succes bij een goede indicatie, goede mondhygiëne, het spreken van dezelfde taal, goede voorbereiding, goede operateur en goede monitoring.

  1. Een goede indicatie
    Indicaties zijn:
    – Diepe pockets.
    – Angulaire botverlies/verticaal defect.
    – Toegang tot furcaties – daarbij dient er wel rekening mee gehouden te worden dat furcaties niet altijd verbeteren door het uitvoeren van chirurgie.
    – Restauratief – bijvoorbeeld ontsteking ten gevolge van putcorrosie (t.g.v. metaal).
  2. Een goede mondhygiëne
    Wanneer de mondhygiëne niet goed is, kun je slechter af zijn met chirurgie (Nyman et al. 1977).
  3. Het spreken van dezelfde taal
    Het is van belang dat er uitgebreid informatie wordt verschaft aan de patiënt. De patiënt moet snappen wat (rest-)pockets zijn en waarom deze moeten worden behandeld. Daarnaast moeten impliciete afspraken, expliciet gemaakt worden. De behandeling is een basis voor het investeren in gezondheid.
  4. Goede voorbereiding
  5. Routine van de operateur
  6. Monitoring van het resultaat
  7. Goede organisatie van de nazorg

Parodontale chirurgie – de doelen

Bij het uitvoeren van parodontale chirurgie worden de volgende doelen nagestreefd:

  • Werken met direct zicht.
  • Toegang tot aangedane gebied.
  • Correctie van botdefecten.
  • Regeneratie van parodontaal weefsel.
  • Directe pocketeliminatie.
  • Reinigbaarheid bevorderen.

Parodontale chirurgie – de spullen

De volgende stappen worden uitgevoerd:

  • Met een scalpel wordt een sulculaire of gebevelde vincisie gemaakt waarbij men zicht creëert op het worteloppervlakte en het bot.
  • Met ultrasone apparatuur wordt het tandoppervlakte gereinigd.
  • Met een perioseptboortje worden de element gepolijst.
  • Met hechtmateriaal wordt de gingiva weer gesloten (doorlopende lushechting)

Parodontale chirurgie – preoperatieve informatie

Informatie over de parodontale operatieve behandelingen (flapoperatie):

  • Voor de operatie
  • Receptuur
  • Wat gebeurt er tijdens een flapoperatie?
  • Na de operatie
  • Gevoelige tandhalzen
  • Losstaan van tanden en kiezen
  • Mondhygiëne na de operatie
  • Bereikbaarheid

Parodontale chirurgie – de prijs

Nadelige gevolgen van parodontale chirurgie zijn:

  • Aanhechtingsverlies
  • Minimale hoeveelheid bot nodig
  • Aanhechtingsverlies van de buurelementen
  • Grotere mobiliteit
  • Groter cariësrisico
  • Ongemak voor de patiënt
  • Kosten

Parodontale chirurgie – de puntjes op de i?

Het volgende kan geconcludeerd worden:

  • Een situatie zonder diepe pockets geeft de grootste kans op parodontale stabiliteit.
  • Parodontale chirurgie is een krachtige tool om het aantal restpockets te reduceren.
  • Parodontale chirurgie heeft daarmee een belangrijke, maar niet doorslaggevende rol in de parodontale behandeling.
  • Strategisch extraheren kan helpen om parodontale stabiliteit te bereiken.
  • Succesvol uitvoeren van parodontale chirurgie kent zijn vereisten.

“Residual pockets are associated with progression of periodontal disease and tooth loss.
Nonsurgical retreatment of these sites rarely proved to be effective in closing the pockets.
Thus, surgical treatment of residual pockets is a treatment option that should not be underestimated by the clinican” – Graziani et al 2018.

Dr. Mark Timmerman combineerde als tandarts ruim 20 jaar algemene praktijk en Paro Praktijk Utrecht met werk als docent en onderzoeker bij de afdeling Parodontologie van ACTA. Naast zijn promotie (2001, ‘Prevalence and Progression of Periodontal Disease in a Young Indonesian Population’) leverde hij een bijdrage aan vele onderzoeken en de inhoud van de opleiding parodontologie. In 2008 kwam hij bij de Praktijk voor Parodontologie en Implantologie Nijmegen. Mark is Parodontoloog NVvP en Implantoloog NVOI. Hij is tegenwoordig ook als docent werkzaam bij de vakgroep I&P, Tandheelkunde Radboud UMC te Nijmegen.

Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van dr. Mark Timmerman tijdens het congres Paro van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
sport

Topsporters poetsen goed, maar hebben toch slechte mondgezondheid

Topsporters hebben vaak last van mondaandoeningen, ondanks dat ze vaker dan gemiddeld hun tanden poetsen. Wel zijn ze bereid tot gedragsveranderingen om hun mondgezondheid te verbeteren, is de conclusie van onderzoekers aan University College London.

Onderzoek onder topsporters

In het leven van een atleet is fysieke gezondheid essentieel. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat topsporters daarentegen vaak geen uitmuntende mondgezondheid hebben. Een team van het UCL Eastman Dental Institute heeft gekeken naar door sporters gerapporteerde mondgezondheid, risico’s en mogelijke gedragsveranderingen.

344 Olympische en professionele sporters actief in elf sporten zijn ondervraagd over hoe ze hun mond, tanden en tandvlees verzorgen. Verder heeft het team de mondhygiëne van 452 atleten gescreend op tandbederf, gezondheid van tandvlees en tanderosie.

Opmerkelijke resultaten

De resultaten laten zien dat bijna de helft van de deelnemers last had van onbehandelde tandbederf . Bij het merendeel waren vroege signalen van ontstoken tandvlees aanwezig, en een derde meldde dat hun mondhygiëne negatieve invloed heeft op hun prestaties.
Deze resultaten zijn opmerkelijk aangezien de topsporters aangeven twee keer per dag hun tanden te poetsen. De helft geeft zelfs aan regelmatig te flossen, dit is twee keer zo veel als de algemene bevolking.

Suiker is de boosdoener

De reden voor de relatief slechte mondgezondheid is te vinden in suiker en zure producten die atleten regelmatig consumeren. Sportdrankjes, energierepen en energiegels zijn ingebouwd in hun dieet. Deze producten verhogen het risico op cariës en tanderosie.

Gedragsverandering voor betere mondgezondheid

Gelukkig gaven de meeste ondervraagde sporters aan dat ze hun gedrag willen veranderen om nog betere mondhygiënegewoonten aan te nemen. Veranderingen bestaan uit extra fluoridegebruik, regelmatige tandartsbezoeken en het dagelijks verwijderen van tandplak. Ook een verminderde inname van sportdrankjes om mondgezondheid te verbeteren is een optie.
De onderzoekers zijn momenteel, samen met een paar atleten, bezig met een interventiestudie op het gebied van mondgezondheid. Dit onderzoek is gebaseerd op moderne gedragsveranderingstheorie. De resultaten worden binnenkort gepubliceerd.

Bron:
British Dental Journal

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Hoofdafbeelding De associatie tussen atopisch dermatitis en mond-gerelateerde afwijkingen bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar

De associatie tussen atopisch dermatitis en mond-gerelateerde afwijkingen bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar

In een literatuuronderzoek van studenten Mondzorgkunde werd gekeken naar de associatie tussen atopisch dermatitis en afwijkingen van de harde en zachte mondweefsels bij kinderen. Zij concluderen dat atopisch dermatitis positief geassocieerd is met enkele afwijkingen van zowel de harde als zachte mondweefsels bij kinderen van 0 tot 18 jaar.

In dit literatuuronderzoek werd gekeken naar de associatie tussen atopisch dermatitis en afwijkingen van de harde en zachte mondweefsels bij kinderen. Er is in Medline, Dentistry & Oral Sciences en Academic Search Premier systematisch gezocht naar literatuur verschenen vanaf 1987. Voorafgaand aan de beschrijvende analyse van de resultaten is de methodologische kwaliteit van de gevonden literatuur beoordeeld.

De associatie tussen atopisch dermatitis en mond-gerelateerde afwijkingen bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar
Klik hier voor vergrote versie

De vijf geïncludeerde studies hadden een cross-sectioneel design en zijn in Westerse landen uitgevoerd met een populatiegrootte tussen de 217 en 79.667 deelnemers. Een positieve associatie tussen atopisch dermatitis en harde mondweefsels werd aangetroffen voor malocclusie, tandpijn, gebroken tanden, molaar-incisief hypomineralisatie (p < 0.001), afwijkende mondgewoonten, anatomische afwijkingen en cariës.

Echter niet alle studies toonden een positieve associatie tussen atopisch dermatitis en cariës. Een positieve associatie tussen atopisch dermatitis en zachte mondweefsels werd aangetroffen voor bloedend tandvlees en mondademhaling zowel overdag als ‘s nachts.

Er is geen positieve associatie gevonden tussen atopisch dermatitis en mond-ademhalen.

Conclusie

Op basis van de bevindingen van huidig literatuuronderzoek kan geconcludeerd worden dat atopisch dermatitis positief geassocieerd is met enkele afwijkingen van zowel de harde als zachte mondweefsels bij kinderen van 0 tot 18 jaar.

Poster ontwikkeld door:
Lotte de Jong en Lois Schippers, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
zorgverzekeraar

Meer dan een miljoen Nederlanders overgestapt naar andere zorgverzekeraar

Zoals elk jaar voerde Vektis ook afgelopen jaarwisseling weer een onderzoek uit naar het aantal verzekerden dat overstapte. Volgens het onderzoek stapten 1,1 miljoen mensen over: het laagste aantal sinds 2010/2011.

Tegen het einde van 2019 stapte 6,2% van alle verzekerden in Nederland over naar een andere zorgverzekeraar, wat neerkomt op een totaal van 1,1 miljoen mensen. Men heeft nog tot 1 februari om een nieuwe zorgverzekering af te sluiten. Dit zijn dan ook slechts de voorlopige cijfers. De definitieve cijfers laten nog op zich wachten tot eind april, wanneer Vektis een uitgebreide analyse van de overstapcijfers deelt. De verwachting is echter niet dat het totaal veel zal verschillen met deze voorlopige resultaten.

6,2% is een betrekkelijk laag percentage, zeker in vergelijking met de resultaten uit 2018/2019, toen het overstappercentage nog op 7% lag. De laatste keer dat er een lager percentage van de verzekerden overstapten was in 2010/2011.

Zorgverzekeringkaart onverminderd populair

Net zoals in voorgaande jaren werd de zorgverzekeringskaart weer veelvuldig geraadpleegd tijdens de overstapperiode. Deze kaart geeft betrouwbare informatie over essentiële polisvoorwaarden van elke zorgverzekering. Dit maakt het vergelijken van polissen een stuk makkelijker. De Zorgverzekeringskaart wordt door financieel adviseurs, zorgverzekeraars, vergelijkingssites en tussenpersonen aan alle mensen voorgelegd tijdens de zoektocht naar een passende zorgverzekering.

 

 

Bron:
ZN.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Henry Schein start rampbestrijdingsfonds voor hulp Australische bosbranden

Als reactie op de enorme verwoesting die wordt veroorzaakt door de Australische bosbranden, kondigt Henry Schein, Inc. aan dat het een fonds opstart om de heropbouw te ondersteunen. Daarnaast zal het bedrijf ook courante gezondheidsmiddelen schenken en praktijken/klanten trachten te helpen die onder de crisis lijden.

Donatie, giften en gezondheidsproducten

Het bedrijf en de Henry Schein Cares stichting start een Rampbestrijdingsfonds 2020 met een donatie van $50.000, aangevuld met giften van de werknemers tot $25.000. Bovendien is Henry Schein van plan om tot $50.000 aan gezondheidsproducten te schenken aan Australische hulporganisaties. De vestigingen van Henry Schein in Australië geven ook nog een percentage van de verkoop in de maand januari aan lokale hulporganisaties.

“Team Schein staat klaar om onze hulporganisatiepartners en lokale zorgverleners bij te staan bij de heropbouw van de schade ten gevolge van de vreselijke branden,” zei Stanley M. Bergman, voorzitter van de Raad van Bestuur en Chief Executive Officer van Henry Schein. “Reeds lange tijd is ons bedrijf geëngageerd om hulp te bieden wanneer een ramp zich voordoet. In het kader van schadeherstel kunnen we rekenen op onze partnerleveranciers en onze eigen Team Schein-leden om lokale hulporganisaties te voorzien van middelen die ze nodig hebben om het welzijn en de gezondheid van de getroffen bevolking te bevorderen”.

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Veranderend speeksel hielp mensen tijdens evolutie

Speeksel heeft mensen in evolutionair opzicht misschien geholpen op weg naar het worden van een nieuwe soort. Veranderingen in dieet en leefstijl hebben hier waarschijnlijk voor gezorgd, aldus nieuw onderzoek gepubliceerd in Molecular Biology and Evolution.

Speeksel belangrijk om meerdere redenen

Speeksel is een waterige substantie die wordt geproduceerd door speekselklieren in de mond. Naast water bestaat het onder andere uit enzymen die een begin maken met het afbreken van eten. Ook beschermt spuug het tandglazuur, moduleert het het microbioom in de mond en is het een eerste verdedigingslinie tegen ziekteverwekkers.

Evolutionair onderzoek naar speekselproteoom

Het was al bekend wat er in je speeksel zit qua eiwitten, maar er was nog nooit evolutionair onderzoek gedaan naar het speekselproteoom. Bij een groep onderzoekers van de University of Buffalo en het Forsyth Institute rees de vraag of deze eiwitten ook functionele variatie vertonen bij mensen en niet-menselijke primaten.

Mensen en niet-menselijke primaten vergelijken

Om erachter te komen of elke soort een unieke speekselproteïnesamenstelling heeft, verzamelden de onderzoekers speeksel van mensen en chimpansees, gorilla’s, en resusapen. Deze primaten werden gekozen omdat de eerste twee de dichtstbijzijnde evolutionaire familieleden van de mens zijn. Makaken delen een verre voorouder met mensen.

Wateriger speeksel en andere eiwitten

Het speeksel van mensen bleek wateriger te zijn en andere eiwitten te bevatten dan het speeksel van de apen. De mensapen hadden twee keer zo veel eiwitten dan mensen. Voor alle belangrijke speekselproteïnes bij de mens werden tegenhangers geïdentificeerd in chimpansee- en gorillaspeeksel. Sommige dingen waren echter wel verschillend bij mensen en niet-menselijke primaten.

Goed in het afbreken van zetmeel, geen schuim

Zo bleek menselijk speeksel beter te zijn in het afbreken van zetmeel en het modificeren van vetten. Bovendien bevat menselijk speeksel geen latherin, wat speeksel schuimig maakt. Dit was blijkbaar niet meer nodig toen mensen niet langer harig waren en zich niet meer bezighielden met sociale verzorging. Verder bevatten speeksel van verschillende soorten andere componenten om ziektes af te weren.

Oorzaak is waarschijnlijk dieet en levenstijl

In de loop van de tijd zijn eigenschappen van het menselijke spuug waarschijnlijk veranderd om zich beter aan te passen aan veranderende leefomgeving. Mensen gingen ander voedsel eten en op een andere manier leven waardoor ze bloot werden gesteld aan andere ziektekiemen en uitdagingen.

Onderscheidend speekselproteoom helpt de mens

De bevindingen openen de mogelijkheid dat voedingsverschillen en blootstelling aan bepaalde pathogenen mogelijk een onderscheidend speekselproteoom in de menselijke lijn hebben gevormd, schrijven de onderzoekers. Oftewel, veranderend speeksel heeft mensen waarschijnlijk op weg geholpen om in evolutionair opzicht weg te stappen van niet-menselijke primaten.

De auteurs merkten wel op dat het mogelijk is dat ongecontroleerde omgevings- of voedingsfactoren de resultaten van het onderzoek hebben beïnvloed. Ook zijn alleen de meest voorkomende eiwitten vergeleken, en maar een paar van elke soort. Wel “biedt het onderzoek een basis om in toekomstige studies te beoordelen of de verschillen in het hier waargenomen menselijke speekselproteoom mogelijk zijn veroorzaakt door natuurlijke selectie”, aldus de onderzoekers.

Bron:
Molecular Biology and Evolution

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z